Er is ooit een boek geschreven met als titel ‘Het best bewaarde geheim van de hel‘. De boodschap ervan is dat we bij evangelisatie weer zouden benadrukken dat de hel het eeuwig oordeel van de heilige God is over een zondaar. De reden daarvoor is dat de schrijver meent dat de satan gelukt is de ongelovigen wijs te maken dat de hel niet bestaat en dat wanneer er al een hiernamaals is, het er goed toeven zal zijn. In die zin is de titel van het boek ook te verklaren: de wereld maakt zich door toedoen van satan geen enkele zorg om de hel.
De Bijbel beschrijft de toestand van de mens en zegt dat alle mensen diep van binnen weten dat ze voor hun daden verantwoording moeten afleggen aan God. En ze weten dat het oordeel van God rechtvaardig is; lees Romeinen 1 en 2.
“Want wanneer heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet zegt, zijn zij, hoewel zij de wet niet hebben, zichzelf tot wet. Zij tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van, en hun gedachten onderling beschuldigen of ook verontschuldigen elkaar.” (Romeinen 2:14-15)
Zo’n toestand, waarin je eigen gedachten je beschuldigen en vervolgens je jezelf ook weer verontschuldigt, is onhoudbaar. Dat is een doorgaand proces waarvan je welhaast krankzinnig zou worden. Een mens die werkelijk nadenkt over de dingen van het leven en zijn hopeloze positie voor God, heeft de keuze uit twee dingen. Je kunt je tot God bekeren en Zijn Heil zoeken of je wendt je tot satan om zijn leugens te geloven. Als je het eerste afwijst, kies je dus voor het tweede. In dat geval wordt datgene wat je door God gegeven geweten je vertelt, ‘vakkundig’ uit je ziel en denken uitgewist. We hebben daar al eerder over nagedacht en geschreven; zie bijvoorbeeld hier. De hel bestaat dan niet meer en de dood jaagt je geen angst meer aan. Satans best bewaarde geheim, als het ware.
Maar voor het volk van God lijkt er nog wel een ander geheim te bestaan. Het is de afgoderij , waarvan je zou kunnen zeggen dat het satans allerbest bewaarde geheim is.
Israel, het volk van God
Wanneer we in de Bijbel de geschiedenis van het volk Israel lezen, dan blijkt dat ze keer op keer in de afgoderij vervielen en de Here God hen moest oordelen. Zelfs direct na de uittocht uit Egypte, terwijl ze in de woestijn waren, hebben ze de afgoden gediend (bijvoorbeeld Amos 5:25,26 en hier). Wat God gezegd had was toch niet onduidelijk?
“U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is. U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen. U zult de Naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HEERE zal niet voor onschuldig houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt.” (Exodus 20:3-7)
Hun ongehoorzaamheid was de reden dat ze in de woestijn omgekomen zijn en het land niet mochten binnengaan. Ook in het land hebben ze eigenlijk voortdurend de afgoden gediend en moest de Here hen uiteindelijk verdrijven uit het land dat Hij hen als belofte gegeven had. Overigens heeft Hij hen daarvoor al gewaarschuwd voordat ze het land binnen gingen; het boek Deuteronomium getuigt daar op meerdere plaatsen van (bijvoorbeeld 28:36,45).
Op een of andere manier heeft het volk Israel Gods waarschuwingen of niet begrepen, of bewust terzijde gelegd. Of moet je zeggen dat de duivel veel te slim is voor de mensen van het volk van God? Dat hij ze met wat simpele ideeën telkens weer wist te strikken? Waarschijnlijk zijn het al deze dingen samen waardoor het volk keer voor keer de mist in gaat.
Het moet ons toch opvallen dat het volk als geheel Gods waarschuwingen tegen afgoderij niet begrepen en in de wind geslagen heeft? Er waren steeds maar enkelen die in geloof en gehoorzaamheid de Here dienden.
Al met al is het een ongelooflijk triest verhaal.
Israel, een waarschuwend voorbeeld
Maar dit trieste verhaal is volgens Paulus aan ons christenen, gegeven tot voorbeeld en waarschuwing (1 Korinthe 10:11). Het is duidelijk gezien de context in het hoofdstuk dat het gaat om de afgoderij waarin Israel steeds weer verviel.
