Corona-pastoraat

We leven in de tijd van het corona-virus en ondergaan daarvan allemaal de gevolgen. En niet alleen wij, maar de hele wereld. Een van de gevolgen is eenzaamheid, niet alleen als je gedwongen thuis zit, maar ook en vooral de ouderen die in verpleeg- en verzorgingshuizen zijn ‘opgesloten’ en geen bezoek van dierbaren mogen ontvangen.

Een balconbezoekje

We lazen onlangs Psalm 142 en die is toch wel heel toepasselijk in de huidige omstandigheden.

David wordt achterna gezeten door Saul en bevindt zich in de grot (Psalm 57 en 1 Samuel 22:1). Hij kan geen kant uit, behalve dat hij tot de Here kan gaan. Dat is het enige dat hij kan doen: de Here om uitredding smeken (vers 2,3) en om bevrijding van zijn vervolgers (vers 4,6).
In het vierde vers lezen we hoe David weet dat er een onzichtbaar gevaar dreigt, overal waar hij gaat kan het toeslaan en hem treffen. Maar hij getuigt er ook van dat de Here ‘zijn pad kent’.

Toen mijn geest in mij bezweek, kende Ú mijn pad.
Zij hebben een strik voor mij verborgen op de weg die ik gaan zou.

Dat is een grote troost: te weten dat de Here je pad kent. Hij weet immers waar de gevaren loeren op de weg die je te gaan hebt.
De Here zorgt voor je, en toch kun je soms nog iets missen.

Pastoraat

Daarvan spreekt de psalmist in het vijfde vers.

Ik keek aan mijn rechterhand en zie, er was niemand die naar mij omzag;
voor mij was de mogelijkheid tot ontvluchten verloren, niemand zorgde voor mijn ziel.

David heeft behoefte aan iemand die aandacht voor hem heeft en begrijpt wat er in hem omgaat. Iemand die ‘voor zijn ziel kon zorgen’ en weet wat hij nodig heeft. Je zou kunnen zeggen dat hij er naar verlangt om met iemand een ‘pastoraal gesprek’ te voeren zodat zijn ziel bemoedigd wordt. Maar zo iemand was er niet en hij kon er ook niet op uit om zelf zo iemand op te zoeken.

Gevangen in de omstandigheden, zonder iemand in de buurt met wie je over de Heer Jezus kunt spreken. Want dat is het waarin het in een pastoraal gesprek over gaat: over Christus, Wie Hij is en Wie Hij voor ons wil zijn. Met als doel dat we zoals Paulus dat noemt ‘volmaakt gesteld zouden worden in Christus Jezus’ (Kolossenzen 1:28) en ‘onze geest verkwikt wordt’ (1 Korinthe 16:18). Opdat in ons leven steeds meer waar wordt dat de Heer Jezus Christus ons alles is.

Gelukkig hebben we in onze ‘corona-gevangenis’ nog wel de mogelijkheid om elkaar te bellen en op die manier contact en gesprekken te hebben. Het is goed te merken dat we veel meer telefoongesprekken hebben dan voorheen.

Tot U roep ik, Here

Maar als je zoals David niet van een mobieltje gebruik kunt maken voor een goed gesprek, dan blijf je toch maar alleen. Maar David wist gelukkig wel bij Wie hij het zoeken moest. In vers 6 roept hij het uit naar de Here en zegt:

U bent mijn toevlucht, mijn deel in het land der levenden’ (Psalm 142:6)

David wist dat zolang hij leefde de Here de enige was op wie hij kon bouwen, de enige tot Wie hij de toevlucht kon nemen. De enige bij Wie hij veilig was en die een omkeer kon brengen in zijn omstandigheden.

Want U bent goed voor mij

Uit het laatste vers van de Psalm blijkt dat David er naar verlangt om samen te zijn met ‘de rechtvaardigen’ om de Here te loven. Daarom vraagt hij ook of de Here hem uit de gevangenis wil verlossen. Hij vertrouwt erop dat de Here dat doen zal, om ‘Hij goed voor hem is’.

Leid mijn ziel uit de gevangenis om Uw Naam te loven;
de rechtvaardigen zullen mij omringen, want U bent goed voor mij.”

Psalm 142:8

Wat moet je daar nog van zeggen?
Als we ons in onze omstandigheden gevangen voelen en gescheiden zijn van hen die ons dierbaar zijn, dan mogen we de Here bidden om uitredding. Het is trouwens wel opmerkelijk dat de psalmist vraag om uitredding van zijn ziel, niet zijn lichaam. Als zijn ziel vrij is van de omstandigheden, kan hij de Naam van de Here loven. Dat kunnen we doen, altijd, ongeacht de omstandigheden en ook als je alleen bent.

Dat je dan uitziet naar de tijd dat je samen met alle rechtvaardigen dat zult doen is niet meer dan logisch. De Here loven doet je ook verlangen naar de hemel, wanneer we bij de Heer Jezus zullen zijn en we Hem met alle heiligen samen zullen aanbidden en verheerlijken! 

Dan mag je opnieuw het overweldigende besef ervaren, dat de Here goed voor je is. Nu en tot in eeuwigheid!

“Want U bent goed voor mij”