Mijn werk of Zijn werk…
Toen ik in september hoorde dat de longkanker was uitgezaaid en niet te genezen was, bekroop me het gevoel dat mijn leven nog niet ‘af’ was. Er was nog zoveel te doen en vooral dingen waarvan ik meen dat ik die ‘voor de Heer’ doe. Zoals deze site, waaraan nog best het nodige ontbreekt of anders of beter moet. Maar ook andere dingen; alles bij elkaar meer dan genoeg om te denken dat ‘mijn werk voor de Heer’ (hoe onbetekenend en klein ook) nog niet klaar was. Maar misschien is deze manier van denken wel een beetje hoogmoedig …
Ondertussen heb ik ontdekt dat het andersom is: Gods werk aan mij is nog niet klaar. Het is waarschijnlijk zo dat God Zelf nog aan mijn ziel te werken heeft en dat Hij daarvoor de omstandigheden van het leven gebruikt; in het bijzonder omstandigheden die je ‘levensbedreigend’ zou kunnen noemen, Dat besef drong door toen we laatst Psalm 57 lazen.
Ik roep tot God, de Allerhoogste,
tot God, Die Zijn werk aan mij voltooien zal.
(Psalm 57:3)
Deze tekst wordt in de verschillende vertalingen wel wat verschillend vertaald, vandaar dat in de HSV de woorden ‘Zijn werk’ cursief zijn, omdat ze door de vertalers zijn toegevoegd. Toch lijkt het mij geen slechte toevoeging omdat iets dergelijks voorkomt in Psalm 138:8 en daarin is naast de toevoeging ‘Zijn werk’ logisch als je verderop in de tekst kijkt.
De Heere zal Zijn werk voor mij voltooien;
Uw goedertierenheid, Heere, is voor eeuwig;
laat de werken van Uw handen niet los.
(Psalm 138:8)
Richt niet te gronde
In Psalm 57 beschrijft David dat hij voor Saul vluchtte in de grot. Hij werd achterna gezeten en was zijn leven niet zeker. Hij smeekte om Gods genade en zijn ziel nam de toevlucht tot God, onder de schaduw van Zijn vleugels. Zelfs de melodie was kennelijk een smeekbede: ‘Richt niet te gronde’ en drukte uit dat David zich er van bewust was dat Hij zonder Gods bescherming verloren zou zijn.
Maar hij wist dat niet alleen zijn vijanden aan het werk waren. Hij was zich er ook van bewust dat de Here God bezig was om Zijn werk aan zijn ziel te doen.
Het is juist niet de bedoeling van de Here dat Hij ons te gronde richt. Integendeel, Hij gebruikt de moeilijke omstandigheden tot ons voordeel en uiteindelijk tot Zijn eer.
Uw eer
Twee keer komt in Psalm 57 een refrein voor dat luidt “Verhef U boven de hemel, o God; Uw eer zij over de hele aarde“ (verzen 6 en 12). Dat dit benadrukt wordt is niet voor niks, want dat is de les die David leerde. Dat Gods werk voor en aan hem uiteindelijk de bedoeling heeft hier op aarde tot eer van God te zijn,
David heeft het verlangen dat in zijn levensbedreigende omstandigheden God laat zien dat Hij werkelijk de Allerhoogste is (vers 3), verheven boven de hemelen (vers 6 en 12) en dat de hele aarde zal zien hoe groot Zijn heerlijkheid is (vers 3 en 12).
Eigenlijk is dat ook wat de Heer Jezus tegen Martha zegt, als Lazarus gestorven is: “Heb Ik u niet gezegd dat u, als u gelooft, de heerlijkheid van God zult zien?” (Johannes 11:40). Het sterven van Lazarus en daarna het werk van de Heer aan hem, zou tot eer van God zijn!
Gods handen
Psalm 19:2 zegt : “De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen” en dat kunnen we begrijpen als we ’s nachts naar de sterrenhemel kijken. Hoe groot en heerlijk moet die God zijn die dat alles gemaakt heeft, hoe verheven boven de hemel (Psalm 57 : 6a, 12a)!
We zien wat Zijn handen gemaakt hebben en dat vertelt ons – en ieder die het horen wil – van de heerlijkheid van God, de Allerhoogste.
Maar wat wonderlijk is het dan dat diezelfde hand van God in ons lijden Zijn werk doet en iets uitwerkt tot Zijn eer! Het is dezelfde hand die de hemel gemaakt heeft die ook vandaag hier ons lijden zo vormt, dat heerlijkheid van God gezien kan worden.
