Hoe belangrijk is het dat we nadenken over de waarheid; wat is waar en wat niet. Dat geldt al voor de wereld waarin we leven, waar waarschijnlijk de ene leugen de andere leugen bestrijdt om het predicaat ‘waarheid’. En waar Twitter en Facebook bepalen wat ‘waar’ is. Gelukkig hoeven we niet alles uit te zoeken wat er in de wereld aan de orde is. De Bijbel verteld waar het (in razend tempo) naar toe gaat.
Vanaf het begin is ook het Woord van God, Zijn Waarheid, verdraaid zoals Paulus schrijft:
- “Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is tot in eeuwigheid.” (Romeinen 1:25)
- “(…) want u verdraait de woorden van de levende God, de HEERE van de legermachten, onze God.” (Jeremia 23:36)
- “Integendeel, wij hebben de schandelijke, verborgen praktijken verworpen; wij wandelen niet in bedrog en vervalsen ook niet het Woord van God, maar door het openbaar maken van de waarheid bevelen wij onszelf aan bij elk menselijk geweten, in de tegenwoordigheid van God.” (2 Korinthe 4:2)
Zien of die dingen zo zijn
De Bereers waren mensen die zelf nadachten en wat ze van Paulus hoorden aan de Schrift toetsten.
“En dezen waren edeler van gezindheid dan die in Thessalonica, want zij ontvingen het Woord met grote bereidwilligheid en onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of die dingen zo waren. Velen dan van hen geloofden, en van de aanzienlijke Griekse vrouwen en mannen niet weinigen” (Handelingen 17:11)
Ze kenden de Schrift, het Oude Testament. Wat Paulus hen leerde hebben ze dagelijks onderzocht en getoetst aan de Schrift, om te zien of wat hij hun vertelde wel klopte. Ze slikten dus niets als zoete koek, maar waren kennelijk kritisch ingesteld. Niet dat ze het afwezen, want er staat dat ze het Woord met bereidwilligheid ontvingen. Hun eerste reactie was dus positief. Maar daarna was er nog het nodige huiswerk te doen om te zien of het klopte (en of de man die het bracht wel betrouwbaar was).
Mensen die zo met de waarheid van Gods Woord omgaan worden door de Schrift ‘edel’ genoemd.
De Geest van de waarheid
Het gevolg hiervan is ook heel erg leerzaam. Want als we zo met de waarheid omgaan en alles wat we horen of lezen[1] toetsen aan de Schrift, dan doet de Heilige Geest in ons hart Zijn werk:
“(…) de Geest van de waarheid zal u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken (…)” (Johannes 16:13)
Dat was ook bij de Bereers het geval: ze werden overtuigd van de waarheid van wat Paulus had gezegd, het overtuigde hun hart en “velen van hen geloofden”. Hetzelfde gebeurt bij ons als we de waarheid willen weten en de Schrift erop onderzoeken. Dan overtuigt Gods Geest, de Geest van de waarheid, ons hart over wat Gods waarheid is en wat niet. Dan praten we niet meer anderen na, maar spreken we uit wat de Here Zelf ons uit Zijn Woord geleerd heeft.
De Heer geeft inzicht
Paulus geeft hetzelfde advies aan Timotheüs. Zelf nadenken over het Woord van God – dat wat Paulus aan Timotheüs had onderwezen en geschreven – en verwacht dan ook dat de Heer je inzicht geeft.
“Denk na over wat ik zeg, maar laat de Heere u inzicht geven in alle dingen.” (2 Timotheüs 2:7).
Uit de context van deze brief maak je op dat het onderwijs dat Paulus gegeven heeft door de meeste gelovigen aan de kant was gelegd. Hij schrijft: “(…) allen die in Asia zijn hebben zich van mij afgekeerd” (1:15) en “(…) zij hebben mij allen verlaten.” (4:16). In Rome wist nauwelijks nog iemand waar Paulus zich bevond, zodat Onesiforus zich nogal moeite moest getroosten om hem daar te vinden (1:16,17).
Het is een beeld dat ook nu heel erg herkenbaar is. Wat Paulus van de Heer Zelf ontvangen heeft en voor ons in zijn brieven heeft vastgelegd, is nauwelijks nog onderwerp van gesprek en wordt met mooiklinkende redeneringen afgewezen.
Maar juist dan roept Paulus zelf ons als het ware op om na te denken over wat hij gezegd heeft en het inzicht daarin van de Heer te verwachten. Zodat we niet meer uitsluitend Paulus naspreken, maar vanuit inzicht dat we van de Heer gekregen hebben.
“Het opengaan van Uw woorden geeft licht, het schenkt eenvoudigen inzicht” (Psalm 119:130)
Alle dingen
Paulus zegt trouwens dat de Heer Timotheus inzicht zal geven IN. ALLE. DINGEN! Hoe groot is dat? Meer kan het niet zijn. Het betekent natuurlijk niet dat we mensen zijn die alles weten over alles, maar dat we alles wat er op ons af komt toetsen en beproeven.
“Beproef alle dingen, behoud het goede.” (1 Thessalonicenzen 5:21)
Dan zal de Heer ons inzicht geven in al deze dingen. Johannes schrijft hetzelfde als hij zegt:
“Deze dingen heb ik u geschreven met betrekking tot hen die u misleiden. En wat u betreft, de zalving die u van Hem hebt ontvangen, blijft in u, en u hebt het niet nodig dat iemand u onderwijst; maar zoals deze zalving u onderwijst met betrekking tot alle dingen – en die zalving is waar en is geen leugen – en zoals ze u heeft onderwezen, zo moet u in Hem blijven.” (1 Johannes 2:26,27)
“Want de Heere, uw God, stelt u op de proef om te weten of u de Heere, uw God, liefhebt met heel uw hart en met heel uw ziel. Achter de Heere, uw God, moet u aan gaan, Hem moet u vrezen, Zijn geboden moet u in acht nemen en Zijn stem gehoorzamen; Hem moet u dienen en u aan Hem vasthouden.” (Deuteronomium 13:3b,4)
[1] Dat geldt ook voor alles wat er op deze site te lezen valt!