Het gedoe over de ’tongentaal’

Het is bizar dat er nog steeds reclame gemaakt wordt voor het zogenaamde ‘spreken in tongen’. Op een gegeven moment denk je dat we het nu allemaal wel weten, maar nee hoor, het lijkt er op dat het steeds maar weer wordt rondgebazuind dat tongentaal eigenlijk iets is dat helemaal bij het christenleven hoort. Het is iets dat overal probeert ingang te vinden, zelfs in wat orthodoxere gemeenschappen.

Wat is de bron van het verschijnsel?

Nu zou je kunnen zeggen dat dit fenomeen niet zo erg is. Want als het valse leer is, dan doet het toch niks? Dan zullen mensen die het proberen er vanzelf wel achter komen dat het niks doet, de ’taal’ die gesproken wordt door niemand verstaan wordt en dat het dus niet werkt. Dus: laat maar gaan; de wal zal het schip wel keren.
Maar helaas is het niet zo simpel, want ook al verstaat niemand wat je zegt en kun je zelf ook niet uitleggen wat er uit je mond komt, toch is het verslavend. Daar zit dan ook de crux van het hele gebeuren: als je het doet geeft het een heerlijk gevoel van binnen. Het is iets wat je niet meer wilt missen.

Maar juist daarom is de vraag zo ontzettend belangrijk waar het vandaan komt.
Als het van God is, waarom zegt de Bijbel dan zo weinig over tongentaal? Alleen Paulus schrijft erover in de 1e brief aan Korinthe en verder niet. Wat hij schrijft wordt trouwens ook nog geheel verschillend uitgelegd.
Maar als het niet van God komt, waar komt dit verschijnsel dan vandaan? Er zijn twee mogelijkheden en wel a. vanuit de mens zelf of b. vanuit een andere geest (en niet de Heilige Geest van God).

  • Wanneer het verschijnsel door de innerlijke mens zelf voortgebracht wordt, wat is dan het nut ervan en waarom zegt de bijbel daar niks over? Dan zou je toch verwachten dat de bijbel meer zegt over welk soort mensen dit wel of niet zouden kunnen? Of aanwijzingen hoe je als gelovige dit zou kunnen leren? Maar daarover vind je in de Bijbel niets.
  • Wat overblijft is de mogelijkheid dat de bron van het verschijnsel te maken heeft met de werking van een andere geest – een boze geest – in de mens. Velen zullen zeggen dat dat bij een gelovige niet mogelijk is, maar Paulus geeft juist daarover onderwijs in de hoofdstukken 8-12 van dezelfde Korinthebrief. Daarbij doet hij de niet mis te verstane uitspraak “ik wil niet dat u met de demonen gemeenschap hebt” (1 Korinthe 10:20).

Tongentaal: een taal van ‘intimiteit’?

De voorstanders van tongentaal – door sommigen ook wel ‘klanktaal’ genoemd – zeggen dat het een gave van de Heilige Geest is en dat de Bijbel dit ook zo noemt. Paulus zou het in de 1e brief aan Korinthe beschrijven en goedkeuren. Tegenwoordig wordt het kunnen ‘spreken in talen’ niet door iedere voorstander meer gepromoot als perse noodzakelijk voor iedere christen. Maar het wordt voorgesteld als ‘intimiteit met God’. De tongentaal hoort bij de intieme omgang met God en is dan een ‘intieme taal’ waarmee je met God kunt spreken. Je hoeft het niet te kunnen, maar het is wel heel fijn en je mag er naar verlangen en je ernaar uitstrekken. Probeer het maar gewoon, zeggen ze.

Tom de Wal – wellicht de meest bekende Nederlandse charismaat van dit moment1 – heeft een kort filmpje gemaakt waarin hij vijf dingen uitlegt die je waarschijnlijk niet weet over tongentaal. Die punten pakken we op om na te gaat of het klopt wat hij zegt; dingen die Tom waarschijnlijk nog niet weet – of wil weten – over tongentaal.
Overigens vind je op andere websites2 nog veel uitgebreidere weerleggingen.

Je hoeft de video niet af te spelen- de tekst staat hieronder

Drie vormen van tongentaal?

Volgens Tom de Wal zijn er drie vormen van tongentaal:

  1. Datgene wat je in Handelingen 2 (:2-13) vindt. Wat de discipelen spraken konden mensen zonder vertaling in hun eigen taal horen.
  2. Iemand kan in de gemeente spreken in een taal die niet verstaan wordt en dan moet het vertaald (uitgelegd) worden.
  3. Een persoonlijke gebedstongentaal. Hierbij is volgens Tom de Wal geen uitleg nodig, want volgens hem is dat wat in 1 Korinthe 14:28  bedoeld wordt met “… laat hij tot zichzelf spreken en tot God”.  Verder zegt hij dat Paulus hierop doelt in 14:18, wanneer hij zegt:  “ik dank God dat ik meer dan jullie allen in talen spreek …”. Zo zou Paulus thuis bidden in een persoonlijke gebedstongentaal.

