De wet is geen bonus op het Evangelie

De brief aan de Galaten deel 2

In het vorige artikel hebben we gezien hoe Paulus ons in de brief aan de Galaten voorstelt wat de weg van het geloof inhoudt. We hebben de Geest van de Zoon van God ontvangen en wanneer we ons door die Geest en het Woord laten leiden gaan we meer op de Heer Jezus lijken.
In dit nieuwe artikel moeten we onderzoeken wat Paulus zegt over de bedreigingen van die geloofsweg. Het zijn er twee: ‘de wet’ en ‘het vlees’, dus de zonde in ons. Maar we beginnen met wat Paulus ‘de grondbeginselen van de wereld’ noemt.

Paulus heeft het in de brief aan de Galaten over twee dingen, ‘de wet’ en ‘het vlees’, die op een of andere manier een ernstige inbreuk betekenen op het evangelie dat hij hen heeft verkondigd.

Bij ‘de wet’ noemt hij bijvoorbeeld concreet de besnijdenis en het houden van de wet van Mozes. Voor ons nu mogen we dit veralgemeniseren naar normen en regels waarnaar we ons christelijke leven zouden moeten inrichten. Het heeft ook altijd te maken met het idee dat we dan ‘betere gelovigen’ zijn.

Het ‘vlees’ is de ‘zonde in ons’ en we hebben in een eerder artikel al ontdekt dat dit de belangrijkste negatieve eigenschap van de menselijk natuur is. Het is dat ieder mens van zichzelf denkt en er naar streeft dat hij de beste, de hoogste, de slimste, (en zo verder) is.

Er waren ‘valse broeders’ – zo noemt Paulus hen – binnengedrongen in de gemeenten in Galaten die de gelovigen overhaalden om toch naast het Evangelie ook bepaalde Joodse gebruiken, zoals bijvoorbeeld de besnijdenis, en wetten na te volgen. Je zou zeggen: wat is daar mis mee?
Toch wijst Paulus dat met ongekende kracht af. De reden is namelijk dat het je houden aan wetten en regels – welke dat ook zijn – een beroep doet op ‘het vlees’ in ons. Terwijl het Evangelie ons juist leert dat Christus ons heeft vrijgekocht van de wet (van elke wet!) zodat we vanuit de relatie met Hem zouden leven.

Paulus noemt de werking van ‘de wet’ en ‘het vlees’ de ‘grondbeginselen van de wereld’ en waarschuwt dat we eruit bevrijd zijn en er niet naar mogen terugkeren.

Paulus betoogt hier kortgezegd dat de Galaten, voordat ze tot geloof kwamen, een slaaf waren van ‘de grondbeginselen van de wereld’. Toen kenden ze God niet, maar nu ze tot geloof gekomen waren kenden ze God en God kende hen (Galaten 4:8,9). Nu dreigden ze opnieuw daarin verstrikt te raken door weer naar wettische beginselen terug te gaan. Daardoor liepen ze het gevaar in een toestand terecht te komen dat “Christus hen van geen nut zou zijn, (…) ze van Hem los zouden raken en (…) ze uit de genade zouden vallen.” (Galaten 5:3-5). Het is dus niet niks en daarom moet de vraag gesteld worden wat dat nu eigenlijk is, die ‘grondbeginselen van de wereld’.

Het woord ‘grondbeginselen’1 wordt in sommige vertalingen ook wel als ‘elementen’ of met ‘beginselen’ vertaald. Het duidt op bepaalde principes of ‘bouwstenen’ die voortdurend toegepast worden om iets op te bouwen. Het brengt daarbij ook een zekere ordening tot stand. Bovendien dienen ze ook als fundament voor datgene wat er opgebouwd wordt.

Daarom kun je zeggen dat ‘de grondbeginselen van de wereld’ de fundamentele en ordenende principes zijn waarop het hele wereldsysteem gebouwd is en waardoor het voortgestuwd en in stand gehouden wordt.

Het is daarom goed om even na te denken wat de principes van wet en vlees dan te maken hebben met de wereld.

Velen denken dat de principes waarop de wereld gebouwd is te vinden zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de UVRM 1948 (zie bijvoorbeeld op Wikipedia2). Interessant is trouwens dat bij het opstellen van die Verklaring destijds een Nederlandse pater geprobeerd heeft daarin een vermelding van God te krijgen. Maar “uiteindelijk werd God in de UVRM buiten beschouwing gelaten. Mensen zijn, volgens artikel 1, ‘begiftigd met verstand en geweten’, maar het wordt in het midden gelaten door wie of wat ze daarmee begiftigd zouden zijn3”.

