Ann Voskamp – een open brief (2)

Je boek ‘Duizendmaal dank’ heb ik met een mix aan gevoelens gelezen. Bewondering vanwege de manier waarop je schrijft. Ik kan niet goed onder woorden brengen hoe dat is, maar het is in elk geval bijzonder en boeiend. Naast bewondering was er ook veel herkenning. Een zoektocht naar het échte christenleven, dat herken ik uit mijn eigen leven. Veel van de dingen die je ontdekt hebt, zijn ook voor mij belangrijke ontdekkingen geworden. Maar naast bewondering en herkenning ook verdriet, omdat jouw zoektocht uiteindelijk heeft geleid tot een compleet ander resultaat dan dat mijn zoektocht mij heeft opgeleverd. Jouw invulling en die van mij zijn zelfs tegengesteld.

Dat verdriet is ook de reden dat ik je deze brief schrijf. Voor jou en allen die je boek gelezen hebben. Ik zal proberen de belangrijkste dingen aan de orde te stellen.

Onze historie

Als ik je verhaal lees, krijg ik de indruk dat je bent opgegroeid in een warme gemeenschap van christenen, waar elke week het Avondmaal werd gevierd. Dat herken ik helemaal, want dat was bij ons vroeger ook zo. Op je 16e ben je bekeerd en gedoopt schrijf je in hoofdstuk 8, en geloof het of niet, dat was bij mij ook het geval! Natuurlijk kende ik het evangelie, dat had ik al vele malen gehoord. Maar die ene keer drong de preek van een broeder kennelijk pas echt tot me door: als ik me niet tot God bekeerde, was ik voor altijd verloren!

De zoektocht naar het echte christenleven: waar moet je zijn?

Daarna begint pas de zoektocht hoe je een christelijk leven moet leiden en dan niet alleen maar de buitenkant, maar vooral ook je binnenkant. Voor jou was die zoektocht mogelijk nog lastiger dan voor mij omdat jij in je leven van jongs af aan omstandigheden te verwerken kreeg die je voor de vraag plaatsten of God werkelijk goed was.

Is God echt goed?

Die vraag komt op je af als je kleine zusje door een vrachtauto overreden wordt en blijft daarna in je leven hangen. Je schrijft onder meer[1]:

Hoe kan Hij nu goed zijn terwijl baby’s sterven en huwelijken ontploffen, en dromen wegwaaien als stof in de wind? (…) Jarenlang blijft het antwoord uit. En jaar in jaar uit worden we gevuld met verwijdering. We leven met gebalde vuisten. (…) Als Hij echt diep van mij houdt, waarom onthoudt Hij me dan dat wat mij werkelijk zou vervullen? Waarom dan dat gevoel van afwijzing, van te weinig, van pijn? Wilde Hij dan niet dat ik gelukkig ben?

Over de vraag of God goed is zijn boekenkasten vol geschreven. Maar ook de Bijbel staat er meer dan vol van. Een van de Bijbelboeken waarin misschien wel het meest geworsteld wordt met de vraag of God goed is, is het boek van de Psalmen. Zie bijvoorbeeld wat David in Psalm 13 uitroept: “Hoelang, Heere, zal ik verdriet hebben in mijn hart, dag na dag?” Hij ziet in de omstandigheden niets terug van de goedheid van God. Evenmin ervaart hij het in zijn hart. Integendeel, hij voelt alleen maar verdriet. Toch weet hij dat God goed is en dat Hij daaraan vast moet blijven houden door te vertrouwen, te geloven. Hij zegt het zo:

Ik echter vertrouw op Uw goedertierenheid, mijn hart zal zich verheugen in Uw heil, ik zal voor de Heere zingen, omdat Hij goed voor mij geweest is”.[2]

David kende het heil van God en hij verblijdde zich erin.

Het ‘heil van God’, dat is cruciaal! Het heil, dat is de redding die God bewerkstelligt en aan ons aanbiedt. Voor jou en mij betekent dit dat we de Heer, Jezus Christus kennen als onze persoonlijke Heiland, die voor mij gestorven is op het kruis van Golgotha. Het ‘heil van God’ omvat vooral ook de gevolgen van Zijn werk. Vergeving van zonden, verlossing van schuld en verzoening, rechtvaardiging, eeuwig leven en nog zo veel meer! Je hele leven heb je nodig om in de kennis daarvan te groeien! Een van de belangrijkste gevolgen van het kennen van Christus en Zijn werk is vreugde en lofzang, net als bij David.