Commentaar

Bij de uitstorting van de Heilige Geest is het inderdaad zo dat het door de apostelen gesprokene door anderen in hun eigen taal verstaan kon worden. Terwijl de sprekers die vreemde talen niet kenden  (Handelingen 2:2-13). Het was een wonder en van Godswege een teken voor de Joden dat vanaf dat moment het evangelie ook aan de volken zou worden gepredikt (1 Korinthe 14:20-22; Jesaja 28:11,12). Overigens deed hetzelfde zich voor bij enkele andere gelegenheden, waar dan ook weer Joden bij aanwezig waren (Handelingen 10:46 en 19:6).

In de heidense stad Korinthe kwamen ook heidense opvattingen en praktijken naar binnen in de gemeente van God. Paulus waarschuwt er tegen en maakt duidelijk dat het spreken in een taal die men niet verstaat in de gemeente niet mag voorkomen. Immers, als je niet verstaat wat er gezegd wordt, wordt de ander niet opgebouwd. Daarom moet er, als er altijd een vertaler zijn (1 Korinthe 14:28) als er in een andere taal gesproken wordt, want de gemeente moet worden opgebouwd.

Tot zichzelf spreken en tot God

Dat met tongentaal (of ‘spreken in tongen’) een persoonlijke gebedstongentaal zou zijn, is een knap kunstje van inlegkunde. Want wat betekent ’tot jezelf en tot God spreken’?
Om te beginnen gaat het over spreken van talen die mensen kunnen verstaan en die ze dus begrijpen. In 1 Korinthe 14:26-40 gaat het over ‘andere taal’ (verzen 26, 27 en 39), dat is een taal die door mensen begrepen kan worden, maar niet in de gemeente, aangezien die een andere taal spreken. Dus in een gemeente waar Nederlands de voertaal is, zal iemand van elders niet in het Swahili een toespraak mogen houden, tenzij het vertaald wordt in het Nederlands. En als ik in een Duitse gemeente kom, zal ik niet in het Nederlands iets uit Gods Woord mogen doorgeven, tenzij het vertaald wordt in het Duits.

Maar stel dat er geen vertaler is en ik moet zwijgen (14:28), dan houdt het Bijbelgedeelte me toch bezig. Dan zal ik er over blijven nadenken en zal de Geest van God in mijn geest werken. Dat alles gebeurt dan in mij, in mijn binnenste, gewoon in het Nederlands, en dat is wat Paulus bedoelt als hij zegt: ‘laat hij tot zichzelf spreken en tot God’. Ook als iemand tot zichzelf spreekt- en dat doet ieder mens trouwens –  gaat het in een taal die je begrijpt, je moedertaal.

tot jezelf spreken doet ieder mens met regelmaat
en gewoon in je moedertaal, zodat je begrijpt wat je zegt

In deze tekst is om deze reden geen enkele aanwijzing te vinden die aanleiding is om te denken dat hier sprake is van ‘tongentaal’, een zogenaamde taal, waarvan je zelf niets begrijpt.

Paulus spreekt in meer talen dan de Korinthiërs

Tenslotte nog de vraag wat Paulus bedoelt als hij zegt: “Ik dank mijn God dat ik in meer andere talen spreek dan u allen.” (1 Korinthe 14:18). Overal waar in 1 Korinthe  ‘andere talen’  staat wordt een vreemde taal, niet de moedertaal, bedoeld. Dat is ook hier geheel logisch, want Paulus sprak hoogstwaarschijnlijk meerdere vreemde talen zoals Aramees, Hebreeuws, Grieks en mogelijk Latijn. Daarnaast is het mogelijk dat hij enige kennis had van lokale talen in de gebieden waar hij het Evangelie bracht.
Dat hij God daarvoor dankte is ook logisch, want daardoor kon hij op veel plaatsen het Evangelie brengen in de moedertaal van zijn toehoorders.

Klik hier voor meer info over de talen die Paulus mogelijk gesproken heeft.