“Daarom, mijn geliefden, vlucht weg van de afgodendienst. Ik spreek toch tot u als tot verstandige mensen, beoordeelt u dan zelf wat ik zeg.” (1 Korinthe 10:14-15).
Als we dit hoofdstuk lezen met deze opdracht om bij de afgodendienst weg te blijven, dan zijn we als christenen verplicht hier aandacht aan te schenken. Voor ons zou er dan geen enkele reden te bedenken zijn, om niet te willen weten wat dit concreet betekent.
Je zou dan ook verwachten dat het onderwerp bekend is onder christenen en dat de Kerk het er beter af zou brengen dan het volk Israel. Immers, wij hebben nu de hele Bijbel, Gods Woord, en kunnen alles nalezen.
Maar wat je ziet is dat zelfs oprechte en ware gelovigen zich niet of nauwelijks met dit thema bezig houden. We hebben het druk met allerlei theologische thema’s, terwijl de christenheid om hen heen ten onder gaat in afgoderij en door de satan en zijn demonen misleid wordt. Er is geen enkele christelijke groepering of denominatie die daar niet mee te maken krijgt en toch zijn we kennelijk niet in staat ons in het thema te verdiepen en ons te wapenen tegen de misleiding.
‘Je gaat het pas zien als je het door hebt’
Maar de christenheid maakt een geschiedenis door die eigenlijk gelijk is als die van het volk Israel. We hebben de lessen van het volk Israel niet geleerd en nagenoeg de hele christelijke kerk is in de afgoderij terecht gekomen. We hebben het er al vaker over gehad en het is de aanleiding geweest voor deze site. Het onderwerp ‘afgoderij’ is in de christenheid een non-issue.
Het is satans allerbeste bewaarde geheim, dat in de Kerk compleet onder de radar is gebleven. Het Oude Testament staat er vol van en alleen dat al zou voor ons – gezien de vermaning van Paulus – voldoende moeten zijn om ons heel serieus in het onderwerp te verdiepen. Maar dat niet alleen; ook het Nieuwe Testament staat er vol mee. De meeste brieven hebben meer of minder uitgebreide verhandelingen over of waarschuwingen tegen afgoderij. Het probleem is alleen dat we het niet zien. Johan Cruyff zei het kernachtig zo: ‘je gaat het pas zien als je het door hebt‘.
Daarom zou je het satans allerbeste geheim kunnen noemen.
We houden ons niet met negatieve dingen bezig
Soms hoor je gelovigen zeggen dat ze zich liever niet met dit soort van negatieve onderwerpen bezig houden. Ze zijn liever bezig met de zegeningen van het christelijk geloof. Dat laatste is natuurlijk prima en het allerbeste, maar dat neemt niet weg dat we ons mogen onttrekken aan wat de Bijbel er over zegt.
Want hoe wil je als christen staande blijven wanneer je de listen van de duivel niet kent?
We moeten de gedachten van satan kennen zegt Paulus “opdat de satan op ons geen voordeel zou behalen.” (2 Korinthe 2:10-11). Bovendien wordt het Woord van God “het zwaard van de Geest” genoemd als onderdeel van de wapenrusting die we moeten aandoen “opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel.” (Efeze 6:11-17).
De apostel Judas wilde een brief schrijven over het ‘gemeenschappelijke [christelijke] heil‘; de positieve dingen zogezegd. Maar hij werd genoodzaakt te schrijven over de geestelijke strijd. Wat hij dan beschrijft zijn geen fijne dingen, maar ze hebben alles te maken met de invloed van de hemelse machten op deze wereld en ook op de wereld van de christenen.
Judas zegt dat we in ‘deze laatste tijd‘ de taak hebben om zorg te hebben om de mensen om ons heen.
“En ontferm u over sommigen, en ga daarbij met onderscheid te werk. Red anderen echter met vrees, en ruk hen uit het vuur. U moet ook het onderkleed haten dat door het vlees bevlekt is.” (Judas 1:22-23)