Voor mensen die het heil van God kennen is het geen vraag meer of God goed is.

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft[3].

Dat betekent niet dat het leven niet ontzettend moeilijk kan zijn. Maar dit is de grondtoon: ik ga niet verloren, God gaf Zijn enige Zoon voor mij, ik geloof ik Hem en heb eeuwig leven!

In je boek ben ik niet tegengekomen dat je je het ‘heil van God’ persoonlijk hebt ‘toegeëigend’. Dat je weet dat Christus jou heeft gekocht met Zijn kostbaar bloed en dat niets of niemand je uit Zijn hand kan rukken[4].  Paulus roept elke christen op om zichzelf te onderzoeken of hij of zij werkelijk ‘in het geloof is’.[5]

Wie wijst ons de weg?

In je boek schreeuw je het als het ware uit naar je geloofsgenoten in de gemeenschap: wie geeft me de antwoorden op de vragen waarmee ik worstel? Ik begrijp dat er geen mensen in je directe omgeving waren die je de goede weg konden wijzen. Het gaat me door merg en been als je schrijft:

“Maar kan iemand me alsjeblieft een hint geven, kan iemand me vertellen hoe dat moet, leven in de cocon-wachtkamer tot eeuwig begint? (…) Ik tast om me heen. Zoek wanhopig een weg om vandaag te leven in deze vluchtige schemering die leven heet. Hoe kunnen we voluit leven op zo’n manier dat we voluit klaar zijn om te sterven?[6]

Wat is het echte christenleven? Wie verschaft je de sleutels? Kennelijk niemand en daarom ga je verder op zoek.

Je leest veel en dan kom je jammer genoeg terecht bij schrijvers die je – zonder dat je dat in de gaten hebt – verder van huis brengen. Die je een weg op sturen die niet in overeenstemming met de Bijbel is. Ik ga niet verder in op al de schrijvers die je citeert, dat zou te veel afleiden. Maar ik wil proberen je verdere zoektocht te volgen en je bevindingen te toetsen aan de Bijbel.

Eucharisteo

Je ontdekt dat ‘dankzegging’ de sleutel tot het volle christenleven is en als je het zo formuleert kan ik daar helemaal in mee gaan. Voor mij was dat ook een zoektocht: wat is nu toch de kern van het christenleven? Wat is de sleutel van het geheim? En inderdaad: dat is ‘dankzegging’!

We kunnen dezelfde woorden gebruiken en er toch iets geheel anders onder verstaan.

Maar als we het verder gaan invullen dan begrijpen we er beide iets heel anders onder. Bij jou is ‘dankzeggen’ – die je eucharisteo noemt – de toegang tot wat je ‘het wonder’ noemt. Aan het begin van je tocht stel je jezelf de vraag “Zou eucharisteo werkelijk het wonder van gemeenschap met God tot stand kunnen brengen? [7]” Die ‘gemeenschap met God’ is waar je naar verlangt en die je door veel eucharisteo te oefenen uiteindelijk ook op een bijzondere manier kunt ervaren.

Gemeenschap met God?

Je zoekt de ‘gemeenschap met God’ en wilt deze ervaren. Je denkt dat dat kan door de wereld om je heen en schrijft ”de wereld om ons heen (…) zoals die bedoeld is: als een manier om gemeenschap te hebben met God[8]. Jij meent dat je in de wereld om je heen en alles wat je ziet gebeuren God kunt ontmoeten. Als voorbeeld neem ik uit je boek het volgende

  • Nieuwe tandenborstels
  • Het kraken van de eerste vorst
  • Het piepen van een oude schommel
  • De klik van een veiligheidsgordel
  • Warme wollen coltruien
  • De vage geur van vee en stro

Maar de schepping en de wereld om ons heen zijn er niet om ‘gemeenschap met God’ te hebben. In de schepping zijn Gods eeuwige kracht en Goddelijkheid te kennen[9]. Maar Gods hart kennen we alleen maar door Zijn Zoon Jezus Christus.

Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door mij. Als u Mij gekend had, zou u ook Mijn Vader gekend hebben (…)[10].

