Verlost uit de macht van de duisternis

Christus is op het kruis van Golgotha gestorven voor zondaren en ieder die in Hem gelooft ontvangt het eeuwige leven. Een blijde boodschap van verlossing, die al vanaf de zondeval – zij het in wat andere vorm – geklonken heeft. Na de zondeval kon de satan zijn greep op de mensheid verstevigen. Totdat God ingrijpt zoals Hij deed bij de zondvloed, in Babel en bij steden als Sodom en Gomorra. Anno 2025 gaat het weer die kant op dat God ingrijpt en Christus zendt om Zijn vijanden te verslaan. De hele Bijbel door wordt ook de invloed van de duistere machten verhaald tot aan hun ondergang. Het is geschreven opdat we het niet zouden vergeten.

We leven in een wereld waar we van alles kunnen ervaren; ook dingen in de onzichtbare wereld. Maar hoe weten we wat waar is en worden we niet voor de gek gehouden? Hoe weten we wat de waarheid is en wat leugens zijn?
Zijn we ons ervan bewust dat de onzichtbare wereld een grote invloed heeft op de zichtbare wereld om ons heen? Realiseren we ons hoe iedereen – zelfs een bijbelgetrouwe christen – misleid kan worden en op het verkeerde been kan worden gezet?
Dan ook nog dit: weten we dat we in de ‘eindtijd’ leven en dat dit een tijd is die in ongekende mate door de onzichtbare wereld – dat is het occulte – wordt gedreven?

Het zijn dingen die we moeten weten en daarom gaan we op zoek naar wat de Bijbel erover zegt.

Antwoorden en inzicht moeten we verkrijgen uit het boek dat zichzelf kenmerkt als ‘het Woord van de Waarheid’. Het is het boek dat door een groot aantal auteurs geschreven is over  een periode van meer dan 1500 jaar en dat tegelijkertijd het boek van God is.

Op mysterieuze manier heeft de almachtige God dit bijzondere boek door mensen laten schrijven. Hij, die boven alle goden staat, heeft ons dit boek geschonken om ons te vertellen wie Hij is en wie Zijn Zoon, Jezus Christus, is. Hij laat ons in dit boek zien hoe we door geloof in Jezus Christus redding kunnen verkrijgen uit deze boze wereld. Maar Hij deelt ons ook mee hoe zijn tegenstanders – de goden die Hem ontrouw geworden zijn – proberen de macht over de mensheid te krijgen.

Het zijn dingen die een mens niet zelf kan verzinnen en die we uit onszelf niet kunnen weten. Daarom moeten we ons wenden tot de enige betrouwbare bron: het Boek van de allerhoogste God.

Voor we echt beginnen is er nog iets belangrijks op te merken. Dat betreft wat wel de ‘progressieve openbaring’ genoemd wordt. Het betekent dat God Zijn waarheid geleidelijk en in fasen onthult in de loop van de Bijbelse geschiedenis. In plaats van alles ineens bekend te maken, bouwt God voort op wat eerder geopenbaard is, en voegt Hij daar nieuwe inzichten en diepgang aan toe.

Bijvoorbeeld:

  • In Genesis wordt al gesproken over een komende Verlosser (Genesis 3:15), maar pas veel later in het Nieuwe Testament wordt duidelijk dat dit de Heer Jezus is.
  • Het begrip “leven na de dood” wordt in het Oude Testament vaag en fragmentarisch besproken, maar krijgt veel meer uitwerking in het Nieuwe Testament.

Dit principe helpt ons om de Bijbel in haar geheel te lezen en te begrijpen, met aandacht voor het grotere plaatje. Het voorkomt dat we conclusies trekken uit vroege passages zonder rekening te houden met latere, meer volledige openbaring.

De schepping van de zichtbare hemel en de aarde met alles erop en er aan heeft God gedaan en het verslag ervan staat in het begin van de Bijbel. God heeft de aarde bedoeld als een plaats waar Hij met de mensen kon wandelen.

