De eredienst
Hiervoor hebben we al gesproken over de opdracht van de gelovige, namelijk het priester zijn voor God; waarbij het gaat om Christus, de Gekruisigde. Nu moeten we dat vooral ook persoonlijk doen en in onze gezinnen. Maar het is ook in het bijzonder de opdracht van de Gemeente om het gezamenlijk te doen.
Maar hoe doe je dat dan? Is het in de kerkbank zitten luisteren naar een preek? Of het bijwonen van een dienst in een christelijke gemeente met een band? Of moet het nog wat losser en is het een dienst of ontmoeting in een nieuwe kerkvorm (als bv ‘emerging church’)? Laten we maar proberen om na te gaan of de Bijbel er iets over zegt, dat lijkt wel zo veilig.
We lezen aan het begin van de christelijke Gemeente dat “zij volhardden (…) in de breking van het brood” (Hand.2:42). Deze uitdrukking ‘het breken van het brood’ komt niet zo veel voor in het Nieuwe Testament. Enkele keren in het boek van de Handelingen (Hand.2:42;2:46;20:7) zonder dat daar iets uitgelegd wordt over het hoe en wat, en verder in de 1e brief aan de Korinthiërs (1 Kor.10:16;11:26-28). Het blijkt uit Handelingen 20:7 “Ze waren bijeengekomen om brood te breken”, dat dit ‘brood breken’ ook het doel van het samenkomen was. Het was wat de Heer hen had gevraagd om te doen ‘tot Zijn gedachtenis’ (bv Lukas 22:19). Samen ‘het Avondmaal van de Here eten’ noemt Paulus dit later (1 Korinthe 11:20). En in 1 Korinthe 10:16 noemt hij het “het brood dat wij breken”.
Ik heb van de Heer ontvangen
Paulus was niet aanwezig toen de Heer het Avondmaal instelde, maar hij schrijft dat de Heer Jezus hem speciaal daarvan op de hoogte heeft gesteld om dat door te geven. “Want ik heb van de Heer ontvangen, wat ik u ook heb overgeleverd (…)” (1 Korinthe 11:23). Het belang en de betekenis ervan is groot: de Heer Jezus heeft het ingesteld, heeft het apart aan Paulus nog meegedeeld, Paulus heeft het mondeling in zijn onderwijs ‘overgeleverd’ en nu schrijft hij het ook nog een keer ter bevestiging in zijn brief.
De Heer Jezus zegt tegen Zijn discipelen dat ‘Hij er vurig naar verlangd heeft dit Pascha met hen te eten (…)’ (Lukas 22:15). Zien we uit het feit dat Hij Paulus speciale instructie hierover had gegeven, ook niet het verlangen van de Heer om de als het ware ‘maaltijd met ons te houden’?
Elke week
Nu weten we er niet zo veel van hoe het bij de broodbreking precies toeging; we hebben geen ooggetuigenverslag. Maar het weinige dat de Bijbel er wel over zegt, is dan ook van belang.
In het begin braken de discipelen elke dag samen het brood (Handelingen 2:46) en na verloop van tijd werd het kennelijk gewoonte om dat elke eerste dag van de week te doen (Handelingen 20:7).
Ook in Korinthe kwam men wekelijks bij elkaar; althans er is geen aanleiding om te denken dat men de gewoonte die de gelovigen in het begin hadden, opgegeven zou hebben. Voor de Korinthiërs is het nog steeds een belangrijke – zo niet de belangrijkste – samenkomst, gezien ook de aandacht die Paulus eraan schenkt.
Men ‘at het Avondmaal van de Heer’ (10:20), het Avondmaal zoals de Heer dat had ingesteld, om aan Hem te denken. Dat is bijzonder! Men had een samenkomst om aan de Heer Jezus te denken – dat was het doel! – en daarbij de tekenen te gebruiken die Hij Zelf had aangewezen: brood en wijn. Tekenen die de gelovigen moesten herinneren aan Zijn kruisdood; Zijn lichaam dat verbroken was en Zijn bloed dat Hij gestort had op het kruis van Golgotha. Paulus verwijst daarnaar in het 11e hoofdstuk van de 1e brief aan de Korinthiërs als Hij de Heer citeert: “Doe dat tot Mijn gedachtenis” (verzen 24 en 25).
Priesterdienst
Dat er in die samenkomst gebeden worden uitgesproken en lofliederen worden gezongen zal niemand verbazen (zie bv 1 Kor.14:15). Dat is toch immers priesterdienst, dat we vanuit ons hart onze God en Vader dankzeggen en de Heer Jezus eren en loven om wat Hij op het kruis van Golgotha heeft gedaan? We verkondigen met onze monden “de deugden van Hem die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.”
Dit is priesterdienst zoals ook Petrus dat beschrijft:
“Kom naar Hem toe als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar, dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus. Daarom staat er in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion een hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. Voor u dan, die gelooft, is Hij kostbaar; . . . Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.” (1 Petrus 2:4-9)
Het is een prachtige beschrijving van waar het in onze gezamenlijke priesterdienst om gaat:
- Centraal staat onze Heer, Jezus Christus. Hij is die levende steen, die wel door mensen verworpen is, maar die voor God uiterst kostbaar is omdat Hij het grote werk van verlossing en verzoening heeft volbracht op het kruis van Golgotha.
- Als we ons samen met Hem bezighouden (‘naar Hem toekomen’) dan vormen we samen als stenen een geestelijk huis (waar God woont), dan brengen we Hem geestelijke offers die voor God aangenaam zijn omdat ze gaan over Jezus Christus!
