Geloof, Genade en Leven door de Geest

De brief aan de Galaten deel 1

De apostel Paulus schrijft een brief aan de gelovigen in Galatië, een streek in het centrum van het huidige Turkije. Er drong een vals evangelie binnen, waarvoor hij ernstig waarschuwt. Hij zet de weg van het ware evangelie helder uiteen en tegelijkertijd stelt hij de verkeerde leer aan de kaak. Aan de ene kant gaat het over het geestelijke leven van de gelovige. Maar aan de andere kant gaat het over de bedreigingen omdat iedere gelovige het vlees, de zonde, nog in zich heeft.
We hebben het in twee stukken gehakt en dit eerste blogje gaat over Gods Evangelie voor de Galaten en voor ons. Het volgende blog zal gaan over de bedreigingen van het vlees in ons, waardoor we de weg kwijt kunnen raken.

Het doel van God met het Evangelie wordt direct aan het begin van de brief voorgesteld.

Daar gaat het om: dat het de wil, het verlangen van God is, dat mensen uit de wereld – de ‘tegenwoordige slechte wereld’- gerukt zouden worden, zodat ze daar geen deel meer van zouden uitmaken. Want deze wereld is verloren en staat onder het oordeel van God.

Op zichzelf is dit in alle opzichten een belangrijk begin en we zullen ook de wereldse principes – de ‘grondbeginselen van de wereld’1 – nog tegenkomen als bedreiging voor het geestelijke leven.

Maar om Zijn verlangen te kunnen realiseren moest God Zijn Zoon zenden, onze Heer Jezus Christus. Hij werd mens en heeft op het kruis van Golgotha het werk van verzoening en verlossing volbracht. Hij heeft ‘Zichzelf gegeven voor onze zonden’ en ons daardoor ontrukt uit deze verdorven wereld.

We kunnen dat in een paar zinnen zeggen en we zijn er aan gewend. Maar laten we beseffen dat dit onvoorstelbaar groot is: God die mensen redt door Zijn eigen Zoon mens te laten worden om door Zijn dood verzoening te brengen. Tot in alle eeuwigheid zullen we God de Vader en Zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus daarvoor eer brengen!

Dat Christus Zich gegeven heeft voor onze zonden moet je als mens wel heel persoonlijk maken, zodat je met de volgende verzen kunt instemmen.

Omdat je in Christus gelooft wordt Zijn volmaaktheid aan jou toegerekend en ben je zoals dat heet in Gods oog ‘gerechtvaardigd’. God ziet mij nu als een ‘rechtvaardige’2. Een rechtvaardige is iemand die door geloof en gehoorzaamheid in een juiste verhouding tot God staat, niet op basis van eigen verdienste, maar door Gods genade3. Dat zegt Hij in Zijn Woord en dat moet ik geloven, ook al zul je daar als je naar jezelf kijkt aan kunnen twijfelen.
Op grond van geloof ben je gerechtvaardigd en zo mag je ‘voor God leven’ (2:19). Je leeft dan niet meer voor de wereld, want daar ben je door geloof aan ontrukt, maar je leeft voor God.

Bovendien leef je niet meer voor jezelf, want ‘ik ben met Christus gekruisigd en niet meer ik leef’ (2:20). Christus is voor jou gestorven en je bent met Hem gekruisigd. Dat betekent dat je niet meer voor jezelf kunt leven. Natuurlijk heb je je gewone verplichtingen net als ieder mens. Dat is wat Paulus noemt ‘in het vlees leven’ (2:20) maar dat is niet meer het hoogste in je leven; dat is niet meer wat je ten diepste drijft.  Wat je nu drijft in je leven is dat de Heer Jezus Christus het belangrijkste voor je hart is geworden: ‘Christus leeft in mij’!

