Het ‘There is More’-gebeuren trekt ook dit nieuwe jaar weer verder door Nederland. Het Evangelisch Werkverband (EWV) binnen de PKN promoot onder verschillende titels meer van de ‘Heilige Geest’. Bijvoorbeeld met ‘Ruimte voor de Geest’, ‘There is More Next’ en ‘Kom Heil’ge Geest’.
Iedereen wordt uitgenodigd om meer te leren en te ervaren van de ‘Heilige Geest’. We hebben er al vaker tegen gewaarschuwd en dit zal ook vast niet de laatste keer zijn.
De tekst van ‘There is More’ Next nemen we als uitgangspunt; hier en daar zetten we er wat commentaar bij.
Het echte geloof?
Volgens het EWV is er onecht geloof en echt geloof en om het echte geloof te leren kennen moet je dus bij het EWV zijn en van hen meer leren over de Heilige Geest. Kijk maar wat ze schrijven:
We geven in de ochtend diepgaand Bijbelonderwijs over ‘echt geloof’ (…)
We focussen deze dag op geloof. Het geloof dat bergen verzet. Jezus zegt in Mattheus 17: Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: “Verplaats je van hier naar daar!” en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’
Echt geloof is geloof dat bergen kan verplaatsen en een gave van de Geest van God. Maar vaak lijkt je geloof ontoereikend en we zien dat iemand niet geneest of het wonder uitblijft. Geloof kun je ook niet zelf scheppen, je ontvangt het. Het echte geloof is van Boven, het is krachtig en is verbonden met Jezus.
We gaan deze dag dat geloof vanuit de Bijbel ontdekken en het ook toepassen. Je denken wordt vernieuwd, je wordt genezen of ervaart een nieuwe vrijheid. Er komt herstel in relaties en mensen ontvangen wat God hen wil geven.
Dit stukje tekst zal dan waarschijnlijk wel het begin zijn van wat men ‘diepgaand Bijbelonderwijs’ noemt.
Het geloof om bergen te verzetten
Het zogenaamde ‘echte geloof’ is het geloof dat bergen kan verzetten. Als je doorleest blijkt dat hiermee bedoeld wordt, dat door jouw ‘echte geloof’ iemand kan genezen of er een wonder kan gebeuren. Hier zou denk ik veel over te zeggen zijn, maar we zullen ons hier maar beperken.
De bijbel kent helemaal geen onderscheid tussen ‘geloof’ en ‘echt geloof’; wel tussen geloof en ongeloof. Natuurlijk moet elke christen bij zichzelf nagaan of hij of zij het ‘zaligmakende geloof’ heeft (zie ook hier). Maar het echte bijbelse geloof is het ‘geloof in Jezus Christus‘ en het ‘geloof in Zijn bloed‘ (Romeinen 3:23-25). Het is het geloof waardoor je gerechtvaardigd wordt voor God. Het geloof waarmee je je weg als gelovige begint en waarmee je daarna je hele leven doorgaat. Dat is, als je het zo wilt noemen, het echte, zaligmakende geloof. Maar het heeft niks te maken met genezingen en wonderen.
Ook de Korinthiërs wilden ‘bergen verzetten’
Het streven naar ‘geloof dat bergen verzet’ – of anders gezegd, geloof dat zich manifesteert in wonderen en genezingen – is iets dat ook al in de gemeente in Korinthe aan de gang was. Net zoals het streven naar ’tongentaal’ of ‘engelentaal’ of het willen ‘profeteren’. Paulus zegt het zo:
“(…) al zou ik al het geloof hebben, zodat ik bergen zou verzetten, maar ik had de liefde niet, dan was ik niets.” (1 Korinthe 13:2)
Paulus maakt in dit gedeelte duidelijk dat het in het christenleven helemaal niet om dit soort bijzonder ‘wondergeloof’ gaat. Het is compleet onbelangrijk. Waar het werkelijk om gaat is of je ‘de liefde hebt‘. Met andere woorden of je de Heer Jezus Christus liefhebt en Gods Woord liefhebt. Dat is essentieel.
Iemand die zich tot God heeft bekeerd, in de Heer Jezus gelooft en weet dat Hij voor zijn of haar zonden gestorven is op het kruis van Golgotha, heeft de Heilige Geest ontvangen. Daarom heeft zo iemand de Heer Jezus lief en ook het Woord van God (zie hier).
Eigenlijk houdt Paulus de Korinthiërs twee wegen voor:
— de ene weg van geloof, waarin je – als werk van de Heilige Geest – Gods Woord en de Heer Jezus liefhebt;
— de andere weg waarin het gaat om een geloof van wonderen en genezingen, maar waarin je ‘niets’ bent.
Toets jezelf maar eens op welke weg je zit (‘beproef jezelf‘).