Met alle goede bedoelingen van een UVRM kom je er niet en ze maken geen betere wereld. Het is menselijke wijsheid, maar in Gods oog is het dwaasheid. Want Hij maakt ons in Zijn Woord duidelijk dat het bij de grondbeginselen van de wereld gaat over het vlees en de wet.

Wat het vlees is hebben we al een keer eerder4 overdacht. We hebben toen ontdekt dat het de kern is van de zondeval. Toen is aan onze menselijke natuur toegevoegd ‘de zonde in ons’.
Het is de kern, de drijvende kracht van ons mens-zijn geworden die ernaar streeft om de hoogste5, de eerste en de beste te zijn. Hoger dan al de anderen. Ieder mens is daar vanaf de geboorte mee behept. Het is het gevolg van de zondeval: ‘u zult als god zijn’.

Dit is ‘het vlees’, de bron van al het kwaad in de wereld. Het verdwijnt niet als een mens tot geloof in de Heer Jezus Christus komt. Je blijft er mee behept zolang je hier op aarde rondloopt.

Maar een mensenwereld kan niet zonder wet of wetten. Regels die aangeven wat wel moet en wat niet mag. Regels die de norm aangeven waaraan men zich dient te houden. Wetten waarin vast ligt wat de gevolgen zijn van overtredingen.

Het is niet moeilijk om te zien wat de gevolgen zijn van deze grondbeginselen in de wereld:

  • Ieder mens zal proberen de hoogste te zijn en de hoogste plaats te bereiken. Competitie en concurrentie is alles wat er is en vooruit drijft. In alle onderdelen van de maatschappij is dit een voortdurend menselijk streven. Het is de dagelijkse ‘ratrace’ en de ‘survival-of-the-fittest’.
  • Wanneer het je alleen niet lukt, dan doe je het samen met anderen. Allerlei partijschappen, ruzies en oorlogen zijn tot op de dag van vandaag het gevolg. Ongelooflijke ellende, dood en verderf!
  • Ook op individueel niveau is het menselijk streven om de beste te worden en hoger te zijn dan de anderen. Vanaf de kindertijd op school wordt alles gemeten en je moet proberen de beste en hoogste scores te behalen. Omdat je natuurlijk niet alles kunt, moet je je beperken tot de dingen waar je goed in bent. Dan blijft het doel om de beste te worden en te blijven.
  • Wanneer je werkt word je verteld welke doelstellingen je moet halen en welke bonus je dan krijgt. Of op een gegeven moment een promotie die je in het vooruitzicht wordt gesteld.
  • De keerzijde van dit streven is trouwens ook dat er overal verliezers zijn. Organisaties, bedrijven die het niet redden en failliet gaan. Maar vooral ook mensen die afhaken, het opgeven en er niet meer bij (willen) horen. Ze delven het onderspit, met alle ellende van dien.

Ik hoop dat je met mij kunt zien dat wet en vlees ‘twee grondbeginselen van de wereld’ zijn. De twee principes waarop de hele wereld gebouwd is.

De satan is ‘de vorst van de wereld’6  en hij gebruikt deze principes om de wereld te overheersen. In dit artikel gaan we daar nu maar even aan voorbij.

De brief aan de Galaten begint er mee dat de gelovigen uit deze wereld zijn ontrukt.

Laat het even op je inwerken dat Christus zich voor onze zonden gegeven heeft, met het doel dat Hij ons aan de tegenwoordige slechte wereld zou ontrukken! Iemand die de Heer Jezus kent als zijn Heiland, maakt geen deel meer uit van deze slechte wereld en is door God ‘overgezet in het koninkrijk van de Zoon van Gods liefde’ (Kolosse 1:13).

Maar dan moet je leren om ‘door de Geest te wandelen’. Dat is een proces waardoor we moeten groeien in het geloof. We hebben daar de vorige keer over nagedacht7.

Dit is de weg die je ook kunt benoemen als ‘Jezus volgen’. Maar ‘Jezus volgen’ betekent ook dat je jezelf moet verloochenen, zoals de Heer Zelf het zegt: “Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis dagelijks opnemen en Mij volgen.” (Lukas 9:23). 

Het ‘jezelf verloochenen’ is niets iets vaags, maar is heel concreet dat we ons goed bewust zijn van ons eigen ik – van ‘het vlees’ – en ons daar niet door laten leiden. Het ultieme kenmerk daarvan is dat we een nederigheid laten zien, die lijkt op ‘de nederigheid van hart’ van de Heer Jezus Zelf (Mattheus 11:29). Dat is de enige manier om aan de wereld te laten zien dat we bij de Heer Jezus horen en wezenlijk anders zijn dan de mensen in de wereld.