De Heer Jezus Christus, de Zoon van God, heeft zichzelf voor jou overgegeven, omdat Hij jou heeft liefgehad! Dat is een onbegrijpelijk wonder, dat Hij, de eeuwige Zoon van God, jou en mij – heel persoonlijk – heeft liefgehad en zich uit liefde heeft overgegeven. Het was de persoonlijke liefde voor ieder van ons die Hem dreef. Dat wonder kan niet anders dan in onze harten wederliefde tot Hem naar boven brengen, zodat we Hem onze offers van lof en dank brengen! (voor meer daarover zie hier).

Maar hoe zijn we er dan zeker van dat we het in het geloof volhouden en behouden aan het einde van onze levensreis komen? Daarvoor geeft God een geweldige belofte aan een ieder die hetzelfde geloof – dat is ook: geloofsvertrouwen – als Abraham heeft. Door dat geloof zijn we zonen4 van God geworden en hebben we ook de belofte van de Geest ontvangen.

Dit is al bijzonder, maar het wordt nog meer bijzonder als je het volgende leest:

We waren voorheen slaven van de wet maar door Christus’ werk zijn we aangenomen als zonen. En alsof dat nog niet genoeg was – of misschien juist daarom – heeft  God ‘de Geest van Zijn Zoon’ in onze harten uitgezonden.
Hoe ongelooflijk groot is dat: dezelfde Geest die in de Heer Jezus was, de Zoon van God, is ook in onze harten uitgezonden.

Het is de Geest van Zijn Zoon in ons die het uitroept: Abba, Vader! Die Geest doet ons God als onze Vader kennen, zodat we Hem danken en eren, Hem beter leren kennen en Hem leren vertrouwen in alles van het leven. Het is wat Paulus ook aan de Romeinen leerde: “(…) maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen [zonen] ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!” (Romeinen 8:15).

Wanneer we al deze goede gaven van God – alles wat Hij ons in genade geschonken heeft – overzien, dan ligt het voor de hand om ons in het leven te laten leiden door de Geest van de Zoon van God, die in harten is uitgezonden. Paulus doet daarom de oproep om te ‘wandelen door de Geest’

Je kunt je afvragen wat dat nu precies is. Velen in de christenheid interpreteren dit als iets dat je vooral moet ervaren. Je krijgt boodschappen en ervaringen uit de onzichtbare wereld en meent dan dat dit het werk van de Geest van God is. Maar ik vrees dat ze hierin misleid worden.

Wanneer Paulus ons zegt om te wandelen door de Geest, dan zeggen we op grond van wat we hiervoor al hebben gezien, dat we wandelen door de Geest van de Zoon van God. Het is dezelfde Geest die ook Christus in Zijn leven hier op aarde geleid heeft.

We mogen er rustig vanuit gaan dat de Heer Jezus voortdurend en in alles  door de Geest geleid werd. Er zijn veel teksten die ons daar iets over zeggen, maar niet bij alles staat de Geest apart vermeld.

In Johannes 8 staat een gesprek van de Heer met de Joden. Zij vragen Hem wie Hij eigenlijk is en dan antwoordt Hij als volgt:

God de Vader heeft tot de Heer Jezus gesproken en wat Hij gehoord heeft dat heeft Hij doorgegeven. Er was die volmaakte communicatie door de Geest die in Hem was.
Toch was Hij tegelijkertijd de volmaakte mens, die ook onderwezen moest worden. Dat begon al in de tempel waar Hij als 12-jarige jongen in de tempel verbleef om te leren en bezig te zijn in de dingen van Zijn Vader. Zo groeide Hij in wijsheid, in grootte en in genade bij God en de mensen  (zie Lukas 2:46-52).

Het Woord van God – het woord dat Zijn Vader sprak – was door de Geest Zijn leidsman en dat woord sprak Hij. Bijzonder is dat de Geest van God, die ook de Geest van de Zoon is, ook ons wil onderwijzen uit het Woord van God. Dan mogen ook wij – zij het met gebreken en in zwakheid – wandelen door Geest, zoals de Heer Jezus dat in volmaaktheid deed. Is dat niet groot?

