Enkele gedachten naar aanleiding van teksten uit de Psalmen 65, 66 en 67
Aan het eind van dit artikeltje een korte update over ‘hoe het met de gezondheid gaat’
We lazen onlangs een prachtig gedeelte in Psalm 65, dat luidt
10 U zag om naar het land en gaf het overvloed, U maakt het zeer rijk;
Psalm 65:10-12
de beek van God is vol water; U geeft hun koren; ja, zó geeft U het:
11 U doordrenkt zijn omgeploegde aarde, U doet water in zijn voren dalen,
U doorweekt het met regendruppels, U zegent zijn gewas.
12 U kroont het jaar van Uw goedheid, Uw voetstappen druipen van overvloed,
Gods goedheid en zegen in overvloed. Je komt niks te kort; water genoeg en het land brengt gewassen in overvloed voort. Ook het afgelopen jaar hebben we weer de goedheid van de Here Zelf mogen zien. We ervaren dat alles uit Zijn hand komt.
Ja, maar als je dan in een situatie zit, waarvan je simpelweg kunt zeggen dat die allerbelabberdst is? Wat het ook maar zijn mag; een niet te genezen ziekte waardoor je nooit meer zult kunnen werken, een financieel drama, een huwelijk dat van geen meter loopt of …… vul het zelf maar verder in. Omstandigheden waarin je geen licht aan het einde van de tunnel ziet en waarvan je niet kunt zeggen ‘eind goed, al goed’. Wat moet je dan in vredesnaam?
Loof onze God
Het lijkt er op dat de volgende Psalm op die vraag in gaat.
8 Loof, volken, onze God; laat het geluid van Zijn roem horen,
Psalm 66:8-12
9 Die onze ziel [weer] het leven geeft, en niet toelaat dat onze voet wankelt.
10 Want U hebt ons beproefd, o God, U hebt ons gelouterd, zoals men zilver loutert.
11 U had ons in het net gebracht, U had een knellende band om ons middel gelegd,
12 U had de sterveling over ons hoofd doen rijden. Wij waren in het vuur en in het water gekomen, maar U hebt ons uitgeleid naar de overvloed.
In dit gedeelte wordt de aandacht niet op de moeilijkheden gericht, maar op God. We worden uitgenodigd over Hem na te denken en na te gaan of er dingen bij Hem zijn, waarvoor we Hem zouden kunnen loven. Dingen die tot ‘Zijn roem’ behoren en waarvan onze mond haar geluid zou moeten laten horen. Als christen kom je dan uit bij alles wat God ons in Christus geschonken heeft, zoals Paulus dat bijvoorbeeld schrijft:
“Gezegend [1] zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegeningen in de hemelse gewesten in Christus (…)” (Efeze 1:3)
Wanneer we ons hart op deze manier richten op God en ‘de dingen die boven zijn’ zal dit zijn positieve uitwerking op onze ziel hebben. Het kan niet anders, want de psalmist vervolgt in vers 9 met ‘Die onze ziel weer het leven geeft, en niet toelaat dat onze voet wankelt’. Het bezig zijn met de Heer Jezus, Wie Hij is, wat Hij gedaan heeft en Zijn toekomst heeft tot gevolg dat we in ons hart merken wat het echte, het eeuwige leven is. Het enige dat onze ziel echt voedsel geeft. Bovendien geeft het ons – dat kan niet anders – het vertrouwen dat Hij ook voor ons zal zorgen: “Hij zal niet toelaten dat onze voet wankelt”. Die grote God en Vader die Zijn Zoon gegeven heeft en op die wijze ons eeuwig heerlijk heil tot stand heeft gebracht, zou Hij mij – die als verloren zondaar Zijn Zoon heeft aangenomen – loslaten en niet voor mijn leven willen zorgen? Hij zal niet toelaten dat ik onderuit ga; dat is wat de psalmist getuigt. Dat mag ook onze overtuiging zijn.
