God in het midden?

Het afgelopen jaar is in zeker opzicht een zoektocht geweest naar waarheid en leugen als het gaat om het werk van de Geest van God. Het spoor van die tocht is te vinden in het archief van dit blog. Dingen die ik misschien wel wist zijn me veel helderder geworden. Laatst had ik het daar met iemand over en die verbaasde zich: “dat wist je toch al lang?”.  Waarschijnlijk wel, maar ze je eigen maken, dat gebeurt pas als je ze zelf in Gods Woord mag ontdekken. Pas dan wordt het een deel van je eigen denken en bereikt het je hart. Overigens gaat de tocht naar de waarheid van het Woord van God gewoon verder.

New Wine

Ik moest hieraan denken toen ik een bericht las over de New Wine conferentie die deze zomer weer wordt gehouden. Het thema is ‘God in ons midden’ en de organisatie meldt hierover het volgende:

‘In de kerk gaat het niet om een Jezus die tweeduizend jaar geleden op aarde rondliep en op wiens terugkeer we nu wachten, waarbij we het in de tussentijd vooral moeten doen met een boek en min of meer lijdzaam afwachten. In de kerk gaat het om de levende Heer in ons midden, die nog altijd spreekt, werkt, geneest en herstelt!’

‘En die levende Heer wil ons, zijn lichaam op aarde, volop betrekken in zijn genezende en herstellende werk. We mogen ons leren openen voor Gods aanwezigheid in ons midden. In de Zoon en door de Geest zijn wij aangenomen als onvoorwaardelijk geliefde dochters en zonen van de Vader. Vanuit die bevoorrechte positie als geliefde kinderen mogen we vertrouwelijk omgaan met God, en ons in die ontmoeting laten vullen met zijn liefde. In die ontmoeting wil God ons ook bekrachtigen door zijn Geest, zodat we als kerk in de kracht van de heilige Geest getuigen van de komst van Gods Koninkrijk.’ 

Over dit stuk tekst zou je veel kunnen zeggen maar ik beperk me tot een paar dingen.

Wie is Jezus?

In de eerste plaats vind ik het schokkend om te lezen hoe hier over de Heer Jezus gesproken wordt: ‘(…) een Jezus die tweeduizend jaar geleden op aarde rondliep en op wiens terugkeer we nu wachten’. Het komt mij voor dat de schrijver van de tekst geen flauw benul heeft Wie de Heer Jezus is, waarom Hij mens werd en wat de betekenis van Zijn leven en kruisdood is. Met dit soort woorden wordt de eer van de Heer Jezus als het ware in de vuilnisbak gegooid.

In 1 Korinthe 12:3 wordt het volgende gezegd: “(…) niemand die door de Geest van God spreekt, zegt: Jezus is een vervloekte. Ook kan niemand zeggen: Jezus is Heere, dan door de Heilige Geest”. De bedoeling van deze tekst is dat wanneer de heerlijkheid van de Heer Jezus wordt aangetast, dat nooit door de Heilige Geest van God is gewerkt, maar door een andere geest. De Geest van God daarentegen zal altijd de Heer Jezus groter voor ons maken.

Als we dit criterium op de New Wine-tekst loslaten kun je niet anders dan concluderen dat dit uit de koker van een andere geest komt en niet van de Geest van God. Dit alleen al is meer dan voldoende om ons niet met New Wine en dergelijke bewegingen in te laten.

Een boek?

Na de minachting voor de Heer Jezus, heeft men ook geen goed woord over voor het Woord van God gezien de tekst: “(…) waarbij we het in de tussentijd vooral moeten doen met een boek en min of meer lijdzaam moeten afwachten (…)”.

De Bijbel is niet zomaar ‘een boek’, maar het is

“(…) de Heilige Schrift, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is. Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk werk volkomen toegerust” (2 Timotheüs 3:15,16).

Datzelfde Boek onderwijst ons dus dat we niet ‘lijdzaam moeten afwachten’, maar het rust ons juist toe om God te dienen op een zodanig manier dat Hij daar blij mee kan zijn!

God in het midden?

