We leven in een wereld die in duisternis is. En in een christenheid waarin ook de duisternis hand over hand toeneemt. We hebben het er op deze site al over gehad.
Maar het betekent ook dat de duisternis toeneemt in de omgeving waar onze (klein)kinderen verkeren. Op alle mogelijke manieren wordt hen bijgebracht dat ze God of Gods Geest kunnen ervaren.
Kids dichterbij God
Op evangelische scholen kun je een programma tegenkomen dat “Kids dichterbij God” heet. Het is een lesmethode die je in school of in de kerk kunt gebruiken naast de Bijbelmethode die je al gebruikt.Het bevat praktische lessen om aan de slag te gaan met de onderwerpen gebed, Heilige Geest en aanbidding.
Hier gebeurt in principe hetzelfde als ook beschreven bij de contemplatieve en de charismatische wegen. Het positieve effect op houding en gedrag van de kinderen wordt genoemd. Maar ook “we mogen de kinderen leren hoe gebed en aanbidding je dichter bij God kunnen brengen en hoe Gods Geest je hier en nu kan helpen”. In de leerlijnen staat bijvoorbeeld weer ergens “De kinderen leren dat je in de stiltes kunt luisteren naar God, en dat gebed een gesprek is met God“.
In de hele beschrijving staat slechts een kort zinnetje “dat Jezus Gods Zoon is Die voor onze zonden stierf”. Inhoudelijk zal daar dus niet het zwaartepunt liggen.
Gevaarlijke lessen voor de kinderen!
Godly Play
In mei 2016 is er een introductiebijeenkomst van Godly Play in Nederland. Het doel is kinderen breed de spiritualiteit te laten ervaren en ze kennis te laten maken met de ‘christelijke traditie’. De contemplatie komt hier duidelijk naar voren. Als dit programma in Nederland net zo groeit als in andere landen al gebeurd is, kunnen we het ergste vrezen.
Samuel
De vraag is wat centraal moet staan in een opvoeding volgens God Woord. Als de kern van ons christenleven priesterschap is, zal het niet verbazen dat in de opvoeding ditzelfde thema centraal moet staan. Een prachtige illustratie daarvan is het begin van het leven van Samuel (1 Samuel 1 en 2).
Het begint al bij zijn moeder, die de wens had dat haar zoon ‘voor het aangezicht van God verschijnt en daar voor eeuwig blijft‘ (1:22). Ze kende zelf het geheim om te leven voor Gods aangezicht en dat wenste ze ook voor haar zoon.
Hij aanbad de Heere
Daarna bracht ze hem ‘toen hij nog jong was‘ naar de tempel. Ze slachtten de stier die ze hadden meegebracht en brachten Samuel bij Eli. Daar begint de dienst van Samuel, want er staat: “En hij boog zich daar voor de Heere neer” (1:28). Je kunt ook vertalen ‘En hij aanbad de Heere’.
Je kunt de vraag stellen hoe het mogelijk is dat een jong kind de Heere aanbidt. Het antwoord kan alleen maar gelegen zijn in het geloof van zijn moeder, die hem de Heere heeft leren kennen. Van haar geloof getuigt ze in de lofzang (hoofdstuk 2).
Ik verheug mij in Uw heil
We gaan niet de hele lofzang doornemen, maar stilstaan bij dat waarvan ik denk dat het de kern is.
“Mijn hart springt op van vreugde in de Heere, mijn hoorn is opgeheven in de Heere; mijn mond is wijd open tegen mijn vijanden, want ik verheug me in Uw heil. Er is niemand zo heilig als de Heere, want er is niemand buiten U, en er is geen rotssteen als onze God” (1 Samuel 2:1-2).
Hanna wist dat de Heere God een heilig God is; ‘niemand is zo heilig als de Heere’ zegt ze. Ze weet dat ze voor die heilige God niet kan bestaan. Maar haar geheim is dat ze weet dat diezelfde heilige God Zelf het heil brengt dat ze nodig heeft! Dat is het geloofsvertrouwen van een rechtvaardige. Daarom kent ze ‘de vreugde in de Heere’ en verheugt ze zich in het heil van de Heere. Ze verblijdt zich in die heilige God die ook haar Heiland is.
Dat heeft ze ongetwijfeld aan Samuel voorgeleefd en doorgegeven. Dat is de reden dat er kan staan van de jonge Samuel wanneer hij in de tempel aankomt: ‘hij aanbad de Heere’.
Daarna hield de begeleiding van Hanna niet op. Samuel diende voor het aangezicht van de Heere, gekleed in een linnen priesterhemd (2:18). Samuel wist wat het was om de Heere offers te brengen. Je in de Heere verblijden en je verheugen in Zijn heil. Dat zijn offers in je hart voor de Heere. Maar het was ook een groeiproces, waarin hij nog steeds door zijn moeder begeleid werd. Elk jaar bracht ze hem een nieuw bovenkleed. Ze hielp hem op op die manier ‘voor God te groeien’ om het zo maar eens te zeggen. Zo dat er gezegd kon worden “(…) de jonge Samuel werd groot bij de Heere” (2:21).
Doorgeven
Wanneer wij als christenen, het heil van God, de Heer Jezus Christus, kennen, dan verheugen we ons in Hem. Dan mogen we onze kinderen bij het kruis van Golgotha brengen om – net als wij – offers te brengen aan God. Dan mogen we ze leren de Heer Jezus te danken voor Zijn grote werk op het kruis. Dan mag je bij zonde en ongehoorzaamheid samen naar het kruis om er weer aan te denken wat de Heer Jezus voor ons deed.
Als we onze kinderen steeds weer bij de Heer Jezus brengen, zouden ze dan ook niet zelf de Heer gaan danken? Dan mogen we ze ook helpen om naarmate ze ouder worden er meer van te begrijpen, zodat hun eenvoudige priesterdienst voor God steeds waardevoller wordt. We mogen elk jaar een groter kleed voor ze maken, om het zo maar eens te zeggen.
Gods werk
Dan doet God een werk in hun harten voor Zichzelf. Immers, de Psalmist heeft het al gezegd en de Heer Jezus neemt het over, wanneer Hij zegt:
“Uit de mond van jonge kinderen en van zuigelingen hebt U voor Uzelf lof tot stand gebracht?” (Psalm 8:3; Mattheus 21:16)
De lof en dank van onze kinderen, die dankbaar zijn voor het kruis van de Heer Jezus, is voor Gods hart van grote waarde!