Omdat er al jaren een duidelijke beweging gaande is die de muren tussen rooms en reformatie afbreekt, is het goed om toch een beetje duidelijk te hebben wat de roomse kerk inhoudt. Op de site is daar wel wat over geschreven, vooral over de contemplatie. Over de mis (de eucharistie) hebben we het nog nooit gehad en ik heb ook niet de behoefte om daar een heel boekwerk over te schrijven.
Nu moest ik vorige week wat rommel op het bureau opruimen en toen kwam ik daarbij een artikel tegen over de roomse mis. Ik had het ooit gelezen en er wat aantekeningen bij gezet en nu moeten we er toch maar eens een kort blogje aan wijden.
Het artikel is het verslag van een gesprek tussen een pastoor en een protestantse theologe[1] over de ‘eucharistie’[2]. In dat gesprek probeert de protestant te begrijpen waar het in de mis om gaat en in hoeverre dat verschilt van de protestantse opvattingen. Het gespreksverslag geeft in zijn eerlijkheid wat mij betreft wel aardig wat duidelijkheid. We nemen maar een paar dingen uit het gesprek, voor zover ze te maken hebben met de thema’s van onze site.
Sacrament: ervaring van de eenwording met God
Het gesprek(sverslag) begint met de vraag naar het sacrament; immers de mis (eucharistie) is een van de roomse sacramenten. Het antwoord is dat God een God is die zich openbaart. Dat doet Hij op een wijze die wij mensen begrijpen en Hij doet dat volgens de roomse opvatting in de Bijbel én in de sacramenten.
“De Bijbel is Gods Woord in menselijke woorden. Sacrament is genade in menselijke tekenen. In beide gevallen wordt het goddelijke vermenselijkt, hetzij in hoorbare of leesbare vormen, hetzij in zichtbare vormen en tekenen. Welnu, voor ons mensen is het, dankzij Gods openbaring, mogelijk geworden om God te horen, te zien, te voelen of te proeven. De Bijbel en de sacramenten zijn dus beide openbaringsmiddelen van God enerzijds en heilsmiddelen voor de mens anderzijds, ontmoetingspunten dus.”
In het begin van het artikel wordt dus al meteen duidelijk gemaakt dat het de roomse opvatting is dat we God kunnen ontmoeten en met de zintuigen kunnen ervaren en wel in het bijzonder in de sacramenten. Wat verderop in het gesprek maakt de pastoor duidelijk dat die ervaring van God juist het diepst is bij de eucharistie. Hij ervaart het zelfs als een ‘eenwording met God’ als hij zegt
“Dit is de diepste openbaring die nu in de eucharistieviering hier en nu alvast werkelijkheid wordt vooruitlopend op de eschatologische eenwording in de hemel, zo God het wil.”
Met andere woorden: je kan die eenwording met God nu al bij de eucharistie ervaren, maar straks in de hemel zal het de volmaakte eenwording zijn (zie o.a. hier).
Voor de lezer zal duidelijk zijn dat we hier te maken hebben met een opvatting en bijbehorende praktijk die de Bijbel ‘afgoderij’ noemt. De Bijbel verbiedt het volk van God om heidense praktijken te gebruiken in het naderen tot God, aangezien Hij niet met onze zintuigen waarneembaar is. Wanneer gelovigen zich er toch naar uitstrekken om God lichamelijk te ervaren, dan zijn het demonen die daaraan tegemoet zullen komen en de mens misleiden en beinvloeden.
Zie verder op de site wat geschreven is over afgoderij en contemplatie (bijvoorbeeld hier, hier en hier).
Op grond hiervan kunnen we vaststellen dat het dagelijkse centrum (de mis, die eigenlijk dagelijks gehouden moet worden) van de roomse kerk een demonisch geïnspireerd ritueel is dat mensen misleidt en onder demonische invloed brengt.
De mystieke ervaring
Het zal ongetwijfeld zo zijn dat een deel van de bij de mis aanwezige ‘gelovigen’ de mis slechts ervaart als een ritueel zonder mystieke innerlijke ervaring. Maar anderen zullen ongetwijfeld in een hogere bewustzijnstoestand geraken en deze innerlijke mystieke ervaring wel degelijk hebben; hetgeen trouwens ook de bedoeling van de eucharistieviering is.
Wat we elders (o.a. bij Ann Voskamp) al gezien hebben is dat het hogere bewustzijn een diepe innerlijke ervaring geeft van rust, vrede en harmonie met een compleet andere waarneming van de werkelijkheid. Dat is een situatie waarin het gemakkelijk is om bijvoorbeeld te menen
a) dat je een eenwording met God ervaart en
b) dat de hostie het werkelijke lichaam en bloed van Christus is.
In een toestand van hoger bewustzijn zijn demonen in staat om – gepaard aan geweldige innerlijke ervaringen – mensen allerlei opvattingen te laten geloven (1 Timotheüs 4:1), ook de hier genoemde.
Het gespreksverslag gaat voor een deel over de ‘transsubstantiatie’, dat is de verandering van brood en wijn in het werkelijke lichaam en bloed van Christus. Het is een nogal onbegrijpelijk verhaal, waarvan de pastoor dan ook zelf zegt dat het een ‘eeuwig blijvend mysterie’ is. Dan zullen we dat maar zo laten.
De Bijbel en de eucharistie
Het citaat van het begin geven we hier nog een keer omdat het iets belangrijks laat zien hoe men denkt over de Bijbel in verhouding tot de sacramenten.