De apostel Paulus was een hoogopgeleide en bereisde figuur, en het is aannemelijk dat hij meerdere talen sprak. Hoewel de Bijbel zelf niet specifiek vermeldt welke talen Paulus beheerste, kunnen we op basis van zijn achtergrond en de context waarin hij leefde en werkte een goed geïnformeerde schatting maken. Hieronder volgt een overzicht van de talen die Paulus mogelijk sprak, met een onderbouwing voor elke taal:
1. Aramees
Aramees was de dagelijkse omgangstaal in Judea en het bredere Midden-Oosten in de eerste eeuw. Paulus, als Jood uit Tarsus en met een achtergrond in Jeruzalem, zou waarschijnlijk Aramees hebben gesproken. Dit was de taal die vaak werd gebruikt in Joodse religieuze gemeenschappen, en ook Jezus sprak Aramees.
2. Hebreeuws
Paulus was een goed opgeleide farizeeër en kreeg zijn opleiding onder Gamaliël, een gerespecteerde rabbijn. De Hebreeuwse taal was de taal van de Heilige Schrift (het Oude Testament) en werd gebruikt in liturgische en religieuze contexten. Paulus citeert regelmatig uit de Hebreeuwse geschriften en zou Hebreeuws dus zeker hebben gekend.
3. Grieks
Grieks was de lingua franca van het oostelijke deel van het Romeinse Rijk, waar Paulus veel van zijn zendingsreizen maakte. Paulus schreef zijn brieven in het Grieks, wat erop wijst dat hij deze taal goed beheerste. Bovendien was hij afkomstig uit Tarsus, een stad in Cilicië (het huidige Turkije), waar Grieks de voertaal was.
4. Latijn
Hoewel er minder directe bewijzen zijn dat Paulus Latijn sprak, was dit de officiële taal van het Romeinse Rijk, vooral in juridische en administratieve contexten. Paulus had te maken met Romeinse overheden en werd uiteindelijk naar Rome gebracht. Het is mogelijk dat hij ten minste een werkkennis van het Latijn had.
5. Lycisch en andere lokale talen
Paulus reisde door veel gebieden in Klein-Azië (het huidige Turkije), waar lokale talen zoals het Lycisch werden gesproken. Hoewel het onwaarschijnlijk is dat hij al deze talen vloeiend sprak, kan het zijn dat hij enkele woorden of zinnen in deze talen kende om te communiceren met de plaatselijke bevolking.
6. Phrygisch
In zijn reizen door Klein-Azië kwam Paulus ook door regio’s waar het Phrygisch werd gesproken. Hoewel minder waarschijnlijk dan de bovenstaande talen, zou hij mogelijk enige kennis van deze taal hebben gehad.
Conclusie:
De talen die Paulus waarschijnlijk sprak omvatten Aramees, Hebreeuws, Grieks, en mogelijk Latijn. Daarnaast is het mogelijk dat hij enige kennis had van lokale talen in de gebieden waar hij het Evangelie bracht. De kennis van deze talen zou Paulus in staat hebben gesteld om effectief te communiceren en zijn boodschap te verspreiden in de diverse culturele en taalkundige contexten waarin hij zich bevond.

Dat de tekst uit 1 Korinthe 14:18 zo wordt opgevat dat Paulus meer dan wie dan ook in tongentaal zou spreken is weer een bijzondere inkleuring door Tom de Wal en andere charismaten. Iets wat in het geheel niet blijkt uit de tekst zelf.

Tongentaal is een taal van engelen?

In 1 Korinthe 13:1 zegt Paulus “Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden”. Tom de Wal poneert hierover dat “het zeer aannemelijk is dat Paulus hiermee bedoelt dat hij in tongentaal sprak en dat Paulus aanneemt dat dit een taal van engelen is.”

Commentaar

Ook deze opvatting is inlegkunde van de bovenste plank. Immers, er is in de tekst niets dat er op wijst dat Paulus bedoelt dat hij in tongentaal zou spreken en dat dit engelentaal zou zijn. Wanneer je de eerste drie verzen van het dertiende hoofdstuk leest, dan is de structuur van de drie zinnen die hij schrijft als volgt:

“Als ik [dit of dat zou doen, zijn of hebben], maar ik had de liefde niet, dan [wat daarvan het gevolg zou zijn].”
De kern van elk van deze drie zinnen is ‘maar ik had de liefde niet’. Dat klopt als introductie op dit dertiende hoofdstuk, want daarin gaat het om de kenmerken van de liefde. Het gaat dus niet om datgene wat hij zou kunnen of hebben; dus ook niet om het spreken van talen of engelentalen. Hij zegt: ‘stel dat ik dat zou kunnen, …’. Het zijn dus geenszins dingen die hij had of deed. Hij wist ook niet alle geheimenissen en had niet alle kennis. Evenmin zou hij zijn lichaam ter verbranding overgeven.

Dus mag je hier ook niet uit concluderen dat Paulus in tongentaal sprak en dat een taal van engelen noemt. Doe je dat wel dan laat je de tekst dingen zeggen, die er niet staan en die ook niet zo bedoeld kunnen zijn.

Tongentaal is bidden zonder je verstand?

In 1 Korinthe 14:14  lezen we “Want als ik in een andere taal bid, bidt mijn geest, maar mijn verstand blijft zonder vrucht.”.  Tom de Wal concludeert daaruit dat wanneer iemand in tongentaal bidt, zijn geest – de geestelijke mens noemt hij dat – bidt, terwijl zijn verstand zonder vrucht blijft.  

Verder heeft hij het er over dat hier ook wetenschappelijk onderzoek naar gedaan is die dit bevestigt.  Dr Andrew Newberg3 (Pennsylvania University) heeft onderzocht wat de impact van tongentaal is op de hersenen. Wat gebeurt er in het brein wanneer mensen in hun eigen taal bidden en wat gebeurt er wanneer ze in tongentaal bidden? Hij ontdekte dat bij tongentaal het spraakcentrum in de hersenen niet actief was, wat juist wel het geval was als ze in hun eigen taal spraken. Bij  tongentaal echter was een ander deel wel actief, namelijk dat deel dat met het zelfbewustzijn en onderbewustzijn te maken heeft. Volgens Tom de Wal toont dit aan dat tongentaal geestelijk is en niet wordt aangestuurd vanuit het verstand.

