Een stervende cultuur

Dit blogje is gemaakt naar aanleiding van een uiteenzetting van John Barnett over de kenmerken van wat hij noemde, ‘een stervende cultuur’ (zie hier). Wat God in Jesaja 5 gezegd heeft over Israel (vanaf vers 8) past hij ook toe op Amerika.
Zelf wil ik het toepassen op de cultuur van de hele westerse wereld, de wereld waarin wij leven. Daarbij nemen we ook de dingen mee die we al eerder gezien hebben over ‘afgoderij’, de gemeenschap die mensen hebben met demonen. Want daarover spreekt Jesaja 5 ook. Neem voor jezelf dit hoofdstuk in je Bijbel er bij om te lezen hoe het er precies staat.

Absurde rijkdom (5:8)

Het volk van God is Zijn wijngaard (zie Jesaja 5:1-7) en zou vruchten voor Hem moeten voortbrengen. Maar in plaats daarvan wordt alles volgebouwd. Huis aan huis en veld aan veld. Mensen hebben niet genoeg en stapelen bezit op bezit. Alles voor zichzelf. Dit absurde materialisme is een eerste kenmerk van een stervende cultuur (zie hier).
Hoe zie je dit niet in onze wereld? Rijken die zich steeds meer verrijken. Waarschijnlijk hebt u eind vorig jaar ook de berichten langs zien komen van de superrijken van deze wereld die hun vermogen in 2020 tijdens de coronacrisis nog enorm zagen toenemen.

Verslaafd en niet nuchter (5:11)

De hele dag achter de sterke drank aan gaan. Niet nuchter zijn is de toestand waarnaar men verlangt. Niet nuchter, omdat het leven niet te dragen is en het op die manier kennelijk nog een beetje ‘leuk’ is. Niet alleen sterke drank verschaft dit ‘genot’, ook drugs om maar eens een niet onbelangrijk middel te noemen.
‘Niet-essentiële’ winkels gaan tijdens de lockdown dicht, maar coffeeshops worden kennelijk als essentiële winkel gezien. Drugs als een van de eerste levensbehoeften.

Amusement (5:12)

Feesten en partijen zijn een kenmerkend verschijnsel. Wat te denken van de feesten – houseparty’s – met muziek in combinatie met ‘geestverruimende middelen’ als alcohol en drugs. Een groot deel van de bevolking leeft er op – van weekend naar weekend. Maar tijdens de lockdown even niet en het brengt de jonge mensen in grote ellende. Mensen zien er naar uit dat de ‘evenementen’ weer beginnen.

Toenemende zonde door afgoderij (5:18)

Het woord ‘valsheid’ duidt volgens de Engelse Strong ook op afgoderij. Het woord wordt ook vaak vertaald met ‘ijdelheid’ of ‘leegte’ en de eerste keer dat het in het OT voorkomt is Exodus 20:7 – ‘Gods naam ijdel gebruiken’. De tekst in Jesaja 5:18 betekent dan dat degenen die afgoderij plegen onvermijdelijk zonde en ongerechtigheid naar zich toe halen en erin terecht komen. Een van de gevolgen van afgoderij is dat het onderscheid tussen goed en kwaad vervaagt of zelfs verdwijnt en dan is het geen wonder dat het de verkeerde kant op gaat.
Mensen zijn op vele manieren in de onzichtbare wereld op zoek naar ‘zingeving’, ‘vervulling’, ‘verlichting’ of hoe ze het ook maar kunnen noemen. Maar hierdoor raken ze steeds verder verstrikt in de zonde en verdwijnt het idee van het goede volgens de normen van God. Sterker, het leidt tot het ontkennen van Gods normen, maar ook van Zijn oordeel. De Here God wordt lasterlijk bespot (zie Jesaja 5:19).

