Op zoek naar Paulus in Rome

Onlangs bespraken we op de Bijbelstudie het eerste hoofdstuk van de 2e brief aan Timotheüs. Wat in dit gedeelte opvalt is de zoektocht van Onesiforus naar Paulus, die in Rome gevangen werd gehouden. Een paar korte notities daarover om er verder over na te denken.

Allen hebben zich van mij afgekeerd

Alle gemeenschappen in Asia hadden Paulus verlaten, schrijft hij in 2 Timotheüs 1:15. Ze hadden het evangelie dat hij hen gebracht had niet ongeschonden bewaard. Zoals hij bijvoorbeeld Timotheüs opdracht had gegeven het ‘hem toevertrouwde pand te bewaren’ (2 Timotheüs 1:14).

De kern van dat Evangelie heeft hij in het eerste hoofdstuk ook beschreven; zie de verzen 9 en 10.

God roept de mens om hem te redden uit zijn verloren toestand. Het is Gods verlangen om de mens genade te verlenen op grond van Christus Jezus, die Hij in het begin al aan de mens beloofd heeft. Het is Gods genade, zonder dat de mens daar ook maar het minste aan kan bijdragen. Het is realiteit geworden toen de Heer Jezus Christus mens werd en aan het kruis is gestorven. Hij heeft de dood teniet gedaan voor ieder die in Hem gelooft. Door Jezus Christus is dit evangelie nu het publieke bewijs dat er ‘leven en onvergankelijkheid’ beschikbaar is voor ieder mens die gered wil worden en gelooft.

Maar in Asia zijn de christenen dit kennelijk allemaal kwijtgeraakt. Er zijn bepaalde delen weggelaten en mogelijk ook andere dingen (mythen) toegevoegd. In elk geval was het niet meer het zuivere evangelie dat Paulus hen verkondigd had.

Daarmee hadden ze niet alleen Paulus’ onderwijs terzijde geschoven, maar was ook hun relatie met de boodschapper slecht geworden. Paulus zegt dat ze zich van hem afgekeerd hadden.

Wat is er in de gemeenten gebeurd?

Asia is het westelijke deel van het huidige Turkije en was toentertijd een Romeinse provincie. Alle plaatsen die in Openbaring 2 en 3 genoemd worden lagen in Asia en Efeze was de hoofdstad van de provincie.
Je kunt gissen wat er in die gemeenten in Asia gebeurd is. Ongetwijfeld zijn het dingen die in Openbaring 2 en 3 genoemd worden door de Heer Jezus Zelf.

Maar de tekst in 2 Timotheüs 1 noemt nog iets: twee namen van hen die zich afgekeerd hebben. Ook deze namen staan er niet voor niets en daarom ben ik maar zo vrij om ook daar iets aan te ontlenen.

De eerste is Fygellus, wiens naam ‘vluchteling’ betekent. Nu is het de opdracht voor elke gelovige om ‘goed te doen aan alle mensen’ (Galaten 6:10), dus ook aan vluchtelingen. Daar kan geen misverstand over bestaan. Maar we proberen de situatie rondom Fygellus wat anders te bezien.

Fygellus is een vluchteling die terecht komt in een christelijke gemeente. Iemand die kennelijk een moeilijke situatie is ontvlucht en toen in de christelijke gemeente goed is opgevangen. Hij werd van het nodige voorzien. Zijn eenzaamheid was verdwenen, hij heeft er nieuwe vrienden gemaakt en hij voelde er zich thuis. Hij is er gebleven, maar niet omdat hij het evangelie geloofd heeft en Christus heeft aangenomen als Redder. Hij was er voor de sociale contacten en het vangnet dat ze hem boden.

Fygellus is daarmee mogelijk een prototype van de christen die zijn geloofsgemeenschap vooral ziet als een sociaal netwerk dat dan ook nog het evangelie uitdraagt. Maar dan een evangelie dat vooral een sociaal evangelie is. Waarbij het getuigenis van bekering tot God en geloof in Jezus Christus niet meer noodzakelijk is.

De tweede persoon is Hermogenes, wiens naam ‘zoon van Hermes’ of ‘zoon van Mercurius’ betekent. Gezien de goden-namen Hermes en Mercurius kunnen we rustig aannemen dat Hermogenes iemand was die vanuit een heidense achtergrond tot geloof is gekomen. Maar waarschijnlijk heeft hij niet alle heidense praktijken en ideeën achter zich gelaten, zodat ook hij het Evangelie van Paulus heeft verminkt met heidense opvattingen (zie ook hier).

Dat een christelijke gemeenschap door dit soort van invloeden het Evangelie van God kwijt kan raken is goed voorstelbaar en je kunt het om je heen zien gebeuren. Over het onderwijs van Paulus wordt weinig meer gesproken en men denkt dat het Evangelie van God vooral in de vier evangeliën te vinden is.

