Christen tussen jood en heiden

Wordt een mens behouden door geloof alleen, of moet er nog iets bij? Dat was de vraag die in Jeruzalem besproken wordt tijdens ‘de eerste kerkvergadering’. Daar wordt vastgesteld wat de gemeente van God onderscheidt van enerzijds de joden en anderzijds de heidenen. Het korte briefje vanuit Jeruzalem naar Antiochië bevatte vier dingen die de gelovigen achter zich moesten laten. Joodse wetten en rituelen, alles wat met afgoderij te maken had, alle heidense vormen van de seksualiteit en een heidense leefwijze. Het zijn de dingen die destructief zijn voor een levend geloof waarin de Heer Jezus Christus centraal staat.
Die bedreigingen waren er vanaf het begin en de brieven van de apostelen in het Nieuwe Testament gaan er allemaal over. De heerlijkheid van de Heer Jezus en het Evangelie van God en wat de bedreigingen zijn die dat aan de gelovigen kunnen ontnemen. Ook zeker vandaag de dag nog.

Het viel me laatst op hoe bijzonder de eerste ‘kerkvergadering’ uit Handelingen 15 eigenlijk is. Zeker is dat er veel meer over te zeggen is dan ik in deze korte schets kan doen.

Antiochië is een nieuwe gemeente waar mensen uit het jodendom en uit het heidendom tot geloof zijn gekomen. Maar de ‘voormalige Farizeeën’ leerden dat de gelovigen uit de heidenen besneden moesten worden en de wet moesten houden. Zonder dat zouden ze zelfs niet behouden kunnen worden, zeiden ze (Handelingen 15:1,5). Dat was nogal een dreigement!

Maar het was zo ontzettend fout, dat Paulus en Barnabas dit tot het uiterste hebben bestreden, niet alleen in Antiochië, maar tot in Jeruzalem toe. Petrus houdt daar een toespraak en sluit af met: “Wij geloven door de genade van de Heere Jezus Christus op dezelfde wijze zalig te worden als zij” (15:11).
Dat is een interessante uitspraak, want hij draait de uitspraak van de ‘voormalige Farizeeën’ om. Petrus zegt dat mensen uit de joden behouden worden op dezelfde wijze als de mensen uit de heidenen; namelijk door geloof alleen. Dat is dan ook het enige criterium op grond waarvan iemand bij Christus hoort en deel uitmaakt van de gemeente.

Maar daarmee is nog niet alles gezegd, want ook de gelovigen uit de heidenen krijgen nog een boodschap mee. Ze moeten bepaalde gebruiken en opvattingen die ze als ‘heiden’ gewend waren, achter zich laten.
Jakobus houdt daarom nog een rede waarin hij de gelovigen uit de heidenen vraagt – of wellicht beter: opdraagt – om de dingen uit hun oude leven ver achter zich te laten. Het ging om de dingen die te maken hebben met afgoderij, hoererij en het nuttigen van niet-geslachte dieren en van bloed.

Wat de jood achter zich moet laten

Het idee ‘doet dit en u zult leven’ zit er bij de joden zo diep ingebakken dat ze dat maar moeilijk los kunnen laten. Je moet je aan de wet, de regels houden zodat je het eeuwige leven verdient. Maar daarvoor had God de wet niet gegeven. Immers, ze moesten daardoor tot het besef komen dat een mens op geen enkele manier aan Gods normen kan voldoen en zelf niets kan toevoegen aan zijn eeuwig heil. Maar door de wet moesten ze dat ontdekken om dan in geloof hun toevlucht nemen tot de Here. Dan zouden ze ontdekken dat de Here goedertieren is en ze in geloof met Hem mochten leven, zeker van het heil dat de Here God hen zou doen toekomen.
(Lees ook hier over het geloof van de oudtestamentische gelovigen). 

Petrus had die dingen van de Here Zelf al geleerd (Handelingen 10 en 11). In Jeruzalem getuigt hij daarvan : ‘Zo heeft God dus ook aan de heidenen de bekering gegeven die tot het leven leidt’ (Handelingen 11:18).

Regels voor de eenheid?