God kan alles zien, maar opmerkelijk is dat Adam God niet kan zien of met zijn zintuigen kan waarnemen. Adam heeft van God – die Geest is – een geest ontvangen. Daarin lijkt hij op God en is hij ‘een beelddrager’ van God. Op een of andere manier kon God hem dingen duidelijk maken. Dat was een communicatie van Gods Geest met de geest van Adam; een geestelijke communicatie zo gezegd.

Een van de engelen die tegen God rebelleerde heeft vervolgens Eva verleid om ongehoorzaam aan God te worden. Zo is het misgegaan, niet alleen voor Adam en Eva, maar met consequenties voor alle mensen die daarna nog zouden komen.

In essentie ging het hier om de vraag van waarheid of leugen. Heeft God echt gezegd dat het niet mocht? Kom, ik vertel je iets anders, iets beters.

Het is van groot belang om ons te realiseren wat voor de hele mensheid het gevolg was van de zondeval die in het begin heeft plaatsgevonden.

Het eerste is dat de directe verbinding tussen God en de mens verbroken is. Dat betekent dat de mens wanneer hij geboren wordt, in een toestand verkeerd en blijft, waarin hij van nature geen ‘contact’ met God heeft. God blijft ieder mens zoeken en ‘spreekt’ ieder mens aan in zijn geweten, maar ieder moet bewust God willen gehoorzamen en Hem antwoorden. De mens heeft na de zondeval een vrije wil om God wel of niet te willen gehoorzamen en te leven in de weg die Hij aanwijst.

Het tweede is dat de mens een zondige natuur heeft gekregen. Het betekent dat ieder mens van zichzelf denkt dat hij beter is dan de ander(en): ‘u zult als god zijn’ was wat de satan had voorzegd. Het voortdurende streven beter, groter en meer te zijn dan anderen is vanaf dat moment de drijfveer van de mensenwereld.
Daaruit komt ook het over elkaar heersen van de mensen voort. God heeft het gezegd tegen de vrouw dat zij over de man en de man over haar zou willen heersen1.

God trekt aan ieder mens, maar laat hem de vrije keuze om wel of niet voor Hem te kiezen en bij Hem te willen horen. Maar de ‘goden’- de tegen God rebellerende engelengeesten – proberen net als de satan de mensen in slavernij onder hun gezag te brengen. Zodat ze niet anders meer kunnen dan gehoorzaam te zijn aan de boze onzichtbare machten.

Na de zondeval hebben deze machten zich intensief met de mensheid bezig gehouden. Op een gegeven moment zijn ze zover gegaan dat ze seksuele gemeenschap met vrouwen hebben gehad en daardoor zijn er reuzen geboren. De Bijbel vertelt – alles heel summier trouwens – dat dit machtige mensen waren die over de ‘gewone’ mensen heersten.

Daardoor is de hele mensheid gehoorzaam geworden aan de satan en zijn makkers. De mensheid was ‘verdorven’ zo noemt de Bijbel dat en God kon hen slechts oordelen door het water. Alleen Noach diende de Here met  zijn familie en zij werden door God bewaard in de ark.

Belangrijk is om hieruit te concluderen dat satans boze machten inderdaad machtig zijn en dat ze erop uit zijn om het hele mensengeslacht hun vrije wil te ontnemen. Zodat God niet meer de God van de mensen is, maar satan hun enige god is.
Satan wordt niet voor niks ‘een mensenmoordenaar van het begin af (…) en de vader van de leugen2 genoemd.

Overigens staat er nog in de Bijbel3 dat het in de laatste dagen (waarin wij leven) net zo zal zijn als in de dagen van Noach. Terwijl het duidelijk is dat Gods oordeel nadert, gaan de mensen gewoon door met hun leven alsof er niks aan de hand is.

