Bidden zoals katholieken

Vroomheid verbindt?

Onder de kop “Mennoniet: Vroomheid verbindt christenen van diverse tradities” stond er gisteren in het RD een artikeltje over de promotie van Andrew Dyck op 5 september jl. aan de VU in Amsterdam. Zonder het hele artikel hier door te nemen, vielen me een paar dingen op.

Als eerste moet je het trieste feit vernemen dat een deel van de Mennonitische Broederschap zich al “bepaalde praktijken van geestelijke begeleiding[1], de lectio divina en de zangpraktijk van Taizé eigen gemaakt” hebben.

Vervolgens is het triest dat de promovendus dit alles positief duidt en zich niet afvraagt of de bijbel hier mogelijk ook iets over zegt.

Verder valt de Nederlandse titel van het proefschrift op: Bidden zoals katholieken? Die stond niet in het artikeltje, maar op de site van de VU.

Dat geeft precies aan waar het om draait. Het doel is dat alle christenen de oude tradities weer herontdekken en daarmee de afgodendienst worden binnengeleid. Ignatius, Benedictus en Taizé zijn bronnen waaruit je kunt putten om te ontdekken “dat je God en Zijn aanwezigheid kunt ervaren in het dagelijks leven” (zie inhoud proefschrift, pagina xi). Het is het doel van de roomse kerk om alle christelijke gemeenschappen in de contemplatie onder te dompelen.

Het gevolg is natuurlijk ook dat alle christenen die dit (her)ontdekken ook een bijzondere eenheid en verbinding ervaren. Want deze mystieke ervaring verbindt en schept eenheid. Maar het is niet de vroomheid die Paulus bedoelt als hij ons aanmoedigt ons te ‘oefenen in de godsvrucht’ (1 Timotheüs 4:7).

Contemplatie doortrekt alle gemeenschappen

Laten we eens uitgaan van het volgende:

  • dat na de opname van de Gemeente een periode komt waarin God de christenheid zal oordelen (de grote hoer, Babylon, Openbaring 17 en 18).
  • dat de christenheid dan vol is van demonen en de gevolgen van hun werk (bv Openbaring 18:2,5)
  • dat wij nu leven vlak voor de opname van de Gemeente.

Dan is het toch logisch dat we nu om ons heen een ontwikkeling zien waarbij afgodische contemplatieve praktijken de hele christenheid doortrekken? Je kunt geen andere conclusie trekken en je ziet het ook als je om je heen kijkt. Dingen die je 20 jaar geleden niet voor mogelijk had gehouden, zoals bijvoorbeeld

  • de teloorgang van de Mennonitische Broederschap in Canada (zie genoemd proefschrift boven),
  • de ‘christelijke meditatie’ in allerlei kerken en kringen (zie het vorige bericht),
  • Ann Voskamp’s tweede boek dat nog weer meer mensen de contemplatie in zal trekken dan het eerste,
  • de ‘verzoening’ van protestanten met de roomse kerk na 500 jaar Reformatie, zodat mensen als bv Ouweneel de roomse kerk geen dwalende kerk meer noemen,
  • en ga zo maar door…..

Je hoeft geen lid te worden van de roomse kerk, als je hun praktijken en spiritualiteit maar overneemt.

Weet God ervan, wist Paulus ervan?

Je kunt je afvragen of we elkaar niet maar wat wijsmaken door steeds voor dit soort dingen te blijven waarschuwen?

  • Als het werkelijk zo serieus is, dan zou het toch logisch zijn dat God ervan weet?
  • En als de Bijbel ons van God gegeven ‘licht op ons pad’ is, zouden deze dingen dan niet in Gods Woord staan?
  • Of nog concreter: zou Paulus er geen weet van hebben en erover geschreven hebben? Hij was toch door God aangesteld als ‘leraar van de heidenen‘ (1 Timotheus 2:7) en zou hij ons dan niets verteld hebben over de godendienst van de heidenen en de gevaren voor ons christenen?

Al een tijdje ben ik bezig met de eerste brief van Paulus aan Timotheüs en ik vind het verbazingwekkend hoeveel verwijzingen naar de contemplatie en de monastieke traditie ik tegen kom. Paulus maakt duidelijk dat degenen die zich hiermee bezighouden, afvallen van hun geloof en geestelijk schipbreuk lijden.

In de eerste brief aan de gemeente in Korinthe zijn we al uitgebreid onderwijs over en tegen afgodendienst tegengekomen (1 Korinthe 8-11). Maar in deze persoonlijke brief aan Timotheüs wordt het nog een stuk concreter. Wat te denken van de volgende uitdrukkingen en woorden.

  • het geweten of bewustzijn (1:5,19;4:2)
  • misleiding door satan en demonen (2:14;4:1)
  • de ascese (onthouding van seks en voedsel), oefening van het lichaam (4:3, 8) als middel om ‘vroom’ en dichter bij God te leven. Dat is toch kenmerkend voor het monastieke leven?
  • leringen van demonen (4:1), mythen (‘verzinsels’;1:4;4:7), zinloos, inhoudsloze en onheilige praat (1:6; 4:7; 6:20)
  • afwijken, afdwalen en afvallen (van het geloof) (1:6;6:21;6:10;4:1)

Binnenkort D.V. meer over 1 Timotheüs op deze site.

U echter, o mens die God toebehoort, ontvlucht deze dingen. Jaag gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na. Strijd de goede strijd van het geloof” (1 Timotheus 6:11,12).

 

 

 


[1] Hij noemt hier ‘geestelijke begeleiding’ oftewel in het Engels ‘spiritual direction’. Als je hierop zoekt vindt je o.a. een site die wereldwijd mensen traint om ‘het contemplatieve evangelie’ door te geven.