Toch zit hier ook nog een ander aspect aan en dat is dat ‘regels’ – ook wanneer die door God Zelf gesteld zijn – altijd scheiding maken. Alle christelijke denominaties hanteren regels en opvattingen, al of niet op schrift gesteld en al of niet op basis van Bijbelse gegevens, om te bepalen wie wel en wie niet bij de gemeenschap behoren. Het is heel erg begrijpelijk en er zijn allerlei argumenten voor aan te dragen. Maar dat is wel menselijk bedenkwerk. Want het hanteren van regels of normen – hoe bijbels het ook mag klinken – doet nu net waarvoor het niet bedoeld is. Het verdeelt de gelovigen en belemmert juist eenheid die er zou moeten zijn.
Daarnaast betekenen regels of verplichtingen voor de gelovigen dat ze deze opvolgen ‘omdat het moet’. Het gevolg is dat het geloof gaat afhangen van de mate waarin men de regels opvolgt. Maar ondertussen wordt het echte geloofsleven daardoor verstikt. Terwijl het juist Gods bedoeling is dat we in de omgang met Hem en Zijn Woord door Hemzelf onderwezen worden en groeien in de kennis van Hem.

De gemeente is dus een gemeenschap waar ieder een levend geloof, een levende relatie met de Heer Jezus, heeft. Datzelfde nieuwe leven – Christus Zelf – waarin de Geest van God werkzaam is, bindt de gelovigen samen. Die Geest brengt vrucht voort die op geen enkele wijze door wet, plicht of voorschrift tot stand kan worden gebracht (Galaten 5:22-23).

Vanaf het begin was dit een duidelijk principe: er zijn geen vaste regels of voorwaarden om bij de gemeente van God te horen. Dat was ook niet wat de gelovigen samenbond. Alleen een levend geloof was nodig.

Hoe herken je dan je broeders en zusters?

Het is belangrijk om na te gaan hoe de eenheid van de gelovigen in de eerste christelijke gemeenschappen tot stand is gekomen. Hoe herken je de ander, die zegt te geloven, terwijl hij of zij uit een hele andere achtergrond komt dan jij? De eerste christenen hadden er ook moeite mee en daarom zijn deze geschiedenissen zo waardevol, omdat ze ons iets laten zien van hoe ze elkaar destijds herkenden.  

Wat in de hoofdstukken 1 tot en met 14 van het boek Handelingen opvalt is dat steeds het Woord van God, het Evangelie, gepredikt wordt. Dat is steeds het eerste: mensen worden opgeroepen om zich tot God te bekeren en in de Heer Jezus Christus te geloven. Want dat is de enige manier om ‘zalig’ te worden, vergeving van je zonden te krijgen en zekerheid van het eeuwige heil. Degenen die zich bekeerden ontvingen de Heilige Geest, zowel jood als heiden. Dat was zichtbaar in wat ze deden: ze maakten God groot en vertelden wat Hij aan hen gedaan had. Daarbij was er grote blijdschap bij hen die gelovig waren geworden.

Je zou kunnen zeggen dat de kring van de eerste gelovigen wordt gekenmerkt door:

  • … de vergeving van zonden die ze hebben ontvangen door geloof in Christus Jezus,
  • … waarvan ze getuigenis geven,
  • … hun geloof dat gevestigd is op het Woord van God,
  • … de Heilige Geest die ze ontvangen hebben als zegel van Godswege,
  • … waardoor ze God grootmaken en de Heer Jezus eren
  • … en blijdschap hun geloof kenmerkt.
  • … liefde en zorg voor anderen, vooral voor hun geloofsgenoten dichtbij of ver weg.

Vanaf het begin zijn dit de kenmerken geweest en dat is in al de eeuwen daarna niet veranderd. Het is het nieuwe, geestelijke leven dat in de gelovigen aanwezig is en waardoor ze elkaar herkennen als kinderen van God, als broeders en zusters van dezelfde familie van God.
 (Zie hiervoor ook hier over de kenmerken van de wedergeboorte.)

Je kunt dit ook anders zeggen: de gelovigen hebben Christus de Gekruisigde leren kennen als middelpunt en hoofdzaak van hun persoonlijke leven en onderkennen dat Hij ook het centrum is van hun gemeenschappelijke leven. In de christelijke gemeente draait het om Hem alleen.