Luisteren naar Gods stem
Volgens TiM krijg je het ‘echte geloof’ door de Geest van God. Kennelijk is het ‘luisteren naar Gods stem’ de sleutel tot een leven door de Geest, want dit schrijven ze:
In de middag oefenen we met het luisteren naar Gods stem, want dat is echt de sleutel in het leven door de Geest. Dit zal Esther Vorsterman van Oijen met ons bespreken en oefenen. (…) je kunt kiezen op welk niveau je wilt oefenen in het spreken van God.
We zijn het ‘horen van Gods stem’ al eerder tegengekomen. Het is een van de kenmerkende misleidingen van de afgodische christenheid.
Je gelooft het niet:
je gelooft – zegt men – pas echt als je
Gods stem kan verstaan!
Mijn schapen horen Mijn stem
Het is me opgevallen dat men bij het promoten van ‘Gods stem verstaan’ ook altijd deze tekst gebruikt : “Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en ze volgen Mij” (Johannes 10:27). Hiermee ‘bewijst’ men dat het voor een christen normaal zou zijn dat hij de stem van God hoort; liefst elke dag en de hele dag door.
Het verbaast me trouwens elke keer weer hoe men dan de tekst leest. ‘Mijn stem horen’ moet je dan letterlijk nemen; ‘Zijn stem’ kun je in je hoofd net zo horen als de stem van Jan of Piet. Maar ‘Mijn schapen’ moet je niet letterlijk nemen, dat is dan natuurlijk wel figuurlijk bedoeld.
In het Nieuwe Testament wordt ons door de apostelen nergens iets geleerd hoe we ‘de stem van God’ zouden moeten verstaan en hoe we ons daarin kunnen oefenen. Laat staan dat we dat op verschillende niveau’s oefeningen zouden kunnen doen.
Overigens, het Oude Testament leert ons zo iets ook niet.
Het gaat om de ervaringen
In de YouTube video hierboven is al duidelijk gemaakt dat het leerstellige fundament onder het idee van ‘Gods stem verstaan’ niet deugt. Hieronder blijkt waar het uiteindelijk om gaat: je wordt meegenomen om uiteindelijk prachtige innerlijke ervaringen op te doen.
We gaan deze dag dat geloof vanuit de Bijbel ontdekken en het ook toepassen. Je denken wordt vernieuwd, je wordt genezen of ervaart een nieuwe vrijheid. Er komt herstel in relaties en mensen ontvangen wat God hen wil geven.
Heerlijke innerlijke ervaringen zul je meemaken. Welnu deze ervaringen komen niet van God, want ze stemmen niet overeen met de Bijbel (zie het commentaar van RV). Dan zijn er maar twee mogelijkheden:
a) of ze ervaren iets wat uit hun eigen innerlijk voortkomt en houden zichzelf op die manier voor de gek;
b) of de ervaringen komen uit de onzichtbare wereld en zijn afkomstig van demonen. Ook in dat geval houden mensen zichzelf voor de gek, omdat ze denken dat ze van God afkomstig zijn. De reden daarvan is dat deze ervaringen heel bijzonder en ‘bovennatuurlijk’ zijn omdat ze voortkomen uit het hogere bewustzijn. Als je dit hebt meegemaakt wil je het niet meer missen.
Veilig kennis maken met de gaven van de Geest
Tenslotte wordt de tekst afgesloten met de volgende mededeling.
Wij nodigen jou van harte uit om op een veilige manier kennis te maken met de gaven van de Geest.
Is dat niet vreemd? Het betekent waarschijnlijk dat men vermoed dat er mensen zijn die bang zijn om een TiM sessie mee te maken. Die angst is trouwens terecht.
Het lijkt wel op de campagne die D66 momenteel voert, dat elke jongere ‘veilig en zonder schuldgevoel‘ drugs moet kunnen gebruiken.
Het lijkt me verstandig om allebei niet te doen; geen drugs gebruiken en ook niet naar een TiM sessie gaan. Beide brengen je in contact met de onzichtbare wereld van de demonen, waarin je ‘heerlijke’ dingen kunt ervaren. Vergeet niet dat beide methoden er slechts twee zijn uit het uitgebreide arsenaal van satan, die zich voordoet als een ‘engel van het licht’.
3 Maar ik vrees dat, zoals de slang met zijn sluwheid Eva verleid heeft, zo misschien ook uw gedachten bedorven worden, weg van de eenvoud die in Christus is. 4 Want als er iemand komt die een andere Jezus predikt, die wij niet gepredikt hebben, of als u een andere geest ontvangt dan die u ontvangen hebt, of een ander evangelie, dat u niet aangenomen hebt, dan verdraagt u dat best. (…) 14 En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht.
(2 Korinthe 11:3,4,14)