- Christus is de Hoeksteen, het draait om Hem. Als het niet om Hem gaat, stort het huis in elkaar. Dan is het hoogstens een huis van mensen, maar niet een huis waar God kan wonen.
- Christus is Degene die niet alleen voor God de Vader kostbaar is, maar hier ook genoemd wordt als Degene die kostbaar is voor het hart van degenen die geloven. Voor het hart van de Vader en het hart van de gelovige is het Gods Zoon die kostbaar is. Dat kan alleen maar lof, dank en aanbidding in onze harten tevoorschijn brengen die voor God aangenaam is.
- Daarom heeft God ons geroepen: dat we een koninklijk priesterschap zouden zijn, een afgezonderd volk, Zijn eigendom. Zijn doel met ons is dat we Zijn deugden en de deugden van de Heer Jezus zouden verkondigen!
Dat is toch onvoorstelbaar groot? Dat God ons tot zo’n verheven taak heeft geroepen en dat als we daar aan gehoor geven, onze God daar een welgevallen aan heeft? Dan is er toch niets hogers en mooiers te doen hier op aarde? Dan zou je toch elke week zo met gelovigen willen samenzijn om de ‘dood van de Heer te verkondigen’ (1 Korinthe 11:26) en ‘het brood te breken’?
Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden
We lezen nergens in het Nieuwe Testament hoe de broodbreking georganiseerd is. Er is geen enkele aanwijzing dat er een of meer personen zijn die de regie hebben. Of dat er vooraf een ‘liturgie’ is opgesteld die tijdens de samenkomst gevolgd kon worden. Integendeel, als je leest wat Paulus aan de Korinthiërs schrijft, krijg je de indruk dat er vrijheid was voor de gelovigen om aan de samenkomst deel te nemen en zich te uiten. Hij geeft wel de nodige aanwijzingen (waar we nog op terugkomen), en hij sluit die af met de zin ”Laat alle dingen op een gepaste wijze en in goede orde gebeuren” (1 Kor.14:40).
Dit is een manier van samenkomen die over het algemeen niet wordt gepraktiseerd. En toch is dit eigenlijk het enige dat God ons in Zijn Woord meedeelt. We komen samen voor de broodbreking, waarbij het erom gaat ‘de dood van de Heer te verkondigen’, lezen uit Gods Woord, zingen lofliederen en spreken gebeden uit. En dat alles doen we eenvoudig op een gepaste wijze en in goede orde, zonder dat iemand dat ‘regelt’.
We hebben de Geest van God die ook in ons samen – als de tempel van God – aanwezig is. De opdracht van de Geest is om de Heer Jezus te verheerlijken. Zal die Geest van God ons dan niet leiden in deze dingen? Het kan niet anders!
We denken dat de apostelen het zo aan de gelovigen hebben onderwezen. Dat ze het daar soms moeilijk mee hadden is voorstelbaar en dat kun je ook hier en daar in het Nieuwe Testament terugvinden.
- In Korinthe misbruikten ze de vrijheid, zelfs zo zeer dat Paulus tegen hen moest zeggen dat wat zij deden niet het Avondmaal van de Heer was (1 Kor.11:20).
- De Hebreeën stonden wat dit betreft onder druk om de van de apostelen geleerde praktijk op te geven en terug te keren naar een meer Judaïstische vorm van samenkomen.
- En als Petrus het over de priesterdienst heeft in 1 Petrus 2:4-9, weet hij ook wel dat de gelovigen de neiging kunnen hebben dit op te geven en daarom zegt hij midden in dit gedeelte ‘Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’. Of met andere woorden, als jullie op Hem, die Zelf de hoeksteen is, blijven vertrouwen, ook in deze priesterdienst, dan zul je niet beschaamd uitkomen. God geeft er Zijn zegen aan als jullie gehoorzamen en dat doen waarom God zich jullie tot Zijn eigendom heeft gemaakt.
Het is heel eenvoudig, maar het vraagt wel geloof. Het vertrouwen dat dit is wat God het liefste ziet.
Aanwijzingen
Hiermee is natuurlijk lang niet alles gezegd. Er zijn door de apostelen wel aanwijzingen gegeven. Die zullen we de revue laten passeren als we het hebben over de lessen uit Korinthe en Hebreeën en de lessen van Johannes.
Als wat hierboven beschreven is, het model is voor de christelijke eredienst, dan begrijpt iedereen dat dit alleen maar functioneert wanneer elke gelovige die er aan deelneemt een geestelijke gezindheid heeft. Maar er bestaat gevaar dat men van dit ideaalbeeld afdrijft, waarbij het twee verschillende kanten op kan gaan.
De eerste is dat de christelijke vrijheid misbruikt wordt en leidt tot ongewenste toestanden. Dat had plaats gevonden in Korinthe en dat is de reden dat Paulus hen schrijft. Daar kunnen we leren wat Paulus daar over te zeggen heeft.
De Hebreeën stonden onder druk om datgene wat ze van de apostelen hadden geleerd over het samenkomen op te geven en terug te keren naar hun Joodse wortels. Ze worden ernstig gewaarschuwd niet terug te gaan naar het Judaistische systeem met zijn vormen en rituelen. Daartegenover zet de schrijver nog eens heel duidelijk uiteen wat de christelijke eredienst is: “vrijmoedigheid om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus” (Hebreeën 10:19).
In een ‘christelijke eredienst’ gaat het alleen om Christus de Gekruisigde. Ga je naar links of naar rechts, dan heb je grote kans dat je als gemeenschap de Heer Jezus kwijt raakt.
We zullen onderzoeken wat de genoemde brieven ons hierover te zeggen hebben.