Wat de heiden achter zich moet laten

Maar dat betekent niet dat in de gemeente ‘alles maar kan’. Wanneer een heiden – bijvoorbeeld een Griek– tot geloof in Christus komt, behoort hij vanaf dat moment tot de gemeente van de Heer Jezus Christus. Maar ook hij moet zich realiseren dat hij vanuit het heidendom niets mee mag nemen in zijn nieuwe leven en in de christelijke gemeente.
In de bijeenkomst in Jeruzalem wordt op initiatief van Jakobus gesteld dat de gelovigen uit de heidenen zich moeten onthouden van ‘de afgodenoffers, het eten van bloed en van het verstikte, als ook de hoererij’ (Handelingen 15:29).

Maar het is niet de eerste keer dat de Bijbel over deze onderwerpen spreekt. Want dezelfde thema’s heeft de Here ook aan Zijn volk Israël voorgehouden. In Leviticus 17 en 18 heeft Hij hen heel nadrukkelijk geïnstrueerd om zich ver te houden van deze dingen.

  • Om te beginnen in Leviticus 17:1-9, waar het gaat over de afgoderij. Het volk mocht God offers brengen – ze waren zelfs in ditzelfde Bijbelboek voorgeschreven, maar het mocht niet op een heidense manier, zodat ze gemeenschap zouden hebben met demonen (vers 7).
  • Daarna komt in hoofdstuk 17:10-16 het verbod om bloed te eten, ook niet van een gevangen  dier, waaruit het bloed niet was weggelopen.
  • Tenslotte spreekt in Leviticus 18 de Here tot het volk Israel dat ze de seksuele praktijken van de heidenen (Egypte en Kanaän) niet mogen overnemen. ‘U mag uzelf niet verontreinigen met al die dingen, want de heidenvolken die Ik vóór u uit ga verdrijven, hebben zich met al die dingen verontreinigd.” (Leviticus 18:3 en 24).

We zien dat hier in Handelingen 15 de gelovigen uit de heidenen opgeroepen worden zich van precies dezelfde dingen ver te houden. Kennelijk was het zo dat de gelovigen uit de joden deze dingen al wisten en ze mee namen in hun christenleven.

Wat is de betekenis voor de christen anno nu?

Te vrezen valt dat deze dingen de tegenwoordige christenen niet zoveel meer zeggen. Vroeger heb ik geleerd – en lang gedacht – dat afgoderij die dingen zijn ‘die tussen jou en God instaan’ en dat je onthouden van bloed betekende dat we ‘geen bloedworst mogen eten’. Nu denk ik dat dit op zich geen verkeerde opvattingen zijn, maar het laat veel van wat werkelijk bedoeld is onder de radar verdwijnen.

Want het zijn dingen waar zowel het volk van Israël, als ook de gemeente van Christus zich ver van moesten houden. Dan zijn het ‘geen kleine dingetjes’ om het zo maar eens te zeggen. Het zijn de dingen waarmee satan, Gods tegenstrever, Gods volk in alle tijden kennelijk wil misleiden en ze van de Here God aftrekt. Daarom is het absoluut noodzakelijk om te ontdekken wat deze dingen betekenen, ook voor de gelovigen anno 2023.
Hieronder volgen we de volgorde zoals die in Handelingen 15:20 genoemd wordt.

  • De dingen die door de afgoden besmet zijn
    Alles wat met de afgodendienst te maken heeft, was voor Gods volk verwerpelijk. Onze God wil gediend worden en we mogen tot Hem naderen. Maar slechts op de manier waarop Hij dat Zelf in Zijn Woord duidelijk maakt. Onze God is de Onzichtbare en van alle tijden moet de gelovige zich in geloof tot God richten. In geloof, niet in ‘aanschouwen’ want we kunnen Hem met onze zintuigen niet waarnemen. Wij mensen kunnen Hem op geen enkele manier lichamelijk ervaren.
    Wanneer de meeste christenen tegenwoordig menen dat ze God kunnen ervaren, hebben ze niet in de gaten dat hun ervaringen van demonen afkomstig zijn. Het is wat de bijbel afgoderij noemt, het meest ernstige kwaad waarvoor Gods toorn over je komt.
    Van alles wat met afgoderij te maken heeft moeten we ver weg blijven; dat gold voor Israel en het geldt nog steeds, ook voor de gemeente van God.
    Deze opvatting is op deze site uitgebreid gedocumenteerd. (Zie elders op deze site bijvoorbeeld hier en hier  https://goddienen.nu/afgoden-dienen/afgoden-dienen/   ,   https://goddienen.nu/afgoden-dienen/afgoderij-in-de-christenheid/).

