Naar aanleiding van het vorige bericht vroeg iemand me of ik er wel tegen kon, ‘al die negatieve dingen’. Tja, je doet datgene wat je denkt dat je voor de Heer moet doen. Ik kan m’n ogen niet sluiten voor alles wat er gaande is. De laatste weken ben ik al weer meerdere gelovigen tegengekomen, die op een of andere manier lijden onder de gevolgen van de afval die op christelijk erf gaande is. En iedereen probeert er op zijn of haar manier wat van te maken.
Je kunt niet voorbij gaan aan het feit dat de ene na de andere ‘bijbelgetrouwe christengemeenschap’ terecht komt in het spiritueel-charismatische afvalwater van onze tijd. Van nabij kun je het meemaken dat een gemeenschap binnen 25 jaar compleet omgeturnd wordt. Kun je er iets tegen doen dan? Ik heb geen enkele illusie dat deze ontwikkeling tegen te houden is. Sterker nog, de Bijbel geeft duidelijk aan dat dit iets is wat in de laatste dagen zal gaan gebeuren. En toch worden we opgeroepen ten strijde te trekken.
Strijd
Om te beginnen moeten we ons realiseren dat er een heftige strijd gaande is om de zielen van alle mensen. Ook van allen die ‘christen’ heten. We moeten ons er van bewust zijn dat satan alles uit de kast haalt om te trachten de gelovigen van Gods weg af te brengen en onder zijn eigen invloed te krijgen. En hij doet dat op de meest listige manieren.
“Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. Want we hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten” (Efeze 6:11-12)
Alle machten van de duisternis en het kwaad in de onzichtbare wereld proberen onder aanvoering van de duivel zelf, de christenen achter Christus weg te trekken. Een gelovige die niet ziet dat dit gaande is, loopt groot gevaar misleid te worden. Immers het gaat er in eerste instantie om dat we zelf staande blijven en weerstand kunnen bieden, zoals ditzelfde bijbelgedeelte in Efeze 6 ons ook zegt.
- “(…) opdat u stand kunt houden (…)” – vers 11
- “(…) opdat u weerstand kunt bieden (…) en stand kunt houden.” – vers 13
- “Houdt dan stand (…) – vers 14
De waarheid
“Houdt dan stand, uw middel omgord met de waarheid” (Efeze 6:14).
Het eerste onderdeel van de wapenrusting in deze strijd is de waarheid. Daarover gaat de strijd: de waarheid van Gods Woord. We kunnen alleen maar staande blijven als we ons omringen met de waarheid van Gods Woord. Ons niet laten verleiden om er andere opvattingen op na te houden. De waarheid van God is altijd in het geding (zie ook hier). Geen wonder dat de gelovigen in het begin bleven volharden in ‘de leer van de apostelen’.
Velen zeggen tegenwoordig dat de strijd die christenen te voeren hebben niet gaat om de waarheid, want de waarheid bestaat niet. Het gaat om persoonlijke strijd. Dingen in je karakter of in je gewoonten die je zou moeten veranderen of dingen waar je het moeilijk mee hebt. Of het gaat om het bestrijden van onrecht in de wereld, waarvan men zegt dat het de christelijke plicht is om hier tegen op te treden. Welnu, dit zijn op zichzelf geen onbelangrijke dingen, maar het zijn niet de dingen die de bijbel bedoelt als het gaat om de geestelijke strijd die we te strijden hebben. Die gaat om de waarheid van Gods Woord: “Is het echt zo dat God gezegd heeft (…)?” (Genesis 3:1).
De apostel Johannes verblijdt zich als hij opmerkt dat de gelovigen – ook de jongeren – ‘in de waarheid wandelen’ (2 Johannes 4 en 3 Johannes 4).
Strijden in de gebeden
Als laatste wordt in Efeze 6 vermeld het bidden en smeken, zonder dat dit direct een onderdeel van de wapenrusting genoemd wordt. Toch is het een ‘strijdmiddel’ zoals Paulus het ook noemt in de brief aan de Romeinen:
“En ik roep u ertoe op, broeders, door onze Heere Jezus Christus en door de liefde van de Geest, om samen met mij te strijden in de gebeden tot God voor mij (…)” (Romeinen 15:30)
In Jeruzalem waren er die de prediking van Paulus tegen stonden. Hij noemt ze ‘ongehoorzamen’ en hij heeft kennelijk grote moeite met hen. Het zou zelfs kunnen zijn dat door hun tegenstand de gelovigen in Jeruzalem de gaven van de gemeenten in Macedonië en Achaje (zie vers Romeinen 15:26) niet zouden willen aannemen. Paulus bidt om van deze ongehoorzamen verlost te worden en hij roept de gelovigen in Rome op om er ook voor te bidden. Hij noemt het ‘strijden in de gebeden’.
Maar strijden in het gebed gaat alleen maar als we ons bewust zijn van de geestelijke strijd die gaande is overal waar de werkers van de Heer voor Hem bezig zijn. Ons realiseren dat de tegenstander erop uit is op listige manieren het werk te gronde te richten. Dan kunnen we gericht bidden.
Ik roep u op broeders
Paulus roept hier op om voor hem te strijden in de gebeden. ‘Oproepen’ is niet zo maar een vraag neerleggen, nee het betekent ‘aansporen’ en zelfs ‘smeken’. Paulus smeekt de gelovigen om met hem mee te strijden in het gebed. Het is alsof ook zijn leven er bij wijze van spreken van af zou hangen.
Hetzelfde woord ‘oproepen’ wordt dan in het volgende hoofdstuk gebruikt als (Romeinen 16:17) als het gaat om het tegenstand tegen de waarheid onder de gelovigen in Rome.
Ik heb een vermoeden dat deze twee oproepen niet per ongeluk in deze volgorde staan. Eerst zien dat er een strijd gaande is en daarom strijden in de gebeden met de arbeiders van de Heer. Deze ‘oefening’ is nodig om daarna pal te staan voor de waarheid in de eigen gemeenschap (16:17-20).
“De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u” (Romeinen 16:20b).