Onesiforus – een nuttige dienst

Daar kwam nog bij dat Paulus juist vanwege het evangelie gevangen was gezet in Rome. Naast de geestelijke afstand met de christenen in Klein-Azië, was er nu dus ook een fysieke afstand, zodat je Paulus niet zomaar kon tegenkomen.

Toch was er iemand die Paulus heeft opgezocht: Onesiforus. Zijn naam betekent iets als ‘iemand die nut brengt’. Het was kennelijk iemand die nuttig was, ook voor de gemeente in Efeze, waar hij gediend heeft (1:18).
Mogelijk heeft hij daar ook Paulus gediend, wanneer we althans afgaan op de vertaling van die tekst in de EBV24 vertaling, waar staat “hoe hij mij in Efeze gediend heeft, weet je heel goed.”
Maar Onesiforus heeft het daarbij niet gelaten, maar hem in Rome opgezocht om voor Paulus tot nut te zijn. Hij bracht de bemoedigingen waar Paulus behoefte aan had (1:16).

Ook in Korinthe waren mannen die Paulus opgezocht hebben: Stefanas, Fortunatus en Archaïcus (1 Korinthe 1:17,18). Ze hebben zijn geest verkwikt, schrijft hij. Dat kan haast niets anders betekenen dan dat ze over het Evangelie van God en over de Heer Jezus Christus met hem gesproken hebben. Zo was het ongetwijfeld ook bij Onesiforus. Zijn voorbeeld mag ons aansporen om medegelovigen op te zoeken en te bemoedigen in het geloof. Want als zelfs de grootste apostel daar behoefte aan had, hoe zou dat dan niet het geval zijn met ons, die maar ‘gewone’ gelovigen zijn?

Paulus in Rome

We leven in een tijd waarin de christenheid steeds meer in verval raakt. De roomse kerk (Rome) domineert steeds meer het christelijk erf en de roomse contemplatie dringt alle gemeenschappen binnen. Het is wat Paulus ook in zijn twee brieven aan Timotheüs beschrijft. Dan komt het aan op het persoonlijke geloof dat we moeten vasthouden (2 Timotheüs 1:14). Daarbij is het onderwijs van Paulus ongelofelijk belangrijk.

Ook in het geestelijke Rome van tegenwoordig is Paulus als het ware gevangen gezet. Wat hij van God ontvangen en ons geleerd heeft is in de christenheid momenteel nogal verborgen; om je heen vind je het nauwelijks terug.
Maar ook wij worden door Onesiforus aangespoord ons weer met het onderwijs van Paulus bezig te houden. Vooral ook in de Romeinbrief die gaat over het hele Evangelie van God en daarna de overige brieven die enerzijds Christus heerlijkheid laten zien, maar ons ook waarschuwen tegen alle bedreigingen die op  het apostelconvent (Handelingen 15) zijn vastgesteld. We moeten Paulus net als Onesiforus ‘ijverig zoeken om hem te vinden’.

Het begin en einde van de brief aan de Romeinen

Laten we maar afsluiten met de eerste en laatste teksten van de brief aan de Romeinen. Beide gedeelten gaan over het Evangelie van God, dat God beloofd heeft en waarvoor Paulus een speciale apostel was.

Paulus, een dienaar van Jezus Christus,
een geroepene en een apostel,
die afgezonderd is voor het Evangelie van GOD 
– dat Hij vanaf het begin beloofd heeft door zijn profeten in de Heilige Schriften – met betrekking tot zijn Zoon,
die wat het lichaam betreft geboren is uit het zaad van het huis van David 
en door de kracht en de Heilige Geest die Jezus Christus, onze Heer,
uit het verblijf van de doden heeft doen opstaan,
geopenbaard is als de Zoon van GOD. 
Want door Hem hebben wij genade ontvangen en het apostelschap onder alle volken,
opdat zij gehoorzaam zullen zijn aan het geloof in zijn Naam, want ook jullie zijn uit de volken geroepen door Jezus Christus. 
Aan allen die in Rome zijn,
geliefden van GOD, geroepenen en heiligen:
vrede en genade zij met jullie van GOD, onze Vader,
en van onze Here Jezus Christus.

(Romeinen 1:1-7 EBV24)


Aan Hem die bij machte is jullie te bevestigen
door mijn Evangelie
– het Evangelie dat verkondigd is over Jezus Christus
door de openbaring van het geheimenis dat eeuwenlang verborgen is geweest, 
maar dat nu geopenbaard is door
de profetische Schriften
en in opdracht van de eeuwige GOD aan alle volken bekend is gemaakt, opdat zij zullen gehoorzamen door het geloof –

aan Hem de enige Wijze, zij de heerlijkheid door Jezus Christus tot in alle eeuwigheid.
Amen.
De genade van onze Here Jezus Christus zij met jullie allen.

Amen.
(Romeinen 16:24-27 EBV24)