De stroom van spiritualiteit en charismatische dwalingen en praktijken blijft maar doorgaan en toenemen. Voortdurend komt hierin terug dat er meer is dan je dorre en droge christenleven van nu. Je hoeft af en toe CIP.nl maar te zien en de verhalen komen alweer langs. Gisteren bijvoorbeeld.
- Het getuigenis van iemand wiens bediening compleet veranderd is nadat hij naar een bijeenkomst met Randy Clark (“There is more”) ging om zich door hem de handen te laten opleggen (YouTube). Wonderen, tekenen en krachten waren kennelijk het gevolg en dat alles toegeschreven aan de Heilige Geest.
- Dan nog een tweede verhaal hoe een “There is more” bijeenkomst grote invloed gehad heeft op iemands leven en werken. Het begint met ‘leren luisteren naar Gods stem’.
Het is tevens een oproep om naar een nieuwe “There is more” bijeenkomst te gaan over het horen van Gods stem en het ontvangen van profetieën.- ‘Hearing Gods Voice’ is op 9 februari het thema tijdens ‘There is More Next’. Hoe kan je de stem van de Heilige Geest leren verstaan in je leven en hoe kan je de gave van profetie ontdekken en beoefenen?
- Op deze bijeenkomst spreekt onder meer een zekere Andrew Chapman, iemand die ‘woorden van kennis’ ontvangt en profeteert (YouTube). Hij onderwijst en traint mensen om ‘het bovennatuurlijke leven’ te kunnen ervaren.
- Er worden allerlei evenementen georganiseerd waar christenen het bovennatuurlijke kunnen ervaren. ‘Als je wilt weten wat je mist, moet je daarnaartoe gaan, dan kun je ontdekken en ervaren wat God eigenlijk voor je in petto heeft’, zo zegt men. De agenda op CIP.nl geeft voor de komende maanden allerlei events – ik noem maar geen namen – waar je bijvoorbeeld de volgende dingen kunt tegenkomen:
- ‘Leren profeteren, profetisch bidden, (…) beelden, dromen en visioenen’
- ‘(…) er wordt gebeden voor de zieken, bevrijding en de doop in Heilige Geest. Er gebeuren fantastisch mooie dingen. Samen zijn wij de kerk, samen het Lichaam van Christus. Iedereen is geroepen, iedereen is gelijk en geliefd door God.’
- ‘(…) toegerust worden om een nieuwe standaard neer te zetten met betrekking tot genezing en de gaven van de Heilige Geest’.
- ‘Zaterdag 19 mei staat in het teken van ‘impartation’, het overdragen en aanwakkeren van spirituele gaven door handoplegging. (…) We geloven sterk dat er in de aanwezigheid van God bovennatuurlijke wonderen, tekenen en manifestaties zullen plaatsvinden. Voor eenieder die verlangt naar een échte aanraking en ontmoeting met de Heilige Geest is dit een dag om niet te missen!’
Christus de Gekruisigde ontbreekt
Eén van de dingen die bij dit soort gebeurtenissen elke keer weer opvalt is het ontbreken van Christus, de Gekruisigde. Over Hem wordt met geen woord gesproken, laat staan dat men vol is van Hem die voor zondaren gestorven is.
Het is voor iedereen?
Gisteravond hadden we weer Bijbelstudie en spraken we met elkaar over 1 Korinthe 12. Het viel me op dat Paulus zulke andere dingen zegt over de geestelijke manifestaties dan je tegenwoordig overal hoort. Want wat je om je heen hoort is dat ervaringen als ‘Gods stem verstaan’, ‘woorden van kennis krijgen’ en ‘profetie’[1] dingen zijn die elke christen kan ervaren. ‘Je hoeft alleen maar naar een speciale bijeenkomst te gaan en voor je te laten bidden. Laat je de handen opleggen of je anderszins aanraken en je zult ervaren dat je leven verandert! Het is voor iedereen!’, zo zegt men.
Maar Paulus spreekt in 1 Korinthe 12 andere taal.
Paulus over ‘geestelijke manifestaties’
In Korinthe bestond vanwege de heidense komaf van veel gelovigen (zie vers 2) verwarring over wat nu eigenlijk ‘geestelijk’ was. Wat is nu wel of niet van de Geest van God? Het is dezelfde vraag die vandaag de dag meer dan ooit aan de orde zou moeten zijn en daarom is Paulus’ verhandeling ook voor vandaag ongelooflijk actueel.
- Paulus zet de vraag over ‘het geestelijke’ om te beginnen af tegen wat ze zelf wisten over de afgoderij. Herinner je hoe jullie toen jullie nog geen christen waren, de (af)goden gediend hebben. Jullie hadden contact met de onzichtbare wereld en gaven je over om door de demonen geleid te worden (vers2).
- Vervolgens maakt hij in vers 3 duidelijk dat wanneer Gods Geest werkt, het altijd om de Heer Jezus gaat. De Geest ‘zal Mij verheerlijken’ zei de Heer Jezus Zelf tegen Zijn discipelen (Johannes 16:15). Paulus gaat er in dit vers vanuit dat we altijd kunnen onderscheiden of iets van de Geest van God komt of niet.
- Als het gaat om de ‘geestelijke gaven’ (of genadegaven) moet je nog bedenken dat het niet alleen gaat om ‘de Geest’, maar dat de drie-enige God Zelf betrokken is bij de geestelijke gaven (verzen 4-6):
- Het is genade dat de Geest je iets geeft en je gebruiken wil (vers 4); het is geen menselijke verdienste of gevolg van menselijk handelen, maar pure genade.