Commentaar

De betekenis die Tom de Wal aan de tekst geeft is, denk ik, niet verkeerd. Immers, Tom denkt hier aan tongentaal en als hij dan in tongen bidt, dan weet hij met zijn verstand niet wat hij zegt: ’zijn verstand blijft zonder vrucht’. Maar de vraag waarom het gaat is: is het goed om op zo’n manier te bidden of niet. Dat is waarom het hier gaat en Tom suggereert dat het antwoord op die vraag ja is. Terwijl hij zich niet afvraagt wat de bron van de ervaringen is of zou kunnen zijn. Het volgende vers laat zien dat zijn antwoord niet klopt. Laten we het maar lezen.

14 Want als ik in een andere taal bid, bidt mijn geest, maar mijn verstand blijft zonder vrucht. 15 Hoe is het dan? Ik zal met mijn geest bidden, maar ik zal ook met mijn verstand bidden. Ik zal met mijn geest lofzingen, maar ik zal ook met mijn verstand lofzingen.” (1Korinthe 14:14-15)

In vers 15 wordt duidelijk gemaakt hoe wij gelovigen tot God moeten naderen. We kunnen tot God naderen met gebeden of met liederen en lofzangen. Maar wat het ook is, in onze uitingen moeten altijd de geest en het verstand werkzaam zijn. Of anders gezegd: ons bidden en zingen zal altijd voor onszelf en anderen begrijpelijk moeten zijn. Ons verstand – ons denken – is essentieel in onze omgang met de Here. Johannes zegt zelfs dat we verstand hebben ontvangen “om de Waarachtige te mogen kennen” (1 Johannes 5:20).
Overigens voegt Paulus er nog vers 16 aan toe, waarin hij zegt dat ook dankzeggingen aan God door een niet-ingewijde (iemand die de taal niet verstaat) moeten kunnen worden begrepen. Dus ook daar – en om die reden – moet ons verstand erbij zijn, zodat het te begrijpen is voor anderen.

tot God naderen: dan moet het verstand er bij zijn!
… met de geest en met het verstand

Trouwens, de hele context (1 Korinthe 14:1-25) gaat maar over één ding, namelijk dat wat in de gemeente gebeurt begrijpelijk moet zijn. Want alleen dat wat begrepen kan worden, kan het geloof opbouwen. Dàt moet leidend zijn bij het ‘streven naar de geestelijke uitingen’ (14:1,12).
Paulus redeneert in dit gedeelte als volgt. Ook als er ongelovigen binnen zouden komen, dan zou tongentaal niet begrepen kunnen worden. Ze zouden denken dat jullie gek waren. Maar wanneer jullie zouden profeteren, dan zou Gods Woord op hun hart en geweten worden toegepast. Dan zouden ze erkennen dat God werkelijk in jullie midden is.

De verwijzing naar Dr. Newberg snijdt geen hout, omdat Newberg alleen maar iets zegt over verschillende hersenactiviteiten bij bidden in gewone taal en bidden in tongentaal. Maar hij doet geen uitspraak of het wel of niet goed is of over de bron van de ervaring. Overigens is de constatering dat tongentaal iets doet met de bewustzijnstoestand van de mens voor ons niet vreemd. We hebben het veranderen van de bewustzijnstoestand al vele malen op deze site genoemd omdat het te maken heeft met demonische inwerkingen.

Tongentaal is voeding voor vrucht van de Geest?

Wat de meeste mensen volgens Tom de Wal ook niet weten is dat tongentaal fantastische resultaten met zich mee brengt. Hij baseert dat op de volgende tekst. “De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” (Galaten 5:22). Omdat de Geest volgens Tom werkzaam is in tongentaal zal daarom ook de vrucht van de Geest merkbaar zijn bij hen die regelmatig in tongen spreken. Hij noemt dat dat ‘de vrucht van de Geest die gevoed wordt door tongentaal’. Zo’n vrucht groeit dan natuurlijk en dat wordt dan zichtbaar in het leven.

Ook hier verwijst Tom de Wal opnieuw naar wetenschappelijk onderzoek uit de UK, waaruit bleek dat mensen die regelmatig in tongen spreken emotioneel stabieler zijn dan anderen die dat niet doen.

Commentaar

Het verhaal van Tom de Wal klopt zolang je ervan uit gaat dat het de Heilige Geest is die in tongentaal werkzaam is. Maar dat is nu net het punt: ik meen dat tongentaal niet een werk of gave van de Geest is, maar een inwerking van demonen. Nogal een erg groot verschil dus. En dan mag je Galaten 5:22 niet op tongentaal toepassen.

Misschien denkt iemand dat demonen niet kunnen bewerken dat iemand emotioneel stabieler wordt, maar dat klopt niet. Op internet zijn ongetwijfeld getuigenissen te vinden waarin gesteld wordt dat mensen baat hebben bij yoga, mindfulness, meditatie een andere soortgelijke praktijken. Dat kan dus bij tongentaal ook door de geestenwereld veroorzaakt worden. Van een willekeurige site haal ik zo maar een paar teksten die hierover gaan en dit bevestigen.

Enkele manieren om je emotionele stabiliteit te versterken:

  • Mindfulness: Mindfulness, of bewustzijn van het moment, kan helpen om je geest te kalmeren en je emoties onder controle te houden. Door te oefenen in mindfulness, kun je leren je aandacht te richten op het heden en te voorkomen dat je gedachten zich bezighouden met het verleden of de toekomst, waardoor je meer controle hebt over je emoties.
  • Ontspanningstechnieken: Ontspanningstechnieken zoals yoga, meditatie, ademhalingsoefeningen en progressieve spierontspanning kunnen helpen bij het verminderen van stress en spanning. Deze technieken kunnen je helpen te ontspannen en meer emotionele stabiliteit te ontwikkelen.