We kunnen alleen maar weten wat er in Gods hart is voor ons, als we naar Jezus Christus kijken en naar het werk dat Hij volbracht heeft. De Heer Jezus heeft gezegd dat Hij de weg tot de Vader is en dat er geen andere weg is! Gemeenschap met God hebben we alleen als de Heer Jezus Christus voor ons hart de belangrijkste persoon is; want Hij is ook de belangrijkste voor God de Vader! Jezus Christus is het gemeenschappelijk deel voor Gods hart en ons hart! Dat is wat ìk uit de Bijbel geleerd heb en dat betekent ook praktisch alles voor de ‘dankzegging’. Ik kom daar straks verder op terug.

Anders leren zien?

Om God te ontmoeten moeten we volgens jou de wereld om ons heen alleen anders leren zien. Ook in situaties van zonde en chaos zouden we God kunnen ontdekken. Maar om anders te leren zien zijn wel moeilijke en zware oefeningen nodig. Zo schrijf je bijvoorbeeld:

“(…) ook de apostel Johannes fluistert het zo helder, hoe God te vinden in de chaos: ‘Wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd … Immers uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade’ (Johannes 1:14). Dat is de mysterieuze plattegrond van het diepe zien!”[11]

“De praktijk van het dankbaar zijn …. Eucharisteo …. zo oefenen we de nabijheid van God, zo blijven we bij Hem in de buurt, en het is altijd een oefening voor onze ogen. We hoeven de dingen die we zien niet te veranderen. Alleen maar de manier waarop we kijken. (…) Maar als we ons niet bewust inzetten voor deze keiharde oefening in kijken, dan sterven we toch in de dorre woestijn?”[12]

Maar bij Johannes is er niets mysterieus aan het zien. En hij zoekt ook niet God in de chaos, zoals je schrijft. Johannes heeft met Jezus gewandeld, hem gesproken en gezien[13], gewoon met zijn ogen. En in alles wat hij van Hem heeft gezien, de dingen die Hij sprak en wat Hij deed, daaruit heeft hij begrepen Wie Hij was, de eeuwige Zoon van God. Daardoor heeft Johannes ook begrepen Wie God is, de God die niemand zien kan. Hij is de ‘onzichtbare God’[14]. Dit betekent dat we God met onze zintuigen niet kunnen waarnemen, we kunnen Hem niet lichamelijk ervaren. Johannes zegt het zo:

Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard. (…) De Vader, Die mij gezonden heeft (…) U hebt Zijn stem nooit gehoord, en ook Zijn gedaante niet gezien. (…) omdat u Hem niet gelooft Die Hij gezonden heeft.[15].

De Bijbel zegt ons nergens dat we de wereld anders moeten gaan zien om God te ontmoeten. We moeten God leren kennen in Zijn Zoon die Hij heeft gezonden om voor zondaren te sterven. Hem moeten we geloven, zoals ook de geciteerde tekst zegt.

Dit is iets heel anders dan wat je schrijft:

“Als we op de juiste wijze van binnenuit kijken, dat we dan het ware leven buiten in deze wereld winnen … het verloste, volle leven. (…) geloof is altijd een manier van zien, een zoeken van God in alles. En als de ogen lang genoeg staren naar God die zich laat zien in een ding, dan moeten de lippen wel eucharisteo spreken. Zij die waarlijk gered zijn hebben ogen van geloof en lippen van dankzegging. Het geloof zit in het staren van de ziel.”[16]

Je ervaringen

Je beschrijft dat je naar aanleiding van wat je ziet en meemaakt, steeds maar weer ‘eucharisteo’ doet. Dit brengt je dan in een toestand waarin je de wereld om je heen werkelijk anders gaat waarnemen. Hoe dat is beschrijf je bijvoorbeeld als volgt:

