Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven? Wie toch van u kan met bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen? En wat bent u bezorgd over de kleding? Kijk naar de lelies in het veld, hoe ze groeien; ze werken niet en spinnen niet; en Ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet gekleed ging als één van deze. Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? Wees daarom niet bezorgd en zeg niet: Wat zullen wij eten? of: Wat zullen wij drinken? of: Waarmee zullen wij ons kleden? Want al deze dingen zoeken de heidenen. Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt. Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
( Mattheüs 6:25-34)
Deze verzen leren ons dat wij een Vader hebben die ieders behoeften precies kent, en dat Hij ons liefheeft en voor ons zorgt. Niets ontgaat Hem. Alles wat Hij van óns vraagt is Hem te vertrouwen. Hij zegt zeer nadrukkelijk: “Weest niet bezorgd”!
Elders is er in het Woord Gods geschreven:
“Vertrouw uw weg aan de HEERE toe en vertrouw op Hem: Híj zal het doen”
(Psalm 37:5).
“Werp uw zorg op de HEERE, en Híj zal u onderhouden; Hij zal voor eeuwig niet
toelaten dat de rechtvaardige wankelt” (Psalm 55:23).
“Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en
smeken, met dankzegging bekend worden bij God” (Filippenzen 4:6).
“Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld dat zij niet hoogmoedig zijn, en
hun hoop niet gevestigd houden op de onzekerheid van de rijkdom, maar op de
levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten”
(1 Timotheüs 6:17).
“Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u” (1 Petrus 5:7).
Filippenzen 4:6 zegt duidelijk “Wees in geen ding bezorgd”. Bezorgdheid, angst, nerveuze gejaagdheid, al deze dingen onteren God. Het zijn uitingen van een vleselijke ongelovige ingesteldheid.
George Müller zei terecht het volgende:
Waar bezorgdheid begint, eindigt het geloof.
Waar geloof begint, eindigt de zorg.
Bezorgdheid is bijzonder dwaas, want … “Wie toch van u kan met bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen?” (Mattheüs 6:27; zie ook Lukas 12:25). 2 Is het niet zo dat God ieders leven en ieders bestemming in Zijn Eigen hand draagt? Daar kunnen wij niets aan toevoegen of afnemen. Zie eens wat Daniël zei tegen zelfs de goddeloze Belsazar:
“U hebt echter de God in Wiens hand uw adem is en aan Wie al uw paden toebehoren, niet verheerlijkt” (Daniël 5:23).
Waarom zou God dan niet de levens en behoeften van hen, die Zijn geliefde kinderen zijn, volledig in handen houden en voor hen zorgen! Het is een ontering van Gods liefde als wij daaraan twijfelen!
Zie eens naar onze roeping en uitverkiezing, zoals Paulus ons dat door de Heilige Geest leert:
En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt” (Romeinen 8:28-30).
De Heer heeft ons gekend – bestemd – geroepen – gerechtvaardigd – verheerlijkt! Hij is de Alfa en de Omega, maar ook óns begin en ónze eindbestemming. Wij zijn immers in Hem opgenomen: “… uw leven is met Christus verborgen in God” (Kolossenzen 3:3)! Als wij dan met Christus verborgen zijn in God, wat zou ons dan nog kunnen gebeuren?! Als wij naar onszelf kijken, in plaats van naar onze machtige en liefdevolle Heer, dan komt er bezorgdheid op, en dan gaan wij eerder ons vertrouwen stellen op de hulp van mensen, familie, geld of andere wereldlijke dingen, met de nodige angst voor als daar iets zou komen te haperen.
Wij zijn inderdaad uiterst hulpeloos in onszelf, en als wij daarbij blijven stilstaan dan zoeken wij niet daadwerkelijk de veiligheid op van onze hemelse Vader. We doen dan alsof Hij er helemaal niet is! Dat is de neiging tot ongeloof en zelfbeschikking die wij van Adam hebben meegekregen, de oude natuur.
Wij kunnen echter alles overgeven aan Hem die om ons geeft en die naar een innige gemeenschap met ons verlangt, waarin vertrouwen heerst. Dat ‘alles’ betreft werkelijk alles, dus ook de kleine dingen die ons beroeren in het dagelijkse leven. “Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden”.
Zorgen om wat komen gaat
Nog een kenmerk van bezorgdheid is het ongelovig vooruitzien. Dit is misschien wel het pijnlijkst van al en ze bezorgt ons slapeloze nachten. Het ongeloof wekt gedachten op van duistere tonelen en allerlei wanhoopstoestanden. Het ongeloof houdt ons in de greep met dingen die nooit zullen komen. Dit alles is erg dwaas, want onze Heer Jezus zei:
“Weest dan niet bezorgd over de dag van morgen; want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad[1]. ”
(Mattheüs 6:34).
