Lofoffer het beste voor onze ziel
Opinie
Als christenen een dor geestelijk leven ervaren, lijkt het logisch daar een ‘oplossing’ voor te zoeken. Zo ook in de School voor Spiritualiteit, die „Bijbels mediteren via een onlinecursus” biedt (RD 13-8). De grote vraag is of dit de Bijbelse weg is.
Wie over ”de stilte”, ”het centrerend gebed”, ”het Jezusgebed” of de ”lectio divina” spreekt, snijdt onderwerpen aan die horen bij wat wel de ”contemplatie” genoemd wordt. Ze is kenmerkend voor de Rooms-Katholieke Kerk en het monastieke leven.
In de contemplatie gaat het om het ervaren van God en uiteindelijk de eenwording met God. Het zoeken naar deze ”innerlijke godservaring”, ”het goddelijke binnen in ons”, heeft de contemplatie gemeenschappelijk met heidense religies. Maar de noodzakelijke vraag is wat de bron van deze innerlijke ervaring is.
Niet als de heidenen
De Heere God heeft Zijn volk Israël nadrukkelijk vermaand om niet tot Hem te naderen zoals de heidenen tot hun goden naderen: „U mag tegenover de Heere, uw God, niet doen zoals zij” (Deuteronomium 12:4, 30, 31). Deden ze dat toch, dan zouden ze in werkelijkheid in contact komen met de demonen en die dienen (Deuteronomium 32:17). Dat noemt de Bijbel ”afgoderij”: je meent dat je tot God nadert, maar in werkelijkheid heb je wat Paulus noemt „gemeenschap met de demonen” (1 Korinthe 10:20).
Dit gebeurde bij Israël en in de christelijke gemeente van Korinthe. Ook Johannes waarschuwt ertegen in zijn brieven. Afgoderij is door de hele Bijbel heen een uiterst belangrijk thema, maar blijft in de christenheid helaas nogal onder de radar.
Een ‘oplossing’ voor een dor geestelijk leven vinden we niet in onszelf en we moeten ook niet afgaan op onze eigen behoeften. Ons uitgangspunt moet het hartsverlangen van de Heere God zijn. Als je de Bijbel leest, kom je er uiteindelijk op uit dat Hij zoekt naar mensen die Hem eren en loven voor het werk van Zijn Zoon Jezus Christus aan het kruis van Golgotha!
In het Oude Testament zijn de offers en de priesterdienst noodzakelijke voorwaarden voor de aanwezigheid van de Heere God bij Zijn volk (Exodus 25:8; 29:44-46). De Heere noemt de offers nota bene „Mijn voedsel”. Dat betekent ongetwijfeld dat het voor Hem een soort ‘eerste levensbehoefte’ is.
De Hebreeënbrief maakt duidelijk dat het „zinnebeelden voor de tegenwoordige tijd” zijn (Hebreeën 9:9). Zo verwijzen de offers naar het volmaakte offer van Jezus Christus.
Ieder die de Heere Jezus Christus als Zaligmaker belijdt, is gereinigd door Zijn bloed en geroepen „om de levende God te dienen” (Hebreeën 9:14). Dat is de priesterdienst: „(…) door Hem een lofoffer brengen aan God, namelijk de vrucht van de lippen die Zijn Naam belijden” (Hebreeën 13:15). Petrus noemt de Kerk een geestelijk huis waarin de gelovigen priesters zijn die „geestelijke offers brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus” (1 Petrus 2:5). God gaf Zijn Zoon als Offerlam voor ons zondaren en nu geven wij Hem onze geestelijke offers van lof en dank voor Christus en Zijn verzoeningswerk! Daarvoor hoef je niet gestudeerd te hebben of speciale vaardigheden aan te leren; de dank en lof uit je hart is waar God de Vader naar verlangt (Johannes 4:23).
Het wonderlijke is nu dat het ook voor onze eigen ziel het allerbeste is, wanneer wij de Heere God het grootste geven waar Hij naar verlangt. Er is geen groter goed dan wanneer ons hart zich bezighoudt met Christus Zelf en Zijn offerwerk aan het kruis van Golgotha. Het is door de Heere God Zelf zo bedacht; op die manier komt als het ware Gods heil naar onze ziel toe. Asaf zegt het zo: „Wie dank offert, zal Mij eren; wie [de rechte] weg gaat, zal Ik Gods heil doen zien” (Psalm 50:23).
Twee wegen
De Bijbel toont ons twee wegen. De ene is die van de afgoderij, van het verlangen naar de mystieke godservaringen. De Andere is de Weg zelf is, zonder Wie niemand tot de Vader komt (Johannes 14:9). Iedere christen staat ook voor die keuze, net als destijds het volk Israël, toen Jozua zei: „Kies voor u heden wie u dienen zult (…). Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de Heere dienen!” (Jozua 24:15)
De auteur is gepensioneerd bedrijfseconoom. Hij is redacteur van de site Goddienen.nu.