Trouwens, op die manier hebben ook Henoch, Noach en de gelovigen van het Oude Testament ‘met God gewandeld’. Ze kenden de verborgen omgang met de Here.

Lees daarover ook op deze pagina’s:
https://goddienen.nu/het-geloof-van-de-ouden/
https://goddienen.nu/wandelen-naar-de-geest/ of
https://goddienen.nu/god-dienen/wandelen-naar-de-geest/

Het eerste kenmerk van wandelen door de Geest is dat het ‘wandelen’ genoemd wordt. Dat betekent gewoonweg dat het geen potje hardlopen is. Het is een proces dat tijd nodig heeft, want het is geestelijke groei en dat vraagt tijd. Net zoals het tijd vraagt voordat een baby een beetje volwassen begint te lijken.

We moeten afsluiten met het resultaat van dit wandelen door de Geest. Dat is de vrucht van de Geest:

Deze vrucht is wat de Geest in ons zal bewerken en zie maar eens hoe dit allemaal kenmerken zijn van onze Heer Jezus Christus. Alleen op deze manier en in deze weg zullen we meer van Hem laten zien in deze wereld. Het zijn dingen die we niet kunnen verkrijgen door ons aan wetten of voorschriften te houden: ‘Daartegen richt de wet zich niet’ zegt Galaten 5:23.

Wanneer we proberen meer liefde tot de Heer te krijgen, meer blijdschap te ervaren of geduldiger te worden – en al die andere dingen die in de tekst genoemd worden – dan zal ons dat niet gelukken.
De enige die dat tot stand kan en zal brengen is de Geest van de Zoon van God die in ons is. Het is zoals Paulus elders zegt:

Je kunt je afvragen wat het belangrijkste is in het leven van de Heer Jezus. Paulus geeft het antwoord aan het einde van de brief: het kruis. Want de Heer Jezus was gekomen om naar het kruis te gaan om daar het verlossingswerk te volbrengen.

Daarmee is de cirkel rond: het leven van een christen begint bij het kruis en dat kruis – het werk van Christus – blijft ook daarna het belangrijkste in het geloofsleven.

Wanneer wij ons door de Geest van de Zoon van God laten leiden, gaan we meer op de Heer Jezus lijken en beroemen we ons alleen maar op het kruis van Christus. Dan wordt zichtbaar dat we een nieuwe schepping zijn:

We zijn dan mensen die weliswaar nog in deze wereld leven, maar er niet bij horen. We zijn anders omdat we – een beetje? – op de Heer Jezus zijn gaan lijken en daarmee iets van die nieuwe schepping zichtbaar is geworden.

Paulus eindigt de brief met de volgende zin: “De genade van onze Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen” (Galaten 6:18). Waarom we deze genade nodig hebben bespreken we in het volgende deel, dat gaat over de bedreigingen die deze weg van de Geest kunnen belemmeren en ons kunnen laten dwalen.


Voetnoten

  1. Zie Galaten 4:3,9 ↩︎
  2. In de Romeinenbrief vind je uitgebreid onderwijs van Paulus over de rechtvaardiging uit het geloof, de wet, het vlees en het leven door de Geest. Basisonderwijs dat je ook terugvindt in de Galatenbrief. Zie hier een Nederlandse samenvatting van de Romeinenbrief. ↩︎
  3. In de Bijbel betekent het wanneer God een mens rechtvaardig noemt, dat die persoon in een juiste relatie met Hem staat. Dit houdt in dat hij of zij leeft in geloof, gehoorzaamheid en afhankelijkheid van God. Rechtvaardigheid is niet hetzelfde als zondeloosheid, maar verwijst naar een houding van oprechtheid en vertrouwen in God, zoals bij Abraham, die “geloofde in God en het werd hem tot rechtvaardigheid gerekend” (Genesis 15:6). ↩︎
  4. In veel vertalingen staat ‘kinderen’. ↩︎