De Heer belooft ons geen paradijs op aarde, maar Hij is er altijd bij om de dingen onder controle te houden en alle dingen werken zo mee ten goede. Daarbij moeten we onze bekommernis op dagelijkse basis behandelen, in gemeenschap met de Heer, en niet dagen of nog langer van tevoren. Hiermee wordt niet bedoeld dat wij op onverantwoordelijke wijze de dingen maar op zijn beloop moeten laten, nee, we dragen de zorgen van de dag op een gelovige manier en we piekeren niet over de toekomst.
In verband met vers 34 kunnen we ook eens een vergelijking maken met Exodus 16:4:
“Toen zei de HEERE tegen Mozes: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen. Het volk moet eropuit gaan en de per dag benodigde hoeveelheid verzamelen, zodat Ik het op de proef kan stellen of het naar Mijn wet wandelt of niet”.
God gaf de Israëlieten voedsel voor elke dag. Uit hun houding zou blijken wat er in hun hart is. Wie God niet vertrouwt zal méér verzamelen dan nodig is en zal zich daarmee ongelovig in ‘veiligheid’ willen stellen. God wilde Israël leren dat zij elke dag opnieuw van Hem afhankelijk zijn, en op Hem kunnen vertrouwen, en dat zij daar zelf niet toe doen. Later leerde Hij Zijn volk bidden: “Geef ons heden ons dagelijks brood” (Mattheüs 6:11). Onze bekommernis hoeft zich niet uit te strekken over dagen, weken of nog langer! Elke dag wandelen wij met de Heer en voor die dag worden onze behoeften ingelost, door Hem die altijd voor ons zorgt. Over de toekomstige dagen hoeven wij niet te piekeren.
Een waarschuwing
Verder is er in de Schrift nog een ernstige waarschuwing voor al degenen die, alhoewel zij zich ‘christen’ noemen, zich laten overmannen door zorgen of bekommernissen:
Wees op uw hoede dat uw hart niet op enig moment bezwaard wordt door … zorgen over de alledaagse dingen, en dat die dag u niet onverwachts overkomt. Want als een strik zal hij komen over allen die op het hele aardoppervlak wonen. Waak dan te allen tijde en bid dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten, en om te kunnen bestaan voor de Zoon des mensen”
(Lukas 21:34-36).
De “strik” die over allen zal komen die zich in beslag laten nemen door de “zorgen over de alledaagse dingen”, is dat de Gemeente (of de Kerk, het “lichaam van Christus”, 1 Korinthiërs 12:27) plotseling zal opgenomen worden (1 Thessalonicenzen 4:16,17; 1 Korinthiërs 15:51-53), met achterblijven van de naamchristenen. Deze laatsten streven aardse belangen na en worden in beslag genomen door aardse bekommernissen. Zij leven niet in gemeenschap met God, noch vertrouwen zij op Hem. Op die onverwachte dag zal de weg vrijkomen voor de Antichrist (2 Thessalonicenzen 2:3-9; 1 Johannes 2:18) en dan zal de grote wereldbrand losbreken, die zal uitmonden in de “grote verdrukking” (Mattheüs 24:21), de allergrootste wereldbenauwdheid aller tijden (Lukas 21:25). “Want zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn” (Mattheüs 24:37). Degenen die niet op God hun vertrouwen hebben gesteld zullen zich plots achtergelaten weten en zullen spoedig daarop overgeleverd zijn aan de grote wereldbrand, die beslist staat te komen!
Wij zullen moeten leren en groeien, tot we innerlijk tot rust zijn gekomen in het geloof, namelijk dat onze hemelse Vader in alles, en altijd, voor ons zorgt. Laten we daar naar streven en ervoor bidden. Dan zullen wij enkel oog hebben voor de geestelijke zaken omtrent het Koninkrijk Gods en zullen we niet gegrepen worden door het lot dat diegenen wacht die niet op God vertrouwen en daardoor niet waakzaam zijn omtrent de écht belangrijke dingen die spoedig zullen gebeuren.
“Uw leven is met Christus verborgen in God”
(Kolossenzen 3:3)
[1] Kantt. 41 in de Statenvertaling: “Dat is, kwelling, bekommernis en zwarigheid, die op elken dag voorvalt”.
Overgenomen van http://www.verhoevenmarc.be/PDF/geen-zorgen.pdf.