  • “(…) de koepel van de zeepbel, kleuren verdiepen, een vuurblauwe vlam schiet naar fel scharlaken. Een caleidoscopische planeet (…) Geel marmert tot donker indigo. Ik zie het. Ik houd het vast. Hier is God aanwezig. (…) heilige ruimte. God die daar in zit. De welving van de zeepbel golft, violet glijdt naar beneden. Dit is geschenk ten volle, God Zelf gevat in een moment. (…) De zeepbel groeit uit tot de koepel van de kathedraal (…). Het is eucharisteo dat het moment welft tot een koepel van genade, een bouwwerk van heiligheid – een plaats voor God. Dank bouwt hier een heiligdom.”[17]
  • “Ik kijk naar de kolibrie, word één met hem, drink het zoete uit het hier en nu”[18]
  • “Het geloof is het staren van de ziel en ik wil binnenkijken. Zodat ik kan binnenkomen. Binnenkomen in God (…)”[19]
  • “Ik mompel eucharisteo-dank tussen de bergen wasgoed en de wereld dijt uit en wordt opgetild en verdiept zich en Gods glorie zwelt aan en ik voel hoe mijn lichaam minder wordt en de ziel groter wordt en hoe vreugde de openvallende ruimte vult.”[20]
  • “Hij is been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees en Hij is van mij en ik ben van Hem en ik wil de verf wel aanraken. Ik wil met mijn vingertoppen langs de olieverf glijden, de kleuren mijn huid laten doordrenken, door mijn aderen laten stromen. Ik wil het schilderij in, Christus in Emmaüs, wil het schilderij in mij. Ik wil in God zijn en God in mij laten zijn, liefde uitwisselen en zegeningen en liefkozingen.”[21]
  • “Wie zou er niet terugschrikken bij de uitnodiging om gemeenschap te oefenen met de oneindige Heiligheid Zelf? (…) Ik kan Hem horen. Hij roept om een antwoord; Hij roept om eenwording. Gemeenschap. (…) Mystieke eenheid. Het hoogste belang. God als echtgenoot in een heilig huwelijk, hecht aaneengesmeed, lichaam en ziel, gevoed door Zijn lichaam (…)”[22]

Ik vind het eerlijk van je dat je gewoon beschrijft wat er gebeurt, hoe je de dingen om je heen waarneemt en wat er innerlijk in je omgaat. Je geeft zelf aan dat je de mystieke eenheid ervaart.

Mystiek: de weg naar God?

De beschrijvingen van je ervaringen laten zien wat er gebeurt: een weg van oefening waardoor je in een staat van hoger bewustzijn terechtkomt. Daarbij verandert je waarneming van de dingen: vormen en kleuren veranderen, het bewustzijn van (je)‘zelf’ verdwijnt en je ervaart ongekende eenheid met de dingen om je heen. Je ervaart een onbeschrijfelijke innerlijke liefde, die je als gemeenschap met God bestempelt.

Je ervaart dit als een werkelijkheid die van een geheel andere orde is dan het leven hierbeneden. Het tilt je boven het gewone leven uit; het is het ‘volle leven’ zoals je dat noemt. Je meent dat je werkelijk God gevonden hebt, de ‘mystieke eenwording’ zoals je die ook bij de middeleeuwse gelovigen gevonden hebt[23].

Je ervaringen zijn reëel en die betwist ik niet. Ook niet hoe je ze omschrijft. Er is eigenlijk maar één vraag belangrijk en dat is: komen je ervaringen werkelijk van God?

Je bent niet de enige!

Je  ervaringen zijn ervaringen die mensen van alle tijden gehad hebben[24]. In alle religies komen spirituele (of mystieke) stromingen voor waarvan blijkt dat ze dezelfde ervaringen nastreven als waarnaar jij gezocht hebt. In hun verslagen van de zoektocht spreken ze dan natuurlijk niet over God en Jezus en citeren ze geen bijbelteksten, maar ze noemen dan hun eigen goden en hun eigen godsdienstige opvattingen. Een van de meest bekende religies is wat dat betreft wel het hindoeïsme, met mindfullness als hedendaagse mystieke variant, als je het zo mag noemen.

Zelfs zonder religie zijn al die ervaringen te beleven. De bekende atheïst en wetenschapper Sam Harris toont dat aan in zijn boek ‘Het huidige moment’[25]. Hij is een fel tegenstander van religie en vooral ook van het christendom. Zijn conclusies over de menselijke geest en het bewustzijn kloppen niet met de Bijbel, maar veel van zijn beschrijvingen geven wel inzicht in de methoden voor en resultaten van een hoger bewustzijn. Ik citeer een paar dingen van de laatste bladzijde van zijn boek; dingen die je wel bekend zullen voorkomen.