- Als je dan een dienst mag doen, doe je dat voor de Heer (vers 5); Hij is je opdrachtgever. Een dienst verricht je in de eerste plaats voor Hem, niet voor mensen (ook al moet het nuttig zijn voor de ander – vers 7). Maar dat betekent ook dat je aan Hem verantwoording schuldig bent; het doet er wel degelijk toe hoe je bouwt (zie ook 1 Korinthe 3:10-15).
- Tenslotte is het nog een keer zo dat je niet alleen en de enige bent. Jij bent niet het middelpunt van je eigen universum, want God werkt allerlei verschillende werkingen bij allen (vers 6). Al je broeders en zusters staan er dus net zo in; zij het met andere gaven en diensten.
Ieder afzonderlijk
Zonder op allerlei details van de rest van het hoofdstuk in te gaan, kun je na lezing ervan maar tot één conclusie komen. En wel dat de genadegaven niet universeel zijn in de zin dat iedereen kan profeteren of iedereen woorden van kennis krijgt. Nee, Paulus betoogt juist het tegenovergestelde: de één ontvangt dit en de ander weer wat anders. Er is geen enkele gave waarvan je kunt zeggen dat die voor iedereen beschikbaar is.
“Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil” (12:11)
“(…) God heeft de leden, elk van hen afzonderlijk, in het lichaam een plaats gegeven zoals Hij gewild heeft” (12:18)
Het is niet voor niks dat hier zo de nadruk op ligt: “ieder afzonderlijk”. God geeft ieder iets, en ieder zijn eigen genadegave. In het hele hoofdstuk gaat het verder over dat thema van ‘individuele verscheidenheid’ (in het ene lichaam, jawel – zie vers 14).
Paulus laat niets heel van de charismatische claim dat het ‘bovennatuurlijke leven’ en de bijzondere manifestaties die dat met zich mee brengt, voor iedereen zouden zijn. Nee, God geeft aan ieder afzonderlijk en ieder krijgt de werkingen van de Geest die bij hem of haar passen en ten nutte komen van de andere leden van het lichaam.
De charismatische events gaan er vanuit dat de geestelijke manifestaties voor iedereen zijn en dat iedereen ze kan ervaren. Maar dat is juist wat 1 Korinthe 12 ontkent. Geestelijke gaven of werkingen? Prima, maar Gods Geest deelt die uit, niet aan de hele menigte hetzelfde, maar aan ieder afzonderlijk!
Gods Geest deelt uit, niet mensen
Nog een ander punt dat dit hoofdstuk uit deze eerste brief aan Korinthe ons leert is dat Gods Geest Zelf de geestelijke dingen uitdeelt. Ook dit staat haaks op de praktijk die we om ons heen zien dat er mensen met een bijzondere ‘bediening’ zouden zijn een of andere ‘manifestatie van de Geest’ aan anderen kunnen meedelen of overdragen (zie bijvoorbeeld ook hier).
Het twaalfde hoofdstuk van 1 Korinthe maakt duidelijk dat God Zelf door Zijn Geest de geestelijke gaven meedeelt, “zoals Hij wil”. Hij alleen kent de harten, Hij alleen weet wat nuttig is. Hij is “de God, Die alles in allen werkt” (vers 6).
“God heeft de leden, elk van hen afzonderlijk, in het lichaam een plaats gegeven zoals Hij gewild heeft” (vers 18).
Het is een werk van God in de harten van de leden van het ene lichaam (vers 27) tot nut van de anderen en op een zodanige manier dat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden voor elkaar gelijke zorg zouden dragen (vers 25). Hij is de Enige die weet hoe het lichaam het beste functioneert.
Er zijn geen definities van de genadegaven
Er valt nog iets op in dit hoofdstuk en dat is dat Paulus heel wat geestesgaven noemt in de verzen 8 tot en met 10, zonder dat hij deze definieert.
Een ‘woord van kennis’ wordt in de charismatische wereld gezien als iets dat de Geest je vertelt – meestal iets over iemand anders – wat je normaal gesproken helemaal niet kunt weten. Daarmee rechtvaardigen ze hun praktijk, maar het is natuurlijk maar de vraag of dit werkelijk de betekenis van een ‘woord van kennis’ is. Eenzelfde vraag kun je stellen bij veel van de andere gaven.
Maar het is opmerkelijk dat Paulus deze discussie in dit hoofdstuk helemaal niet aan gaat, en geen definitie van de gaven geeft. Hij neemt de termen zoals ze zijn en zoals ze gebruikt worden, maar laat ze verder voor wat ze zijn. Op deze wijze concentreert hij zich op het echte probleem dat hij hier wil adresseren, namelijk dat men er in Korinthe net als in de charismatische wereld van vandaag, vanuit gaat dat het ervaren van dezelfde geestelijke manifestaties voor iedere gelovige christen beschikbaar is.
Paulus maakt echter, zonder zich druk te maken over de precieze definitie van de verschillende gaven, zonneklaar dat dit een misvatting is en dat God Zelf door Zijn Geest een verscheidenheid aan genadegaven uitdeelt aan ‘ieder afzonderlijk’ en ‘zoals Hij wil’.
Gegrepen
Het bijwonen en openstaan voor de dingen die op dit soort events gebeuren brengt een groot risico met zich mee. Je maakt er dingen mee die veel indruk maken op je gevoel en waardoor je makkelijk gegrepen wordt. Paulus waarschuwt:
“Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus” (Kolossenzen 2:8).
In plaats daarvan zouden we ons met de Heer Jezus Christus bezig moeten houden en ons in Hem moeten verblijden.
“Verder, mijn broeders, verblijd u in de Heere. (…) Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere (…) opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word, om hoe dan ook te komen tot de opstanding van de doden.
Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen.” (Filippenzen 1-12).
[1] Maar ook allerlei andere charismatische zaken als ‘spreken of bidden in tongen’, ‘genezingen’ of ‘wonderen’.