    Afgoderij heeft meerdere kwalijke gevolgen en een daarvan is dat het onderscheid tussen goed en kwaad vervaagt en de moraliteit verdwijnt. Uiteindelijk wordt het kwade goed genoemd en het goede kwaad; de omkering van Gods normen.
  • Ontucht
    Nauw verbonden aan de afgoderij is de seksuele bandeloosheid. De Here God heeft de seksualiteit bedoeld als gave voor man en vrouw in een levenslange relatie van het huwelijk. Maar mensen die de afgoden dienen (er)kennen de door God gegeven grenzen niet. Ook wanneer het volk Israël in afgoderij verviel, had dat direct gevolgen voor een toename van de zedeloosheid. In alle tijden is dat het geval tot in onze tijd toe, ook in de christenheid.
    Het woord dat in Handelingen 15:20 gebruikt wordt is porneia, waarmee alle onwettige seksuele omgang aangeduid is. Daarom meen ik dat we rustig mogen zeggen dat hiermee alle seksuele omgang buiten het huwelijk tussen man en vrouw wordt bedoeld.
    Voor velen in onze tijd is dit een harde boodschap. Toch is de boodschap die de apostelen naar Antiochië sturen glashelder en precies in lijn met wat de Here in Leviticus tegen Zijn volk Israël had gezegd. Concreet betekent het dat een gelovige weet wat Gods opvattingen over het huwelijk en seksualiteit zijn en zal zijn of haar leven daardoor gekenmerkt worden.
  • Het verstikte en het bloed
    Met het verstikte en het bloed ligt het wellicht wat lastiger. Althans, ik doe een poging om te begrijpen waar het hier over gaat en doe daarvoor een paar suggesties.
    Voor het volk Israël was het het eten van bloed en het verstikte verboden (zie Leviticus 17:10-16). Kennelijk waren dit dingen die in de heidenwereld doodnormaal waren. De Here zegt er in vers 11 en 14 dit over:

    Want het leven van het vlees is in het bloed, en Ik heb dat Zelf voor u op het altaar gegeven om voor uw leven verzoening te doen. Want het is het bloed dat door middel van het leven verzoening bewerkt. (…) Want het is het leven van alle vlees. Hun bloed staat voor hun leven.”

    De Here verwijst hiermee ongetwijfeld naar Leviticus 16, het voorgaande hoofdstuk. Het jaarlijkse ritueel van de Grote Verzoendag had tot doel dat het volk van God zich ieder jaar  opnieuw zou realiseren dat verzoening nodig was. Iets waar ze zelf niets aan konden bijdragen: ‘een dag van volledige rust, opdat u uzelf verootmoedigt’ (Leviticus 16:31). Het niet eten van het verstikte en het bloed moest hen er steeds – bij wijze van spreken dagelijks – aan herinneren dat ze hun leven aan de Here te danken hadden. Het zou hen bewaren voor een levenswandel die de Here onwaardig was.

    Zo zullen ook wij ons bewust zijn van het grote – eenmalige – verzoeningswerk van onze Heiland en Heer. We leven ons leven met Hem in het bewustzijn van de genade die ons bewezen is. We leven niet voor onszelf, maar voor Hem en ‘door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven’ (Galaten 2:20). Ons leven wordt niet meer gekenmerkt door ‘de wil van de heidenen’ maar door ‘de wil van God (1 Petrus 4:2-3). Ons leven wordt niet meer gekarakteriseerd door de dingen van de wereld: ‘de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven’ (1 Johannes 2:16).

    Kort gezegd: een gelovige die een levende relatie met de Heer Jezus heeft zal een levensstijl hebben die daarmee in overeenstemming is en waardoor ‘God in alles verheerlijkt wordt door Jezus Christus’ (1 Petrus 4:11). Hij heeft de levensstijl van de wereld achter zich laten.