Hoe Gods heerlijkheid in mijn lijden zichtbaar wordt? Daar kan ik niks van zeggen, ik weet het simpelweg niet en laat het maar aan de Heer over. Het is de belofte uit Zijn Woord, dus daar vertrouwen we op.
Gods hand heeft het hemelgewelf gemaakt,
en dezelfde hand werkt aan mij in het lijden van vandaag.
In beide wordt Gods heerlijkheid zichtbaar.
Over de Heer Jezus
Als je de bovenstaande dingen overdenkt, kom je haast vanzelf uit bij de Heer Jezus.. Hij is de eeuwige Zoon van God, de Schepper van alle dingen. Maar Hij werd mens om hier op deze aarde voor zondaren te lijden en te sterven op Golgotha’s kruis.
Maar hoe heeft Christus’ lijden niet Gods heerlijkheid laten zien! Dat is Gods volgorde: eerst lijden en dan heerlijkheid. Of zoals Petrus het zegt: “(…) dat de Geest van Christus getuigde van het lijden dat op Christus komen zou, en ook van de heerlijkheid daarna.” (1 Petrus 1:11)
Het is opmerkelijk dat in datzelfde hoofdstuk van de eerste brief aan Petrus ook over ons eigen lijden gesproken wordt. Petrus zegt dat we door voor een korte tijd bedroefd kunnen zijn door allerlei beproevingen. Daarmee gooit hij voor het gemak alle moeilijke dingen, alle soorten van lijden, die ons overkomen op een grote hoop en hij doet dat omdat het allemaal dingen zijn die ons geloof beproeven. Maar die geloofsbeproevingen zijn zo waardevol (voor God) dat ze zullen zijn tot lof en eer en heerlijkheid, bij de openbaring van Jezus Christus.
“(…) ook al wordt u nu voor een korte tijd
– als het nodig is – bedroefd door allerlei verzoekingen,
opdat de beproevingen van uw geloof (…)
mag blijken te zijn tot lof en eer en heerlijkheid,
bij de openbaring van Jezus Christus.”
(1 Petrus 1:6,7)
Wat is het geweldig om te weten dat ons lijden als kinderen van God uiteindelijk tot eer van God is. Als Christus geopenbaard wordt zal worden gezien wat ons lijden uiteindelijk heeft ‘opgeleverd’. Tot eer en lof van Hem, onze Heer en Heiland Jezus Christus.
Inderdaad Teun, geliefde broeder. De Heere Jezus is inderdaad nog niet klaar met zijn werk in ons. Ik sta van harte achter je laatste woorden “Wat is het geweldig om te weten dat ons lijden als kinderen van God uiteindelijk tot eer van God is. Als Christus geopenbaard wordt zal worden gezien wat ons lijden uiteindelijk heeft ‘opgeleverd’. Tot eer en lof van Hem, onze Heer en Heiland Jezus Christus” en wens jou en je vrouw een rijk gezegend uiteinde en een nabij leven met onze heiland in 2020 toe. Tenslotte hebben we bij de rechterstoel dadelijk niets anders aan te bieden dat wat de oude Simeon in handen had, en God loofde met de woorden “Nu laat U Heere uw dienstknecht gaan in vrede, volgens Uw Woord, want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.” (Luk. 2:29,30).
Laatst sprak ik tijdens een uitvaartdienst een evangelist die zich erop beroemde dat hij zoveel geredde zielen door zijn dienst bij het kruis had gebracht en daarom bij de opname voor de grote verdrukking hoorde, terwijl andere christenen nog door de eerste helft van die verdrukking moesten gaan om alsnog – na een korte tijd van louterend lijden – wakker geschud te worden om goede werken voort te brengen voor de Heer…
Toen ik hem vertelde dat ik de Heere God niets anders had aan te bieden dan Zijn eigen Zoon en de werken die Hij door mij heen had gedaan, nam hij afscheid en hoorde ik hem na de begrafenis aan een tafeltje enkele broeders vertellen waarom God onderscheid maakt tussen christenen die in slaap gevallen en ongehoorzaam zijn en christenen die gehoorzaam zijn en de zaterdag als Sabbat vieren…
Tja, ik moet erkennen dat ik heel lang jaloers ben op deze broeder vanwege zijn vurige ijver voor de Heere en de grote aantallen mensen die hij tot de Heer mocht brengen. Maar nu voel ik me gelukkig en vredig dat ik me niet met de vruchten, maar met de Wortel van mijn bestaan, de Heere Jezus en Zijn werk, mag bezig houden. Net als Simeon destijds en jij nu Teun (en Trudy)!