Na de zondvloed begint alles weer opnieuw en op een gegeven moment gaat het weer fout. Er vindt weer vermenging van boze engelengeesten met mensen plaats en weer worden er reuzen geboren. Nimrod is wel de belangrijkste daarvan. Hij is de stichter en heerser van Babel. Ook daar ging het weer als vroeger en lijkt het erop dat satan en zijn vazallen hun doel zullen bereiken om de hele mensheid hun vrije wil te ontnemen4.

Daarom moest God ingrijpen en heeft hij ervoor gezorgd dat ze elkaar niet meer begrepen doordat ze plotseling heel verschillende talen gingen spreken. Toen zijn al die volken – met hun goden – over de aarde verspreid. Zo konden ze niet meer samenwerken om te proberen God van zijn troon te stoten.

In Babel – het land van de Chaldeeën – was de afgoderij ongelofelijk groot, groter kon het niet worden. Het is de vermenging van de mensenwereld met de demonen, waardoor er totale verdorvenheid ontstaat, net als voor de zondvloed.

Vanuit deze duisternis en afgoderij roept God Abraham om hem tot een groot volk te maken.

De volken hadden hun eigen goden, maar je zou ook kunnen zeggen: de goden hadden hun volken. Zo koos God Abraham om zijn eigen volk Israël te vormen, een volk dat Hij zou voorzien van grote voorrechten en dat Hem zou dienen. Zo kon de wereld zien wie de allerhoogste God was, de God die boven alle goden staat. Het zou de volken uitnodigen ook die allerhoogste God te dienen. Dat was de bedoeling.

Maar ook het volk van God faalde en liep voortdurend in de scherpe messen van satan. Die misleidde hen zo dat ze dachten God te dienen, terwijl ze feitelijk de goden – de afgoden – dienden. Het verhaal is er een van voortdurend menselijk falen en tegelijkertijd van Gods voortdurende trouw aan hen die uit geloof wilden leven.

De afgoderij van Israël is het vreselijkste wat je je kunt voorstellen, omdat ze daarmee feitelijk van God afscheid namen en andere goden achterna liepen. Het Oude Testament beschrijft dat op veel plaatsen ook zo: als voortdurende huwelijksontrouw van het volk jegens God.

Tenslotte kwam God zelf naar de aarde. De Zoon van God werd mens, leefde hier en stierf op het kruis van Golgotha. Hij deed dat om in die drie uren van volstrekte duisternis ons, mensen met God te verzoenen. Christus is opgestaan en naar de hemel gegaan, waar Hij nu als Mens – mens met een hoofdletter! – aan de rechterhand van God zit. Ieder mens die zich tot God bekeert en Christus persoonlijk aanneemt als de verzoener voor zijn zonden, ontvangt de Geest van God inwonend.

Dat zijn twee Godswonderen achter elkaar. Eerst wordt God mens en na een paar decennia komt de Geest van God inwonen bij iedere mens die de Heer Jezus Christus als zijn Verlosser en  Redder aanneemt. Dat laatste gebeurt nog iedere keer als een mens zich bekeert en tot Christus komt. Al degenen die de Geest van God hebben ontvangen vormen samen een geestelijk volk, een familie van broeders en zusters. Ze hebben God de Vader en de Heer Jezus lief, ze hebben Gods Woord lief en ze hebben elkaar lief. De bijbel noemt hen de ‘gemeente van God’.

Christenen dienen de allerhoogste God, de schepper van hemel en aarde. Maar ook hen zal de satan proberen te verleiden. Zodat ze zonder het te weten met demonen omgaan en onder hun hun invloed komen.
Zo is ook in de christenheid de afgoderij vanaf het begin aanwezig geweest. Interessant is dat bijna alle brieven in het Nieuwe Testament er tegen waarschuwen. Maar de meeste christenen hebben het niet in de gaten; het thema wordt niet gezien en blijft onder de radar.