Tongentaal is genezend en we zijn er voor gemaakt

Volgens Tom de Wal werkt tongentaal genezend en bovendien zijn wij mensen gemaakt om in tongen te spreken. Dus eigenlijk zijn het twee argumenten waarom je tongentaal zou moeten spreken.
De Wal verwijst naar wetenschappelijk onderzoek van een zekere Dr Petersen van de Oral Roberts University in Tulsa Oklahoma. Deze ontdekte namelijk dat bij mensen die in tongen spreken een stofje in de hersenen wordt aangemaakt waardoor het immuunsysteem 30-40% meer genees- en beschermkracht zou krijgen.

Bovendien zou hetzelfde onderzoek uitgewezen hebben dat tongentaal een bepaald deel van de hersenen activeerde, waarvan we tot dan toe niet wisten wat de functie ervan was. De conclusie die Tom daaruit trekt is de volgende: we wisten het niet, maar God heeft ons zó gemaakt dat we als het ware voorbereid zijn om tongentaal te spreken. We zijn gemaakt voor tongentaal.

Tenslotte eindigt hij met een gedeelte uit de tekst van Markus 16:17  “en hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde talen zullen zij spreken.”

Commentaar

Over de kwestie van het immuunsysteem valt weinig te zeggen. Ik kan op internet het desbetreffende onderzoek niet vinden. Maar los daarvan, als het klopt, dan nog zeggen deze paar zinnen niets. Want wie heeft onderzocht of dat ook niet gebeurt bij andere omstandigheden? Dus om dat nu meteen toe te wijzen aan tongentaal, is wel een erg snelle conclusie.
Ook het tweede resultaat van hetzelfde onderzoek, klinkt wel mooi, maar zegt in feite niets. Het is maar wat je wilt horen. Bovendien, de mens is niet gemaakt om tongentaal te beoefenen, maar om te zijn “(…) tot lof van Zijn heerlijkheid, wij, die al eerder onze hoop op Christus gevestigd hadden.” (Efeze 1:12).

Tenslotte de tekst uit Markus  16:17. Daarbij vergeet men te zeggen dat wat de Heer Jezus hier zei voordat Hij naar de hemel ging, specifiek was voor Zijn discipelen en de apostelen. Want Tom de Wal vergeet te melden dat de Heer het ook nog had over het drinken van dodelijk gif en het genezen van zieken door handenoplegging. Twee dingen die we de charismaten van de 21e eeuw niet zien doen. 

Bidden in tongen en uitleggen

Bij het maken van dit blog kwam ik een korte video tegen waarin Tom de Wal in tongen staat te bidden, terwijl hij het zelf ook ‘uitlegt’. Dat is wel knap, want hij bidt met de geest en het verstand blijft toch zonder vrucht. Zo heeft hij het in de video hierboven uitgelegd. Maar waar komt dan de vertaling vandaan? Niet uit zijn verstand vrees ik, net zo min als het tongengebrabbel. Wonderlijk.

Net zo wonderlijk is het trouwens dat hij zegt het daarna in het Nederlands te vertalen, maar als je dan kijkt wat hij als vertaling geeft – en hij heeft het onder het filmpje gezet – dan valt het op dat het niet iets is dat hij tot God bidt, maar dat het meer lijkt op iets dat God spreekt. Hij zegt het trouwens ook: ‘zo zegt de Heer’. Hij denkt dat hij dit van de Heer ‘door krijgt’; een soort van profetie dus. Maar het was toch een vertaling?
Dit soort charismatische chaos is echt heel ‘wonderlijk’ en gaat mijn verstand te boven.

Als je het korte filmpje niet wilt zien, dan sla je het gewoon over.

Ik zal zijn Nederlandse vertaling onder het filmpje zetten, dan wordt het op de site ook vertaald in Duits en Engels.

“Want Ik kom met een nieuwe dimensie van mijn Geest over dit land, zegt de Heer. In de komende 10-15 jaar gaat er een beweging zijn van Gods Geest die zijn weerga niet kent. Wat we nu gezien hebben is slechts een fractie van de kracht, de heerlijkheid en de glorie die geopenbaard zal worden. Want Ik roep, Ik roep een nieuwe groep. Die het oppakken waar anderen het, in het verleden, hebben laten liggen. Zullen zij het oppakken maar ze zullen doorgaan en blijven staan. Ze zullen zich niet laten afleiden, niet laten tegenhouden. De kracht zal slechts een fractie zijn van wat in het verleden zichtbaar is geweest. Ik roep Mijn Kerk voor een dimensie waar wonderen normaal zijn, waar demonen uitdrijven normaal is, waar engelen verschijningen normaal zijn. Waar de Geest van God valt in samenkomsten. In de geest zie ik krantenartikelen met foto’s van hele groepen die op de grond liggen omdat de Geest van God valt. De wereld zal het belachelijk maken. Er zal een reeks getuigenissen komen van mensen uit de LHBTQ+ gemeenschap van mensen die totaal getransformeerd zijn omdat ze Christus zullen leren kennen zegt de Geest. Ik roep een nieuwe groep.”