Spiritualiteit begint met een verwondering over het alledaagse die ons kan brengen tot inzichten en ervaringen die verre van alledaags zijn. (…) elk actueel moment van bewustzijn is diepgaand. (…) Hoe talrijk je fouten ook zijn, iets in jou is op dit moment puur – en alleen jij kunt dat herkennen. Open je ogen en zie.”[26]

De conclusie is hier dat jouw ervaringen dezelfde zijn als van anderen, niet-christenen of zelfs atheïsten, die hun bewustzijn in een hogere toestand brengen. Jij meent dat je dan God ervaart en gemeenschap met God hebt.

Maar dan doet zich het fenomeen voor dat jij ervaringen van God krijgt en een hindoe van  een of andere hindoegod. Sam Harris ontkent het bestaan van een onzichtbare wereld. Toch heeft hij dezelfde ervaringen en hij verklaart dat omdat hij meent dat dit bij de eigenschappen van de mens hoort. Er zijn hier maar twee mogelijkheden:

  1. Gelijksoortige mystieke ervaringen komen uit verschillende bronnen. Veel christenen die innerlijk God ervaren huldigen deze opvatting; jij kennelijk ook want je meent dat je God zoekt en uiteindelijk gemeenschap met Hem hebt. Als dit niet klopt blijft alleen mogelijkheid 2 over.
  2. Gelijksoortige mystieke ervaringen komen uit dezelfde bron. Dit is de mening van Harris en de bron is dan voor hem de mens zelf, zijn geest en bewustzijn. Dit is zijn enige mogelijke verklaring omdat hij een onzichtbare werkelijkheid ontkent waarin een God en afgoden bestaan.

De Bijbel leert – en hieronder zal ik dat proberen uit te leggen – dat de mystieke ervaringen van dezelfde bron, namelijk satan en zijn demonen, afkomstig zijn.

Tot God naderen – met je verstand

De Bijbel kent een onzichtbare wereld die voor ons mensen normaal gesproken niet waarneembaar is. Daarin zijn God en de engelen, maar ook satan en zijn demonen. We kunnen ze niet zien of waarnemen, maar de bijbel beschrijft het duidelijk.

Verder wordt in de Bijbel beschreven dat de volken die God niet (er)kennen hun eigen goden hebben en die dienen. De God van de Bijbel heeft een volk verlost uit Egypte, met het doel dat ze Hem offers zouden brengen[27]. Ze zouden Hem moeten dienen op een manier die anders was als de manier waarop al de volken hun goden dienden[28]. Om niet in de verleiding te komen moesten ze al de volken die in het land Israel waren uitroeien en in het boek Deuteronomium worden ze daar uitgebreid voor gewaarschuwd.

“Wees op uw hoede (…) dat u niet vraagt naar hun goden, door te zeggen: Zoals deze volken hun goden gediend hebben, zo zal ik het ook doen. U mag ten aanzien van de Heere, uw God, niet doen zoals zij!” (Deuteronomium 12: 4, 30, 31).

Hieruit blijkt zonneklaar dat ze niet tot de Here hun God mogen naderen op dezelfde wijze als de volken die God niet kennen, tot hùn goden naderen en hèn dienen. Welnu, de volken die God niet kennen maken contact met hun goden in de onzichtbare wereld door hun bewustzijn te manipuleren.

Gods volk mocht niet op dezelfde wijze tot God naderen. Als ze dat wel zouden doen, dan zouden ze in contact komen met de afgoden van de volken. Daarom noemt de Bijbel dit ook afgoderij.

Gods volk denkt dat ze God dienen en tot Hem naderen. Dat zeggen ze ook zo. Terwijl ze niet onderkennen dat hun ervaringen van de afgoden (de demonen) afkomstig zijn!

Ook in het Nieuwe Testament waarschuwen de apostelen op meerdere plaatsen tegen afgodendienst. Paulus waarschuwt de christelijke gemeente in Korinthe tegen afgoderij (waarvan ze juist bekeerd waren) door te zeggen ‘dat hij niet wil dat ze gemeenschap met demonen’ hebben[29].

Wij kunnen niet tot de God van de Bijbel naderen en contact met Hem hebben door ons bewustzijn te manipuleren. Doen we dat wel dan ervaren we niet bijzondere dingen van God, maar van de demonen!