Maar ‘jezelf verloochenen’ is een compleet ander leven dan het leven naar de principes van de wereld, ‘het assertieve leven’ om het zo maar eens te noemen.

Een mens kan tot geloof in de Heer Jezus Christus komen en ontvangt van God de Heilige Geest. Maar het gevaar daarna is  om met mooie woorden misleid te worden om het vlees te laten werken.  Paulus zegt het zo:

“O dwaze Galaten, wie heeft u betoverd om de waarheid niet te gehoorzamen; u voor wie Jezus Christus eerder voor ogen is geschilderd alsof Hij onder u gekruisigd was? Dit alleen wil ik van u vernemen: Hebt u de Geest ontvangen uit de werken van de wet, of uit de prediking van het geloof? Bent u zo dwaas? U die met de Geest begonnen bent, gaat u nu eindigen met het vlees?” (Galaten 3:1-3)

Je bent je christenreis begonnen bij het Kruis van Christus en met de Heilige Geest. Hoe kom je er nu bij om op een weg terecht te komen die eindigt met het vlees? Je bent toch begonnen in het geloof, waarom vertrouw je daar niet meer op en laat je je verleiden om te vertrouwen op het vlees, op ‘je eigen zondige ik’?

Paulus maakt duidelijk dat er mensen zijn die de gelovigen vermanen om ‘beter hun best te doen’. Ze kennen de Bijbel goed, beter dan jij in elk geval. Hun boodschap is niet tegen dovemans oren gesproken, want wie kent niet de eigen tekortkomingen, het eigen falen en de  zonde van het eigen hart? Natuurlijk wil je daar graag van af, dus hoe logisch is het om dit soort adviezen op te volgen.
Maar hij noemt ze valse broeders, die dingen aan het Evangelie toevoegen en het verdraaien. Ze brengen verwarring in de gemeenten (Galaten 1:6,7;2:4).

Dit is het begin van een weg die een gelovige uitnodigt om het (godsdienstige) vlees te laten werken. Dan doen we dingen die erbij horen en die zogezegd moeten; het zijn dingen die je geacht wordt te doen. Dingen waarvan men zegt dat ze voor een gelovige normaal zijn.
Maar het probleem is dat hierdoor onze oude natuur, het vlees, geactiveerd wordt, waardoor we gewend raken om christelijk te leven uit het vlees. Natuurlijk zijn het geen dingen die op zichzelf verkeerd zijn, maar omdat ze ons als ‘wet’ worden voorgehouden, zal ons vlees proberen er aan te voldoen. Soms lukt dat, soms ook niet en dan zetten we er een tandje bij.

Alles wat ons als wet wordt voorgehouden of wat we zelf als een plicht of noodzaak beschouwen appelleert aan het vlees. Het daagt direct ons vlees uit om te reageren en (bij wijze van spreken) te zeggen: dat ga ik doen (als het een gebod is) of dat zal ik nooit meer doen (als het een verbod is). Maar het resultaat zal altijd zijn dat we het niet kunnen. En als het wel lukt, dan slaan we onszelf op de borst: goed gedaan!

Wanneer een gelovige in deze weg voortgaat went hij er steeds meer aan om ‘vanuit het vlees’ te leven. Dat is een groot probleem, want het gevolg is dat hij van de weg van het geloof afdwaalt. Want de persoonlijke en levende relatie met de Heer Jezus, Gods Zoon die Zichzelf voor jou overgegeven heeft, raakt op de achtergrond en dooft wellicht uit.

Paulus noemt in zijn brief aan de Galaten onder meer de volgende gevolgen als we deze weg gaan:

  • We komen in slavernij onder de wet (2:4; 3:10-12; 5:1) en de vrijheid in Christus raken we kwijt.
  • We menen dan door eigen werken (van het vlees) gerechtvaardigd te worden (2:16). Immers, God zal er blij mee zijn, dat we zelf ook een mooie bijdrage leveren, of niet soms? Maar dan zou Christus voor niks gestorven zijn (2:21).
  • Dan zijn we aan de waarheid ongehoorzaam (3:1). Dan leef je niet in overeenstemming met de waarheid dat je alleen op grond van geloof in Christus’ werk behouden bent.
  • Uiteindelijk missen we dan de erfenis, want die is het einde van de weg van Gods belofte op grond van geloof (3:13-18).
  • In de praktijk van het gemeenteleven komt het dan al gauw tot onenigheden. Immers in plaats van elkaar te dienen door de liefde (5:13,14) komt het tot “elkaar bijten, verslinden en elkaar verteren” (5:15). We worden mensen “met eigendunk, die elkaar uitdagen en benijden” (5:26).