Tongentaal komt ook in andere religies voor

Tongentaal schijnt ook voor te komen bij religies buiten het christendom. Voorstanders van tongentaal zeggen vaak dat de duivel God altijd imiteert en dat hij wat God aan ons geeft, in andere religies nadoet. Het schijnt een uitspraak van een bekend persoon geweest te zijn, maar ik ben het in de Bijbel nog nooit tegen gekomen. Misschien heb ik iets gemist.

Het is zeker dat tongentaal buiten de christenheid in de hele wereld voorkomt.

Lees hier meer over tongentaal in andere religies en culturen.

Vraag:
Is het waar dat tongentaal ook in andere religies voorkwam en voorkomt? Kun je daar voorbeelden en/of bronnen van noemen?

Antwoord (ChatGPT):
Ja, tongentaal, vaak aangeduid als “glossolalie,” komt niet alleen voor in het christendom, maar ook in verschillende andere religieuze tradities, zowel historisch als in het heden. Hier zijn enkele voorbeelden van glossolalie in andere religies:

1. Oude Griekse Religie:
   –  Delphisch Orakel: In de oudheid waren de Pythia, de priesteressen van het orakel van Delphi, bekend om het spreken in extatische, vaak onbegrijpelijke uitdrukkingen. Deze uitingen werden geïnterpreteerd door priesters en beschouwd als boodschappen van de god Apollo. Hoewel dit niet exact hetzelfde is als christelijke glossolalie, vertonen ze overeenkomsten in termen van spirituele extase en het gebruik van onbegrijpelijke taal.

 2. Hindoeïsme:
   – Bhakti-beweging: In sommige secties van het hindoeïsme, vooral binnen de Bhakti-beweging, zijn er tradities waarin gelovigen tijdens intensieve devotionele praktijken in extase kunnen raken en beginnen te spreken in onbegrijpelijke of onbekende talen. Dit wordt gezien als een uiting van intense spirituele connectie met het goddelijke.
   – Tantra: In bepaalde tantrische rituelen kan glossolalie voorkomen als een uitdrukking van het contact met hogere bewustzijnsniveaus of goddelijke krachten.

3. Islam:
   – Sufi Mystiek: Hoewel glossolalie niet algemeen is in de islamitische traditie, zijn er meldingen van sommige soefi-mystici die tijdens tranceachtige rituelen (zoals de Dhikr) spontaan begonnen te spreken in vreemde of onbekende talen. Dit wordt echter niet wijdverbreid erkend en komt minder vaak voor dan in andere religieuze tradities.

4. Inheemse Religies:
   – Sjamanisme: In veel sjamanistische culturen over de hele wereld, van Siberië tot de Amazone, komt glossolalie voor. Sjamanen kunnen tijdens rituelen of in trancetoestanden spreken in onbekende talen of klanken, waarvan men gelooft dat ze uitingen zijn van communicatie met geesten of goddelijke wezens.

5. Moderne Nieuwe Religieuze Bewegingen:
   – Pentecostal Movement (Charismatische Bewegingen): Naast het christendom komt glossolalie ook voor in sommige nieuwe religieuze bewegingen, zoals bepaalde takken van de moderne New Age-bewegingen en syncretische religies zoals het Braziliaanse Candomblé of het Haïtiaanse Voodoo, waar spirituele mediums tijdens rituelen in trance kunnen raken en in onbekende talen spreken.

Bronnen:
– Yong, Amos. ‘The Spirit Poured Out on All Flesh: Pentecostalism and the Possibility of Global Theology’.   Dit boek bespreekt de verschijnselen van glossolalie in verschillende religies, inclusief historische en moderne voorbeelden.
– Goodman, Felicitas D. ‘Speaking in Tongues: A Cross-Cultural Study of Glossolalia’.  Dit boek biedt een antropologische studie van glossolalie in verschillende culturen en religies.
– Samarin, William J. ‘Tongues of Men and Angels: The Religious Language of Pentecostalism’.  Dit boek onderzoekt glossolalie binnen en buiten het christendom, met aandacht voor andere religieuze tradities.

Deze voorbeelden en bronnen tonen aan dat tongentaal een verschijnsel is dat niet exclusief is voor het christendom, maar in verschillende vormen en contexten in andere religieuze tradities voorkomt. Maar als dit zo is, dan is de hamvraag ‘wat komt er dan van God en wat van de demonen’? Hoe onderscheid je dan hoe het zit?

Het is bijzonder dat de 1e brief aan Korinthe de enige is waar over het fenomeen ‘talen en vertalen‘ gesproken wordt. Nog meer bijzonder – of juist misschien wel heel erg logisch – is, dat je die hele brief kunt beschouwen als een verhandeling over wat christelijk en wat heidens is. Of anders gezegd: de hele brief gaat over praktijken en opvattingen die in het heidendom geheel anders zijn dan in de gemeenten van God. Gods opvattingen zijn oneindig verschillend van de wereld van de heidenen.
Daarom is de brief ook aan de gelovigen in Korinthe geschreven, omdat die in een 100% heidense wereld leefden en groot gevaar liepen om het heidense denken en doen de gemeente binnen te brengen.