De heerlijkheid van Christus

In Handelingen 15 zien we dat de gemeente van Jezus Christus bestaat uit gelovigen, die zowel uit de joden als uit de heidenen afkomstig zijn. God maakt geen onderscheid tussen hen want ze hebben hetzelfde zaligmakende geloof en van God dezelfde Heilige Geest ontvangen. Bovendien zijn door het geloof hun harten gereinigd, zodat ieder een persoonlijke omgang met de Here kan hebben en de genade van de Heer Jezus Christus in het leven zal ervaren (lees Handelingen 15:8,9,11).

Dat is de kern van het christenleven; dat is waar het steeds om moet gaan. Dat is ook waar God de Vader en onze Heer Jezus Christus het meest door verheerlijkt worden. Zoals de Heer het gezegd heeft: “dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt” (Johannes 17:3).

Hoe passend is dat de Heer Jezus in datzelfde gebed het volgende zegt over de eenheid van degenen die Hem toebehoren:

“En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt. En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn; Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad” (Johannes 17:20-23).

Alleen Christus heerlijkheid is het wat de eenheid van Gods kinderen uit maakt.

Het is vanzelfsprekend dat satan daar zijn pijlen op richt om de gemeente van God uiteindelijk te vernietigen. De apostelen hebben die bedreigingen onderkent en de startende gemeente meegegeven zich hier ver van te houden:

  • geen verplichtingen of rituelen aan de gelovigen opleggen
  • tevens zich onthouden van de dingen die te maken hadden met afgoderij, de zedeloosheid en de heidense levensstijl.

De bijzondere eenheid van de Bijbel

Wanneer je het 15e hoofdstuk van Handelingen leest kun je je afvragen of zo’n kort briefje nu voldoende was voor de gemeente van Christus. Natuurlijk hebben de apostelen overal het evangelie gepredikt, gemeenten gesticht en onderwezen. Samen met andere gelovigen zoals Judas en Silas in Antiochië.

De ‘opdracht’ vanuit Jeruzalem
wordt uitgewerkt en toegelicht in
alle brieven van het Nieuwe Testament.
ze gaan over
de heerlijkheid van Christus en het Evangelie,
de gevaren van wetticisme,
van afgoderij, zedeloosheid en de heidense levensstijl.

Gelukkig hebben we het onderwijs van de apostelen in de brieven van het Nieuwe Testament. Het viel me pas recent op dat al die brieven perfect in lijn zijn met het onderwijs van Handelingen 15. In alle brieven samen worden we onderwezen over het Evangelie en de heerlijkheid van Christus, over het niet invoeren van ‘de wet’ en over het vermijden van heidense invloeden.
Wat dat betreft zijn de brieven van het Nieuwe Testament de perfecte toevoeging op de brief van de gezamenlijke apostelen uit Jeruzalem. In de brieven worden al deze dingen uitgewerkt en toegelicht. Ik denk dat je rustig mag zeggen dat ze met elkaar de ‘leer van de apostelen’ (Handelingen 2: 42) vormen die in het begin nog slechts mondeling, maar later schriftelijk werd onderwezen. 

Hoe volmaakt is het Woord van God. Het zal ons toch tot bewondering brengen als we ook in dit eenvoudige blogje weer iets mogen zien hoe Gods gedachten nog steeds dezelfde zijn. Datgene wat Israël bedreigde, bedreigt ook de gemeente, wordt door de apostelen concreet benoemd 2000 jaar geleden, daarna door hen op meerdere manieren verwoord en beslaat nu het grootste gedeelte van het Nieuwe Testament!

Wie durft er nog te zeggen dat de Bijbel niet het Woord van de Ene ware God is?

Gerelateerde artikelen
Wat de Bijbel afgoderij noemt – https://goddienen.nu/afgoden-dienen/afgoden-dienen/
De gevolgen van afgoderij voor de ziel van de mens – https://goddienen.nu/gevolgen-voor-de-ziel/
Afgoderij in de christenheid – https://goddienen.nu/afgoden-dienen/afgoderij-in-de-christenheid/
Wat de Here God het liefste wil – https://goddienen.nu/god-dienen/
De kern van het christenleven – https://goddienen.nu/god-dienen/de-kern-van-je-christenleven/
De gemeente is geen menselijk bouwwerk – https://goddienen.nu/god-dienen/over-de-christelijke-kerk/een-dwaze-kerk/
Over de leer van de apostelen – https://goddienen.nu/god-dienen/over-de-christelijke-kerk/een-dwaze-kerk/de-leer-van-de-apostelen/