Want U hebt ons beproefd
Pas daarna denk de psalmist terug aan de moeilijkheden van zijn leven. Maar op een andere manier dan voorheen, want nu betrekt hij de Here God erbij: “Want U hebt ons beproefd, o God”. Hij realiseert zich dat het God is die de moeilijkheden – en dat zijn er nogal wat in de verzen 11 en 12 – toelaat en gebruikt. Het zijn beproevingen die hem van Godswege overkomen. De psalmist weet dat en hij spreekt het uit, maar zonder verwijt naar God toe want hij eindigt de beschrijving van de rampen met “U hebt ons uitgeleid naar de overvloed”. De Here heeft ze in de beproevingen gebracht, hen er doorheen geleid en hen uiteindelijk er uit geleid. Wat een zegen als je zo je beproevingen kunt zien; als iets dat God op je pad zend zodat zichtbaar kan worden wat je geloof waard is (1 Petrus 1:7).
Nu kun je dat gemakkelijk opschrijven, maar in de praktijk, als de beproevingen groot en heftig zijn, valt dat niet altijd mee. Daarom eindigt de Psalm hier niet, maar gaat verder, waarbij de volgende uitdrukkingen van belang zijn:
- “Ik zal met brandoffers Uw huis binnengaan (vs 13)
- “Brandoffers (…) zal ik U brengen” (vs 15)
- “Hij werd geroemd door mijn tong.” (vs 17)
- “Geloofd zij God, Die mijn gebed niet heeft afgewezen” (vs 20)
Vanuit je hart en met je mond de Here God loven, Hem brandoffers brengen. Voor ons betekent dat dat we zowel de Vader als Zijn Zoon groot maken en eren voor het werk dat Christus op Golgotha’s kruis heeft volbracht. Als we het – net als de psalmist – moeilijk hebben, roept deze Psalm ons steeds weer opnieuw op om tot God te naderen en Hem offers van lof en dank te brengen.
Tja, zo gaat dat. Je kunt Psalmen lezen en een beetje tot je laten doordringen. Je kunt het zelfs beamen. Maar de praktijk ….. is vaak zo weerbarstig. Dan mogen we met de psalmist tot God uitroepen
“Wees mij genadig en zegen mij;
Psalm 67:2
Doe Uw aangezicht over mij lichten”
Hieronder het update bericht dat we op 3 augustus jl naar familie en vrienden hebben gestuurd om ze weer even op de hoogte te brengen van ‘hoe het gaat’.
Heeft opa nog kanker? was onlangs de vraag van onze 7-jarige kleindochter. Ze zal misschien gedacht hebben dat hij niet meer ziek was, want je merkt niks aan hem. En dat klopt wel, want inderdaad heb ik weinig tot geen klachten.
De kuur met chemo die ik in maart jl kreeg heeft er behoorlijk ingehakt; dat hebben we jullie al een keer laten weten. De dip – vooral grote vermoeidheid en kortademigheid – was groot en het heeft meer dan twee maanden geduurd voor ik weer een beetje ‘op niveau’ was. Er is toen besloten dat ik geen chemo meer zou krijgen en alleen met immunotherapie verder zou gaan. De CT-scans gaven aan dat de situatie van de tumor en uitzaaiingen stabiel is. Ook vandaag (3-8-20) is dat weer bevestigd; ook nu laat de scan weer een stabiel beeld zien en de longarts is heel tevreden. Van de immunotherapie ervaar ik eigenlijk geen bijwerkingen. Verder heb ik geen tot weinig klachten en voel ik me ‘gezond’. Dat is trouwens wel raar; je voelt je gezond en fit, terwijl je weet dat je een dodelijke ziekte onder de leden hebt.
Van het afgelopen jaar kunnen we de psalmist nazeggen: “U kroont het jaar van Uw goedheid, Uw voetstappen druipen van overvloed” (Psalm 65:12). Gods goedheid en zegen in overvloed. Het ontbreekt ons aan niets. Ook het afgelopen jaar hebben we weer de goedheid van de Here Zelf mogen zien. We ervaren dat alles uit Zijn hand komt en dat Hij voorgaat op de weg. We proberen Zijn voetstappen te volgen, want we weten dat we daar Zijn overvloed kunnen ervaren.
We zijn jullie dankbaar voor het meeleven en voor jullie gebeden en stellen dat ook voor de komende tijd heel erg op prijs.
[1] Geprezen, geloofd