Al deze ellende is het resultaat van ‘de wet’, het volgen van een weg waarin je moet voldoen aan bepaalde eisen. Een weg die zo goed mogelijk voldoet aan Gods eisen en de hoge normen  die de Bijbel ons voorhoudt.

Maar op deze manier merken we dat inderdaad ‘de wet niet levend maakt’ (Galaten 4:21). Dat brengt ons niet het leven in relatie met de Heer Jezus Christus. Wat ons ontbreekt is de genade. Paulus zegt het zo:

Dus wanneer we bij Christus horen, willen we met en voor Hem leven, totdat we bij Hem zijn. Maar de wet kan ons daarbij niet helpen, die brengt ons alleen maar verder bij Hem weg. Dan raken we van Christus los en vallen we uit de genade.

Dat is de sleutel: genade, die we nodig hebben om ons leven met de Heer Jezus Christus te leven en Hem te volgen.

 Genade ontvangen we wanneer we ons tot God bekeren en Christus aannemen:

  • Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God.” (Efeze 2:8)
  • Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.” (Romeinen 3:23-24)

Maar genade is ook kracht om een nieuw leven te leiden. Het onderwijst en vormt ons:

Genade ontvangen we voor alles wat we tekort komen. Het bewustzijn van eigen tekort, zwakheid en falen brengt ons bij Christus.

  • Barmhartigheid (Grieks: eleos) betekent dat God zich ontfermt over onze ellende. Het is Zijn innerlijke bewogenheid met onze zwakheid, pijn en schuld. Hij spaart ons in plaats van ons te straffen. Barmhartigheid is: God houdt rekening met onze nood.
  • Genade (Grieks: charis) is Gods goedheid en hulp, die we niet verdienen, maar wél ontvangen. Genade is actief: het geeft kracht, vergeving en hulp. Genade is dat God ons geeft wat we niet verdienen (redding, hulp, vernieuwing).

Barmhartigheid en genade komen tegelijk tot ons in Christus. Als we bidden of worstelen, mogen we weten: Barmhartigheid neemt onze schuld serieus, genade geeft kracht om verder te gaan.

We hebben de wet niet nodig en ook het vlees kan niets bijdragen aan de wandel van de christen. We hebben het kruis van Christus, waar Hij de prijs betaald heeft waarmee we vrijgekocht zijn. Dan hebben we de Geest van de Zoon van God ontvangen, waardoor we wandelen. Hij leidt ons in Zijn Woord en verandert ons naar het beeld van de Heer Jezus Christus.

Voor die weg van het geloof hebben we genade nodig, die we van Hem ontvangen. Johannes getuigt het aan het begin van zijn evangelie: “Uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade” (Johannes 1:16).

Zijn genade is overvloedig beschikbaar, ja zeer overvloedig en we zullen er niet aan te kort komen. Paulus bemoedigt Timotheüs er mee als hij zegt:

Bijna elke brief van Paulus sluit af met woorden waarmee hij ons de genade van Christus toewenst.  Daarom sluiten we er ook hier mee af.

De genade van onze Heere Jezus Christus
zij met uw geest, broeders!
Amen.”
(Galaten 6:18)


Voetnoten

  1. In Strong: g4747. στοιχεῖον stoicheion. Het woord komt in deze betekenis voor in Galaten 4:3,9 en ook in Kolosse 2:8,20 ↩︎
  2. https://nl.wikipedia.org/wiki/Universele_Verklaring_van_de_Rechten_van_de_Mens ↩︎
  3. https://nl.wikipedia.org/wiki/Universele_Verklaring_van_de_Rechten_van_de_Mens#Nederlands_aandeel ↩︎
  4. https://goddienen.nu/over-de-zondeval-en-nederigheid/ of https://goddienen.nu/over-de-zondeval-en-nederigheid/#aioseo-de-zonde-in-ons ↩︎
  5. Het woord ‘de hoogste’ gebruik ik voor alle varianten die er maar kunnen zijn: de beste, de slimste, de liefelijkste etc etc. Ieder mens wil op een of andere manier op enig gebied de beste zijn. Want zonder zo iets heeft het leven geen zin, meent men. ↩︎
  6. Johannes 12:31;14:30;16:11 ↩︎
  7. https://goddienen.nu/geloof-genade-en-leven-door-de-geest/ ↩︎