Dit is de misleiding die satan ook Eva heeft voorgehouden en wat hij al de eeuwen door en ook nu de mensen voorhoudt. Als je daarvan eet, “zullen je ogen geopend worden en zul je als God zijn”.[30]

God wijst een weg aan waarlangs we Hem kunnen leren kennen en dat is de ‘weg van het verstand’, zoals staat in Spreuken 21:16: “De mens die van de weg van het verstand afdwaalt, zal in gezelschap van de gestorvenen (= geesten, schimmen) rusten”. Als je de weg van het verstand niet meer volgt, dan kom je terecht in de onzichtbare wereld van de geesten. De apostel Johannes zegt het zo:

“Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven. Lieve kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden[31]

De Bijbel is dus niet onduidelijk. We moeten met ons verstand, dus met ons normale bewustzijn, tot God naderen en we mogen dat niet doen op de manier waarop de volken tot hun goden naderen. Dus niet ons bewustzijn manipuleren om de onzichtbare wereld te ervaren.

Tot God naderen – als priesters met offers van lof en dank

God wilde bij Zijn volk wonen. Eerst in de tabernakel en later in de tempel in Jeruzalem. Maar dat was alleen maar mogelijk als ze de offerdiensten zouden houden zoals God die ingesteld had[32]. De brief aan de Hebreeën maakt (bijvoorbeeld in hoofdstuk 9) duidelijk dat de offerdienst in het Oude Testament een beeld is van het volmaakte offer van Christus dat komen zou.

Christenen zijn geroepen om God de Vader en Jezus Christus ‘offers van lof en dank’[33] te brengen. Daarom heeft Hij ons tot een volk van priesters[34] gemaakt, tot mensen die weten wat Christus op het kruis van Golgotha voor hen gedaan heeft en daarvoor dankzeggen.

Natuurlijk mogen we God danken voor alle goede gaven die Hij ons geeft en de Bijbel roept ons daartoe ook op. Maar het grootste dat we God kunnen geven is lof en dank voor het kruiswerk van Christus. God de Vader zoekt zelfs aanbidders die Hem aanbidden in geest en waarheid[35].

Beste Ann, jij ontdekt dat dankzegging de sleutel is voor het volle leven. Dat klopt, maar niet op de manier waarop jij het invult. De Heer Jezus heeft zelf gezegd dat we niet tot God kunnen naderen dan alleen door Hem: Hij is de weg tot de Vader. “Niemand komt tot de Vader dan door Mij[36].

Christus de Gekruisigde

De grote vraag in ons leven is: ‘wie is de Heer Jezus Christus voor mij’? Heb ik om te beginnen mij tot God bekeerd en de Heer Jezus aangenomen als mijn Verlosser die voor mij is gestorven en mijn schuld heeft betaald? Realiseer ik me elke dag dat ik zonder Hem verloren was en dank ik Hem voor de verlossing die Hij tot stand gebracht heeft? Hij verlangt er naar dat we net als de genezen melaatse man tot Hem komen om Hem te danken en God te aanbidden[37].

Ik heb ontdekt dat ik dat dagelijks heel bewust moet doen: Hem danken en eren voor Zijn werk op Golgotha. Met ‘bewust’ bedoel ik dan niet ‘een hoger bewustzijn’, maar met het volle verstand en het normale bewustzijn. Ik heb moeten ontdekken dat Gods Geest dan ook gevoelens in mijn hart voor Christus opwekt.

Dat is het geheim dat ik bezig ben te ontdekken. Dat dit de kern van het christelijke leven is: dankzegging voor het kruiswerk van Christus! Het is een geheim dat elke gelovige moet ontdekken. Paulus noemt het onder meer ‘het geheimenis van Christus[38]. De Heer Jezus is voor mij gestorven, daarmee begint het. Maar het vervolg is en blijft om Hem daarom te blijven liefhebben en dankzeggen. Dat is het volle leven, “het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt[39].

Je schrijft zelf ook ergens over Psalm 50:23: “Wie dank offert, zal Mij eren en baant de weg dat Ik hem Gods heil doe zien”. Als we Christus danken, eren we Hem en dat is de weg waarop we ook steeds meer van het heil van God zullen zien. We zullen God onze Vader en Zijn Zoon, onze Heer Jezus steeds beter leren kennen en we zullen steeds meer – alhoewel altijd onvolkomen – van het geweldige heilsplan van God begrijpen. Totdat we bij Hem zijn!

Ben je in het geloof?