Ondanks de oneer die de Heer Jezus wordt aangedaan en de minachting voor het Woord van God meent men dan toch dat God in het midden aanwezig is. Dat is hetzelfde als de leiders van Israël zeiden terwijl ze een afvallige weg gingen: “(…) Is de Heere niet in ons midden? Ons zal geen kwaad overkomen” (Micha 3:11). Het volgende vers maakt wel duidelijk dat ze zichzelf wat wijsmaakten en dat het oordeel van God over hen zou komen (Micha 3:12).

Alleen als het gaat om ‘Christus de Gekruisigde’ en Hij het voorwerp van de harten van de gelovigen is, kan God in het midden wonen.

Je kunt niet zomaar zeggen dat ‘God in ons midden is’ en dat je ‘moet leren om je voor Hem open te stellen’. Als je met elkaar die toer op gaat, kom je verkeerd terecht. Wat mensen op New Wine ervaren van God als ze zich op deze wijze naar een ontmoeting met Hem uitstrekken, komt niet van God maar van Gods tegenstander, die zich voordoet ‘als een engel van het licht’. Velen zullen mooie ervaringen van ‘de liefde’ hebben, maar helaas komt het niet van de Heilige Geest, maar is het een andere geest die hiervan de bron is.

Het is triest om te zien dat ‘God ervaren’ weer het motief is van zo’n conferentie en dat velen daardoor weer opnieuw bevestigd zullen worden in deze weg die van God af voert.

Waar is God in het midden?
Bij Zijn volk Israel

God heeft het volk Israël uit Egypte gehaald om Hem te dienen. “Laat Mijn volk gaan, zodat zij Mij dienen kunnen” (Exodus 10:3). Het heeft geleid tot het bouwen van de tabernakel, Gods huis in de woestijn, waar Hij kon wonen te midden van Zijn volk, zoals Hij zelf zegt:

Ik zal dan te midden van de Israëlieten wonen, en Ik zal hun tot een God zijn. En zij zullen weten, dat Ik de HEERE hun God ben, Die hen uit Egypteland uitgevoerd heb, opdat Ik in het midden van hen wonen zou; Ik ben de HEERE, hun God.” (Exodus 29:45,46)

De reden dat de Heere bij Zijn volk kon wonen staat vóór deze verzen: elke dag moesten twee lammeren van een jaar oud geofferd worden als een brandoffer voor de Heere.

“(…) Het moet een voortdurend brandoffer zijn, al uw generaties door, bij de ingang van de tent van ontmoeting, voor het aangezicht van de Heere. Daar zal Ik u ontmoeten om daar met u te spreken. Daar zal Ik dan de Israëlieten ontmoeten, en zij zullen door Mijn heerlijkheid geheiligd worden. (…)” (Exodus 29:38-44).

God kon in hun midden wonen wanneer ze gehoorzaam zouden doen wat Hij hen vroeg, namelijk elke dag brandoffers brengen. Dat zou Hem herinneren aan dat grote offer dat Zijn Zoon eenmaal zou brengen op het kruis van Golgotha.

In de Gemeente

Voor ons die leven na het kruis in de tijd van de Gemeente[1], betekent het dat God met Zijn Geest woont in de Gemeente (zie 1 Korinthe 3:16). Dat wordt overal zichtbaar waar Gods Geest in de harten van de gelovigen kan werken en de Heer Jezus kan verheerlijken. Daar werkt de Geest ook gehoorzaamheid aan het Woord van God. Dan herhaalt onze God de belofte die Hij aan Zijn volk Israël deed ook aan ons:

“Of welk verband is er tussen de tempel van God en de afgoden? Want u bent de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft: Ik zal in hun midden wonen en onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige” (2 Korinthe 6:16-18).

In de eeuwigheid

Het is bijzonder dat Gods belofte om in het midden te wonen ook geldt in de eeuwige toestand.

“En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan” (Openbaring 21:3-4).

Als we deze laatste twee hoofdstukken van de bijbel doorlezen dan zien we dat dit mogelijk is omdat het gaat om het Lam. Onze Heer Jezus Christus, het Lam van God, is het middelpunt van alles! Het gaat om Hem tot in alle eeuwigheid!

 

 



[1] Over het ‘wonen van God’ in de Gemeente valt ongetwijfeld nog veel meer te zeggen dan die paar zinnen in dit bericht. Maar daar zullen we D.V. later nog wel op terugkomen.