We leven nu in de tijd dat het einde van de ‘beschaving’ nadert en wat we zien is dat de satan opnieuw bezig is om de complete mensheid onder zijn directe bestuur te krijgen. Het occulte neemt overal hand over hand toe. Wanneer binnenkort het einde nadert en Gods oordelen over de aarde komen, dan zegt de Bijbel daarover:

“En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, horen of lopen.” (Openbaring 9:20)

We leven in de eindtijd, de laatste dagen. Het is de tijd waarin alles wat van God is en aan Hem herinnert, stap voor stap vernietigd wordt. Dat is begonnen in de tijd van de Verlichting waarin de waarheid van de Bijbel is vernietigd en het gaat door tot vandaag. In Openbaring 6 kunnen we zien hoe – onder toelating van Gods bestuur – de demonische machten stap voor stap5 op de aarde hun vernietigende werk mogen doen. Als deze interpretatie juist is6 leven we nu in de tijd die gekenmerkt wordt door de dood, bij uitstek het handelsmerk van satan.

Het is goed om deze dingen te beseffen als we zien wat er om ons heen in de wereld (en de christenheid) gebeurt. Het zijn niet alleen mensen die allerlei vreselijke dingen doen, maar het zijn ook vooral de duistere machten die – door mensen heen – bezig zijn al Gods werk te vernietigen.
Maar gelukkig mogen we weten dat boven al deze dingen onze God staat, die ook ‘de Heer van de legermachten’ genoemd wordt7.

Op het kruis is de Heer Jezus voor zondaren gestorven en heeft Hij over de machten van de duisternis getriomfeerd:

Door Hem hebben wij verlossing en vergeving van zonden ontvangen. (…) Onze schuldbrief, die met zijn geboden tegen ons gericht was, heeft Hij uitgewist en uit ons midden weggenomen en aan zijn kruis genageld. Door zijn lichaam af te leggen heeft Hij de overheden en de machten openlijk te schande gemaakt door zijn Wezen.” (Kolosse 1:14; 2:14,15 EBV)

Als Christus verschijnt8 zal Hij zowel de vijanden op aarde als de vijanden in de onzichtbare wereld (‘de hoogte’) oordelen:

“Op die dag zal het gebeuren dat de Here de legermacht van de hoogte in de hoogte en de koningen van de aardbodem op de aardbodem zal straffen.” (Jesaja 24:21)

Degenen die de Heer Jezus Christus kennen mogen van Hem getuigen. De omstandigheden in de wereld zijn gelukkig voor veel mensen aanleiding om op zoek te gaan naar de echte waarheid. Wij mogen hen de weg wijzen naar het kruis van Golgotha, waar Christus voor ons zondaren gestorven is, en hen smeken zich met God te laten verzoenen.

“Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen.” (2 Korinthe 5:20)

Als je dit leest en nog niet weet door de Heer Jezus verzoend, verlost en gered te zijn dan geldt deze smeekbede ook jou. Neem alsjeblieft de Heer Jezus aan als je Redder, geloof in Zijn offer op het kruis. Zodat je ook God de Vader kunt danken:

“En dankt de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.” (Kolosse1:12-14)


Voetnoten

  1. Dat is de betekenis van Genesis 3:16b. Voor uitleg zie: https://goddienen.nu/over-de-zondeval-en-nederigheid/ ↩︎
  2. Johannes 8:44 ↩︎
  3. Lukas 17:26 ↩︎
  4. Genesis 11:1-9. Zie bijvoorbeeld ook https://goddienen.nu/komt-trump-de-wereld-redden/#aioseo-de-torenbouw-van-babel ↩︎
  5. zegel voor zegel ↩︎
  6. … en ik denk dat deze juist is. Zie deze artikelen: https://goddienen.nu/symboliek-in-openbaring-6/ en https://goddienen.nu/terugkijken-om-vooruit-te-kunnen-zien/. ↩︎
  7. In het Oude Testament komt deze uitdrukking 290 keer voor! En twee keer in het Nieuwe Testament: Romeinen 9:29 en Jakobus 5:4. ↩︎
  8. Openbaring 19:11 ↩︎