Beste Ann, ik hoop en bid dat je begrijpt dat de Bijbel zegt dat jouw ervaringen niet van God zijn. Je hebt geschreven dat je je bekeerd hebt toen je 16 was. Aan de Korinthiërs die zich ook met afgoderij bezig hielden, doet Paulus de oproep om zichzelf te onderzoeken of ze ‘in het geloof waren’[40].

Diezelfde oproep zou ik ook aan jou willen doen: onderzoek jezelf of je werkelijk het echte geloof in de Heer Jezus Christus hebt! Weet je dat je een verloren zondaar bent die zonder Christus voor eeuwig verloren is? Weet je dat Jezus Christus voor jou persoonlijk gestorven is om je vrij te kopen en tot Zijn eigendom te maken? Als dat niet zo is, belijdt dan je schuld en je verlorenheid en neem Christus aan als je Heiland en Heer. Bekeer je alsjeblieft van de weg die je nu gaat en ga terug naar het kruis van Golgotha. Begin opnieuw met Christus de Gekruisigde en dank Hem elke dag voor dat grote werk!

Ik bid je dit van harte toe.

Jezus, U bent nu mijn leven,
Jezus, U ging in de dood,
U hebt zich voor mij gegeven,
Zelf U off’rend voor mijn nood;
opdat ik niet redd’loos sterven,
maar Uw heerlijkheid zou erven.
Voor dit heil aan mij geschied,
prijs ‘k U eeuwig in mijn lied.

U, o Jezus, hebt gedragen
lasteringen, spot en hoon,
bent gebonden en geslagen,
U, des Vaders eigen Zoon,
om van schuld en eeuwig lijden
mij, verloor’ne, te bevrijden,
duizend, duizendmaal, o Heer,
zij U daarvoor dank en eer!

Heer, Verzoener van mijn zonden,
Heiland, Die mij hebt gezocht,
die mijn boeien hebt ontbonden,
hebt voor God mij vrijgekocht.
Ik, onrein in schuld verloren,
ben opnieuw in U geboren:
duizend, duizendmaal, o Heer,
zij U daarvoor dank en eer!

Dank, mijn Heiland voor Uw lijden,
voor Uw bitt’re, bange nood,
voor Uw heilig, biddend strijden,
voor Uw trouw tot in de dood,
voor de wonden, U geslagen,
voor het kruis, door U gedragen;
duizend, duizendmaal, o Heer,
zij U daarvoor dank en eer!

Geestelijke Liederen, 296 (uitgave 2016)

Hier de Engelse versie van deze open brief.


[1] Pagina 10-13

[2] Psalm 13:6

[3] Johannes 3:16

[4] Johannes 10:28 “En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken”

[5] 2 Korinthe 13:5

[6] Pagina 28

[7] Pagina 34

[8] Pagina 14

[9] Romeinen 1:20

[10] Johannes 14:6,7

[11] Pagina 132

[12] Pagina 138,139

[13] Zie ook 1 Johannes 1:1-3

[14] Zie bijv. Exodus 33:20; 1 Timotheüs 6:16, Kolosse 1:15; Hebreeën 11:27

[15] Johannes 1:18 en 5:37,38

[16] Pagina 117

[17] Pagina 71

[18] Pagina 81

[19] Pagina 122

[20] Pagina 172

[21] Pagina 223

[22] Pagina 217, 218,219

[23] Pagina 215

[24] Zie bijv. ook https://nl.wikipedia.org/wiki/Mystiek

[25] Uitgeverij Nieuwezijds, oorspronkelijke titel: ‘Waking Up – Science, Skepticism, Spirituality’, 2014

[26] Uit ‘Het huidige moment. Spiritualiteit zonder religie’, pagina 196

[27] Bijvoorbeeld Exodus 5:3

[28] Zie het boek Leviticus

[29] Zie 1 Korinthe 10:20

[30] Genesis 3:5

[31] 1 Johannes 5:20-21

[32] Zie bijv het boek Leviticus

[33] Zie bijv. Hebreeën 13:15, Kolosse 2:7; Efeze 5:4; Filippi 4:6

[34] 1 Petrus 2:5,9

[35] Johannes 4:23

[36] Johannes 14:6

[37] Lukas 17:15-18

[38] Efeze 3:4

[39] Johannes 17:3

[40] 2 Korinthe 13:5