“De Bijbel is Gods Woord in menselijke woorden. Sacrament is genade in menselijke tekenen. In beide gevallen wordt het goddelijke vermenselijkt, hetzij in hoorbare of leesbare vormen, hetzij in zichtbare vormen en tekenen. Welnu, voor ons mensen is het, dankzij Gods openbaring, mogelijk geworden om God te horen, te zien, te voelen of te proeven. De Bijbel en de sacramenten zijn dus beide openbaringsmiddelen van God enerzijds en heilsmiddelen voor de mens anderzijds, ontmoetingspunten dus.”
De Bijbel en het sacrament worden beide gezien als openbaringsmiddelen van God, waardoor God zich door de mens laat kennen. Kennen in de zin van ‘ervaren’. Dat komt er dus op neer dat je God kunt (leren) kennen door de eucharistie mee te maken.
In ieder geval wordt daarmee de positie van de Schrift ondergraven. Je zou kunnen zeggen dat de Bijbel wordt gedegradeerd tot het niveau van de ervaring. Daardoor wordt de Bijbel gerelativeerd en haar gezag ontnomen. Wat dat betreft pas het naadloos in het postmoderne denken van onze tijd.
Eens voor altijd
Tenslotte gaat het bij de mis ook altijd om de vraag of daarbij Christus opnieuw gekruisigd wordt, ja dan te nee. Enerzijds bevestigt de roomse kerk dat Christus eens voor altijd gestorven is; zij zullen dat niet ontkennen en wat dat betreft zijn ze het met de protestanten eens. Maar tegelijkertijd vinden ze dat dat verlossingswerk in het sacrament tot de mens gebracht wordt om te ervaren.
“Ja, ook wij katholieken ervaren elke dag onze gebrekkigheid. En wij hebben hulp en kracht en genade nodig, want wij kunnen het niet uit onszelf. God heeft niets meer nodig, want Christus is eens en voor allen gestorven. Maar wij mensen leven nu (jaar 2010), en wij willen vandaag voelen en ervaren, horen en zien dat Christus toen voor ons gestorven is en bezig is ons nu te verlossen. Sacramenten zijn er voor ons, aangepast aan onze menselijke zintuigen. (…) Maar hoe zou Christus’ heil tot ons moeten komen, indien niet door het Woord en door de sacramenten. (…) Daarom vieren wij katholieken in de eucharistie de concrete aanwezigheid van Christus, onze Verlosser hier en nu, want hier en nu moet ik verlost worden
Uit dit soort uitspraken kunnen we alleen maar concluderen dat Christus’ verlossingswerk – alhoewel kennelijk ‘eens voor altijd’ volbracht – voor ons mensen doorgaat in elke mis en voor mensen ook ‘ervaarbaar’ is. De gelovigen merken daadwerkelijk op mystieke wijze dat Christus dat verlossingswerk nog steeds voor hen doet; althans, zo menen zij de mystieke ervaring te moeten duiden.
Ik vraag me trouwens af – zomaar tussendoor – of dit misschien de reden is dat men in de roomse kerk nog altijd de crucifix gebruikt, waar Christus nog steeds aan het kruis hangt?
We kunnen een paar conclusies trekken
- In de roomse opvatting is Christus verlossingswerk nog steeds niet volbracht; Hij is er nog steeds mee bezig. Voor de roomse gelovige is het elke keer op mystieke wijze te ervaren en dat bevestigt hem of haar van het nog steeds voortgaande verlossingswerk. Maar daarmee wordt – hoe je het ook wendt of keert – het eenmaal volbrachte werk van de Heer Jezus Christus op Golgotha’s kruis afgewezen.
- Wat in de roomse opvatting ontbreekt is geloof. Immers, het hele Woord van God moet geloofd worden en dat geldt ook voor Christus’ kruiswerk. Ik moet geloven dat het volbracht is, als Gods Woord dat zegt. Nadien zal ik uit dat geloof moeten leren leven en dat betekent juist dat ik moet vertrouwen op Gods Woord en niet op ‘godservaringen’.
Samenvattend
Als we de belangrijkste dingen zouden willen samenvatten dan komen we tot het volgende.
- De roomse kerk leert dat het verlossingswerk van Christus op Golgotha voor mensen nog niet compleet volbracht is en nog gevolgd moet worden door het ‘dagelijkse verlossingswerk’, het misoffer. Daarmee verwijdert men ‘Christus en Die gekruisigd’.
- Het leven uit geloof, geloof in de dingen die God in Zijn Woord heeft geopenbaard, heeft geen plaats in de roomse kerk. Geloof is daar het geloof in de dingen die ‘de kerk’ leert.
- Daarmee heeft ook de Schrift een ondergeschikte plaats. De traditie en wat de kerk leert is uiteindelijk het belangrijkste.
- Tenslotte is de centrale activiteit van de (dagelijkse) mis een praktijk waardoor de gelovigen onder demonische invloed komen te staan. De mis is niet anders dan een heidens ritueel gericht op het contact met de goden, waarbij men christelijke symbolen en woorden gebruikt.
Alleen hierom al is de roomse kerk feitelijk
niets anders dan een Babylonische afgodendienst
in een ‘christelijk’ jasje.
[1] Martie Dieperink, zie https://www.stucom.nl/document/0441.pdf
[2] Het artikel – ‘Een dialoog over de eucharistie’ – kun je hier lezen: https://www.stucom.nl/document/0437.pdf