Omkeren van alle normen (5:20)

Het vorige punt gaat nog verder en leidt ertoe dat wat goed is kwaad genoemd wordt en wat kwaad is goed genoemd wordt. Licht wordt duisternis genoemd en duisternis licht. Na het ‘postmoderne denken’ waarin het absolute werd losgelaten en alles relatief werd, zijn we nu in het ‘heidense denken’ terechtgekomen.  Al Gods normen worden omgekeerd. Dat is de wereld van nu, waarin bijvoorbeeld homoseksualiteit als goed wordt beoordeeld, en als je daar iets van zegt is het fout. Ook het door God gegeven onderscheid van man en vrouw verdwijnt en binnenkort mag je die woorden zelfs niet meer gebruiken. Zo’n omkering – een ‘Umwertung aller Werte’ zoals onze oosterburen dat zeggen – kan iemand alleen maar maken wanneer hij openstaat voor de demonen en deze leringen van hen overneemt. Het is het werk van Lucifer (Jesaja 14:12), de vorst van de duisternis, die als het licht wordt gezien.

We hebben gelijk! (5:21)

De mensen hebben een hoge dunk van zichzelf; ze menen dat ze wijs en verstandig zijn. Het betekent in de praktijk dat ze hun opvattingen niet los willen laten. Ze zijn niet voor rede en argumenten vatbaar en hun mening is de enige juiste. Het is opvallend dat dit typisch een verschijnsel is als gevolg van ‘gemeenschap met demonen’. De opvattingen hebben ze zo diep in hun gevoelsleven gebrand gekregen, dat dit voor hen de enige werkelijkheid is waarin ze vast geloven. (Zie ook hier wat drugs met je doen naar aanleiding van Deuteronomium 29:18 en 19).
Het valt me op dat steeds meer mensen – ook in het publieke domein – dingen zeggen die rationeel gewoon niet waar kunnen zijn. Ze geloven kennelijk hun eigen leugen. Daarbij komt dat het vasthouden aan standpunten in de maatschappij ertoe leidt dat geen normaal gesprek meer mogelijk is, met verharding en chaos tot gevolg.

Bad heroes (5:22)

De grote mannen, ‘de helden’ in deze wereld zijn ook extreem goed in het occulte. In die zin zijn ze ‘bad heroes’. De Beatles zijn een voorbeeld van artiesten die door hun occulte praktijken veel invloed en navolging vonden in de wereld (zie hier). Of neem Steve Jobs van Apple die op een gegeven moment Boeddhist werd (zie bijvoorbeeld hier en hier). Ook bijvoorbeeld een Elon Musk – de man van Tesla – en vele andere ‘helden’ hebben toegang tot de onzichtbare wereld en ze verbergen niet dat ze psychedellica gebruiken dan wel aan yoga of meditatie doen. Het schijnt de enige manier te zijn waarin je in deze waanzinnige wereld staande kunt blijven.

Ongekend onrecht (5:23)

Waar onze God regeert heerst recht en gerechtigheid (5:7b), maar in een stervende cultuur is dit verdwenen. Voor een geschenk kan elke goddeloze ‘zijn recht’ krijgen; omkoperij en vriendendiensten zijn normaal. Daarbij komt dat gewone mensen hun rechten wordt ontnomen. We hebben onlangs ‘de toeslagaffaire’ gehad, waarin naar boven kwam hoe de overheid in gezamenlijkheid het recht van burgers zo ernstig heeft geschonden dat velen in vreselijke omstandigheden zijn terecht gekomen. Het onrecht woekert overal. 

De elite en de gewone man

Wat verder nog opvalt in dit gedeelte in Jesaja 5 is dat er over twee groepen mensen gesproken wordt. Aan de ene kant de ‘elite’; de rijken (vers 8), de hooggeplaatsten (vers 13), de adel (vers 14), de man van aanzien (vers 15), helden en dappere mannen (vers 22). Aan de andere kant ‘Jan met de pet’: de menigte (vers 13, 14) en de gewone man (vers 15). Je kunt ook zeggen de elite, de mensen die het voor het zeggen hebben. De anderen dat zijn degenen niet niets in te brengen hebben, de gewone mensen.
Dit is wat in naam ‘democratie’ heet, maar het niet is. William Kelly heeft 160 jaar geleden dit al een kenmerk van het (herstelde) romeinse rijk genoemd (zie hier). Overal wordt het zo langzamerhand zichtbaar dat dit in de westerse wereld de situatie is waar we in zitten.