Paulus schreef over het heidense, de afgoderij

Hier kunnen we niet de hele brief aan Korinthe bespreken; dat voert veel te ver. Maar we zullen de brief doorlopen en die teksten citeren die heel concreet gaan over het heidense en het christelijke. Daarbij plaatsen we korte opmerkingen als het nodig is. Verder moet u als lezer zelf deze gedeelten – liefst in hun context in de Bijbel zelf – maar overwegen en conclusies trekken.

2:12 ‘En wij hebben niet ontvangen de geest van de wereld, maar de Geest die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn.’
– de wereld wordt beheerst/aangestuurd vanuit een geestelijke werkelijkheid, de geest van de wereld. In tegenstelling daarmee heeft de gelovige de Geest die uit God is.
– we hebben de Geest van God ontvangen, opdat wij zouden weten. . . God wil dat we ons verstand erbij gebruiken, zodat we Zijn dingen weten.

3:19 ‘Want de wijsheid van de wereld is dwaasheid bij God (…) De Heere kent de overwegingen van de wijzen, dat zij zinloos zijn’.
– De wijsheid van de wereld is in Gods oog dwaasheid, ze is zinloos. Dat is zonder betekenis en doel.

5:1 ‘… hoererij waarvan zelfs onder de heidenen geen sprake is…
5:11 ‘…. een afgodendienaar …’

Er werden in de gemeente praktijken geaccepteerd die zelfs in de wereld – onder de heidenen – niet voor kwamen. Het laat zien dat het heidense denken en doen nogal ingang gevonden had. Het kon zelfs voorkomen dat er mensen waren die toch nog de afgoden dienden.

6:10 ‘Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, (…) zullen het Koninkrijk van God niet beërven.’
– Al de praktijken die hier genoemd worden, leiden ertoe dat deze mensen het koninkrijk van God niet zullen binnengaan. Als je denkt dat dat niet zo is, dan dwaal je.

6:17,18 ‘Wie zich echter met de Heere verenigt, is één geest [met Hem]. Vlucht weg van de hoererij.
– De gemeenschap met de Here is geestelijk naar zijn aard. Het heeft met het denken en het verstand te maken. Dit hele gedeelte (6:12-20) maakt ook duidelijk dat deze gemeenschap niet lichamelijk ervaren kan worden. Dit in tegenstelling tot de demonische invloeden, wat hier ook hoererij genoemd wordt en ‘gemeenschap met demonen’ is (zie verderop in 10:20).

8:1 ‘En wat de afgodenoffers betreft: wij weten dat wij allen kennis bezitten.’
– Hier begint het tweede thema waar de Korintiërs vragen over hadden; het eerste thema staat in 7:1. Hoe zit het nu met afgodenoffers? Mag je die nu wel of niet eten? Daarna komt een uitgebreide verhandeling, met hier en daar ‘uitstapje’, tot aan 12:1 waar het volgende thema (de geestelijke gaven) begint.

8:4-6 ‘(…) dat er geen andere God is dan Eén. Want al zijn er ook die goden genoemd worden, hetzij in de hemel, hetzij op de aarde (zoals er vele goden en vele heren zijn), toch is er voor ons maar één God: de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en wij voor Hem, en één Heere: Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn en wij door Hem’
– Paulus houdt een uitgebreide verhandeling met dit begin in de verzen 4-6 waarin hij duidelijk maakt dat we ons goed moeten realiseren dat er één God is die we liefhebben en die ons hart kent (8:3). Maar dat er ook andere geestelijke wezens zijn, goden, die hun invloed in de hemel en op aarde zullen uitoefenen en heerschappij nastreven. En het zijn er veel! Maar onze God, uit wie alles is en onze Heer Jezus Christus, is de enige God met wie wij te maken hebben.

8 : 8 ‘Voedsel nu brengt ons niet dichter bij God, want hetzij dat wij eten, wij zijn er bij God niet meer om; en hetzij dat wij niet eten, wij zijn er bij God niet minder om.’
– Een bijzondere tekst die duidelijk maakt dat afgodenoffers (voedsel) brengen of zelf eten, ons niet dichter bij God brengen. Het maakt duidelijk dat het in de afgodendienst om gaat dat we ‘dichter bij God’ komen en zelfs de eenheid met Hem ervaren zouden (zie hierboven ook 6:17). Niemand kan God zien: ‘Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien.’ (1 Timotheüs 6:16). Geen mens kan God met zijn zintuigen zien of ervaren. Zie ook hier.

8:7, 10, 12 ‘in geweten niet los van de afgod (…) hun geweten dat zwak is (…) zal dan zijn geweten (…) en hen in hun geweten, dat zwak is, te treffen (…)’
– het bewustzijn (het geweten) van een gelovige kan zwak zijn. Gevoelig en gemakkelijk beïnvloedbaar door de onzichtbare wereld. Zo iemand kan door ons gedrag gemakkelijk weer terugvallen in afgoderij.