Al deze vreselijke toestanden zijn in het boek Jesaja (en overigens in het hele Oude Testament) het gevolg van afgoderij; de mensen zoeken ‘godservaringen’ en komen daardoor onder invloed van demonen. Dat gebeurde bij het volk Israel steeds weer en God kondigde vooraf aan dat Hij de afgoderij zou moeten oordelen. Zelfs voordat ze het land Kanaän binnentrekken, zoals hier:

Wees op uw hoede, dat u het verbond van de HEERE, uw God, dat Hij met u gesloten heeft, niet vergeet en voor u een beeld maakt, de afbeelding van enig ding dat de HEERE, uw God, u verboden heeft. 24 Want de HEERE, uw God, is een verterend vuur, een na-ijverig God.
25 (…) als u een beeld zult maken, de afbeelding van enig ding, en doen wat slecht is in de ogen van de HEERE, uw God, om Hem tot toorn te verwekken, 26 dan roep ik heden de hemel en de aarde tot getuige tegen u, dat u zeker al snel zult verdwijnen uit het land waarvoor u de Jordaan oversteekt om het in bezit te nemen. U zult uw dagen daarin niet verlengen, maar zeker weggevaagd worden.
27 De HEERE zal u dan overal verspreiden onder de volken. U zult met slechts weinig mensen overblijven onder de heidenen naar wie de HEERE u voeren zal.

Deuteronomium 4:19-27

Wat Israel overkomen is (en binnenkort in de ‘grote verdrukking’ weer overkomt) zal ook de westerse ‘christelijke’ wereld overkomen: het oordeel van God. In Openbaring 18 vinden we daarvan een beschrijving – de val van Babylon – en er zijn opvallende overeenkomsten met wat we in Jesaja 5 gezien hebben.

De val van Babylon – Openbaring 18

Babylon[1] is een woonplaats van demonen geworden (18:2). Dat betekent ongetwijfeld dat afgoderij het eerste en grootste kenmerk van Babylon is (en altijd geweest is, zie hier). Dat Babylon zal door God geoordeeld worden:

Daarom zullen op een dag haar plagen komen: dood, rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden, want sterk is de Here God, Die haar oordeelt.”

Openbaring 18:8

Het is het definitieve einde van Babylon: “Zo zal Babylon, de grote stad, met geweld neergeworpen worden, en het zal nooit meer gevonden worden.” (Openbaring 18:21). Het oordeel wordt snel en onontkoombaar voltrokken; er staat meerdere keren dat het in ‘één uur’ gebeurd is (18:10,16,19).
Opmerkelijk is dat er in dit hoofdstuk ruim aandacht wordt besteed aan de koningen en de kooplieden van de aarde.  Dezelfde mensen die in Jesaja 5 een belangrijke rol spelen.

  • De koningen van de aarde, degenen die zeggenschap en macht hebben over de volken en de naties, hebben het goed kunnen vinden met Babylon. Ze “hebben hoererij met haar bedreven”- het staat er twee keer (in 18:3 en 9) – en losbandig geleefd en wanneer daar een eind aan komt, dan huilen ze en zijn ze in rouw (18:9).
  •  De kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de wonderlijke kracht van de welvaart en luxe van Babylon (18:3). Ook zij huilen en treuren, net als de koningen, omdat ze geen klanten meer hebben; er is niemand meer die hun waren koopt (18:11)
Heb de wereld niet lief

We mogen ons wel realiseren in welke wereld we leven – een wereld gebouwd op de afgoderij van Babylon, deels gehuld in een ‘christelijke’ jas, die afstevent op het oordeel van God. De apostel Johannes wist dat, kende het verschil tussen de dingen van de wereld en de dingen van God en hij schrijft daarover op een bijzondere manier. Het is de moeite waard die briefjes van Johannes nog eens voor jezelf te lezen en te overdenken.

Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid. Kinderen, het is het laatste uur; en zoals u gehoord hebt dat de antichrist eraan komt, zijn er ook nu al veel antichristen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is.” (…)
Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is.

1 Johannes 2:15-18; 3:1-3


[1] Babylon: het godsdienstige heidense systeem verpakt in een ‘christelijke’ jas, dat ook ten grondslag ligt aan en nauw verweven is met de hele westerse cultuur en maatschappij.