10 : 7, 14 ‘En wordt geen afgodendienaars (…) Daarom, mijn geliefden, vlucht weg van de afgodendienst.’
– In hoofdstuk 10 neemt Paulus het volk Israel als voorbeeld en waarschuwing voor christenen in Korinthe. Daarom had God in de meesten van hen geen welgevallen en zijn ze neergeveld in de woestijn (10:5). Iedere gelovige zal verleidingen krijgen om hem tot afgoderij te brengen. Maar we moeten op God blijven vertrouwen; dat is: geloven dat Hij trouw is. “En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt’. (1 Korinthe 10:13).
Overigens is het opmerkelijk dat het voorbeeld van Israel dat omkomt in de woestijn nog op twee andere plaatsen in het Nieuwe Testament genoemd wordt. Zie Hebreeën 3: 7-19 en Judas vers 5-6. Steeds is het de afgoderij, de vermenging van demonen met mensen. Of zoals Paulus het noemt: ‘gemeenschap met de demonen’.

10 : 20 ‘En ik wil niet dat u met de demonen gemeenschap hebt. (…) de drinkbeker van de demonen (…) de tafel van de demonen.’
– Gemeenschap met God, de Vader en de Heer Jezus gaat niet samen met de gemeenschap met demonen. Dan is onze God ook een jaloerse God tegen wie we niet kunnen standhouden (10:22), net zo min als het volk Israel dat kon.

12 : 1,2 ‘Wat nu de geestelijke gaven betreft, broeders, wil ik niet dat u onwetend bent. U weet dat u heidenen was, weggetrokken naar de stomme afgoden. Zo liet u zich meevoeren.’
– Aan het begin van de uiteenzetting over de de geestelijke (gaven), verwijst Pauls naar hun oude leven en hun eigen ervaringen van de afgoderij. Hij zegt erbij in vers 1 dat hij niet wil dat we er onwetend over zijn, alvorens hij overgaat tot de volgende hoofdstukken en ingaat op de geestelijke [gaven].

Tongentaal is gemeenschap met demonen

Misschien zouden we nog veel kunnen zeggen over tongentaal, maar we gaan het hier niet doen. Hierboven heb ik gepoogd te laten zien dat

  • de ‘leer van de tongentaal’ niet een leer is die in de Bijbel voorkomt, maar er met wat creatief denken ingelegd wordt.
  • Paulus in de 1e brief aan Korinthe uitgebreid ingaat op afgoderij. Allerlei aspecten daarvan stelt hij aan de orde met de conclusie dat we door heidens te handelen gemeenschap hebben met de demonen. De meeste christenen zullen ontkennen dat dat mogelijk is en gaan over tot de orde van de dag.
    Pas daarna legt hij uit hoe het zit met de geestelijke gaven en komt ook de gave van spreken in talen aan de orde.
  • De enige conclusie die ik kan trekken is dat het praktiseren van tongentaal ‘gemeenschap met demonen’ is en om die reden verwerpelijk voor ieder die zegt bij Christus te horen. Het is absoluut niet neutraal en ook niet iets wat je alleen maar privé in de binnenkamer doet!

Je kunt opmerken dat dit kwaad toeneemt en zelfs in orthodox christelijke kringen ingang vindt. Er zijn meerdere ‘orthodox- evangelische’ predikers die ook de tongentaal promoten.
Wat ik hoop en bid is dat velen nog mogen inzien hoe gevaarlijk en verderfelijk de leringen en praktijken van tongentaal zijn. Dat dit blog mag helpen er afstand van te houden en dat ‘praktisanten’ van tongentaal zich daarvan mogen bekeren en het geloof mogen behouden.

We sluiten af met de wens van Paulus die hij aan Timotheüs schreef.

“Bewaar het u toevertrouwde pand,
wend u af van onheilige, inhoudsloze praat en
tegenstellingen van de ten onrechte zo genoemde kennis.
Sommigen, die deze kennis verkondigden, zijn van het geloof afgeweken.
De genade zij met u. Amen.
1 Timotheüs 6:20-21


Voetnoten

  1. Tom de Wal neem ik als voorbeeld vanwege zijn gestructureerde korte filmpje. Helaas zijn er in Nederland veel voorgangers/sprekers ook in evangelische kring, die voorstander zijn van tongentaal en dat ook promoten. Zoek maar even op YouTube, dan kom je er genoeg tegen. ↩︎
  2. Zie bijvoorbeeld hier (Nederlands): https://www.google.com/search?ie=UTF-8&oe=UTF-8&q=talen&btnG=Zoeken&domains=http%3A%2F%2Fwww.verhoevenmarc.be&sitesearch=http%3A%2F%2Fwww.verhoevenmarc.be en hier: https://www.dirkjanjansen.nl/het-rookgordijn-rondom-tongentaal/. ↩︎
  3. Dr. Andrew Newberg is een neurowetenschapper die de relatie bestudeert tussen hersenfuncties en verschillende mentale toestanden. Hij is een pionier in de neurologische studie van religieuze en spirituele ervaringen, een vakgebied dat bekend staat als “neurotheologie”. Zijn onderzoek omvat het maken van hersenscans van mensen in gebed, meditatie, rituelen en trancetoestanden, in een poging om de aard van religieuze en spirituele praktijken en houdingen beter te begrijpen. ↩︎