Is Saul ook onder de profeten?

Bizarre uitingen van charismatische aard worden vaak gerechtvaardigd met de verwijzing naar bijzondere gebeurtenissen in de Bijbel. Dat gebeurde ook na de ‘There is more’ conferentie waar we het al eerder over gehad hebben. Zo schrijft Ronald Westerbeek daarover op zijn blog “Hoe beoordeel je charismatische conferenties?”.

De redenering die hij – en veel anderen met hem – volgen is dat de Geest van God vandaag de dag onverwachte, bijzondere en misschien wel extreme dingen kan doen, omdat dat in de Bijbel ook voorkomt.

“Gods Geest heeft soms kennelijk de neiging om dingen te doen die we ongepast en bizar vinden, en waarvan we denken: “Dit kan toch niet van God zijn?!”

Verwezen wordt dan naar onder meer de geschiedenissen in 1 Samuel 10 en 19. De redenering is dat de Geest van God hier onder meer bewerkstelligt dat Saul zomaar onverwacht begint te profeteren. Bij een andere gelegenheid beginnen meerdere personen hetzelfde te doen en opnieuw ook Saul, die daarbij bovendien een dag en nacht naakt op de grond ligt. Dus is de vraag: als God toen zo bijzonder kon werken, waarom zou Hij dat nu niet meer doen? Het advies dat dan gegeven wordt, is dat je er op zijn minst voor zou moeten openstaan dat Gods Geest dit soort dingen vandaag ook nog kan werken

Hoe moet je 1 Samuel 10 en 19 beoordelen

De cruciale vraag is natuurlijk hoe je de genoemde geschiedenissen in 1 Samuel moet beoordelen. De voorstanders van charismatische uitingen nemen deze situaties als voorbeeld voor nu. Toen kon het, dus waarom nu niet? Ik begrijp de redenering, ook al trekt men naar mijn idee de verkeerde conclusie.

Mijn beoordeling van de situaties in deze hoofdstukken is eveneens dat ik veel paralellen zie met de charismatische uitingen van onze tijd. Daarom zie ik het niet positief, maar negatief. Nu kun je daar oeverloos over heen en weer praten, maar misschien heeft God er Zelf ook een opvatting over. Dat zou waarschijnlijk wel helpen, want Hij is de enige die weet hoe de dingen echt in elkaar steken. Zijn Woord is de waarheid, ook in deze dingen.

De mening van God Zelf

Welnu, God geeft aan Zijn profeet Jeremia in de periode voordat het volk Israël in ballingschap gezonden zou worden, duidelijke woorden over allerlei misstanden. Onder meer over de profeten die in Israël zijn opgetreden. Het maakt duidelijk wat de Here God er Zelf van vindt.

God begint in Jeremia 2 bij het begin. Hij refereert aan de uittocht uit Egypte en de tocht door de woestijn. Het begon goed: een liefdesrelatie tussen de Here en Zijn volk:

Ik denk aan u, aan de genegenheid van uw jeugd, aan de liefde van uw bruidsdagen, toen u achter Mij aan ging in de woestijn (…)” (Jeremia 2:2)

Maar dan komt direct in vers 4 en 5 al de omslag:

Wat voor onrecht hebben uw vaderen in Mij gevonden, dat zij zich ver van Mij hebben gehouden, dat zij achter nietige (dingen) zijn aan gegaan en zelf nietig zijn geworden (…) Ik bracht u in een vruchtbaar land (…) maar toen u daarin kwam, verontreinigde u Mijn land en hebt u Mijn eigendom tot een gruwel[1] gemaakt.” (Jeremia 2:4-7)

Dan in vers 8 maakt de Here duidelijk hoe het zit met de profeten:

“(…) en de profeten profeteerden namens de Baäl”.

Dit is de meest heldere en directe uitspraak van God over de ‘inspirator’ van de profeten. Hij laat er meteen aan het begin van dit boek geen misverstand over bestaan dat de oorsprong van wat de profeten zeiden van demonische en duivelse aard was. Geen enkele onduidelijkheid!

Het betekent dat de profeten ook afgoderij bedrijven en zich openstellen voor de onzichtbare wereld. Ze menen dat God hen dingen duidelijk maakt die ze door moeten geven, maar het zijn dingen die satan en zijn demonen hen ingeven. De Here noemt het dat ze ‘profeteerden namens de Baäl’.

Nadat de Here dit allerbelangrijkste gezegd heeft, volgen in het boek Jeremia nog meer onthullende kenmerken van de profeten. Dingen die allemaal verbonden zijn met deze afgoderij. We laten er een aantal de revue passeren:

  • Iets verschrikkelijks, iets afschuwelijks gebeurt er in het land: de profeten profeteren leugens” (Jeremia 5:30-31). De profeten spreken niet de waarheid, Gods woorden, maar leugens.
  • Daarom, zo zegt de Heere over de profeten die profeteren in Mijn Naam, hoewel Ik hen niet heb gezonden (…)” (Jeremia 14:15). Het zijn mensen die niet door de Here geroepen zijn, maar toch zeggen dat ze namens Hem spreken, Zijn woorden doorgeven. “Zij spreken een visioen uit hun eigen hart, niet uit de mond van de Heere” (Jeremia 23:16).
  • Ik heb die profeten niet gezonden, toch zijn zij zelf gaan lopen. Ik heb niet tot hen gesproken, toch zijn zij zelf gaan profeteren”. (Jeremia 23:21)
  • (…) Ik zal die profeten! spreekt de Heere, die Mijn woorden van elkaar stelen.” (Jeremia 23:30). Bovendien praten ze elkaar ook nog steeds na; ze stelen ‘Gods woorden’ van elkaar!
  • Luister niet naar uw profeten, naar uw waarzeggers, naar uw dromers, naar uw wolkenduiders en naar uw tovenaars (…). Want zij profeteren u leugen (…)”. (Jeremia 27:9-10). De profeten worden in één adem genoemd met occulte lieden die voor Gods volk verboden waren. Net zo’n rijtje vinden we in Jeremia 29:8, waarna gezegd wordt: “Luister niet (…), want met leugen profeteren zij tegen u in de Mijn Naam. Ik heb hen niet gezonden, spreekt de Heere”.

Ook elders wordt nog het nodige over de profeten gezegd, zoals bijvoorbeeld de onderstaande uitspraken.

  • Uw profeten hebben voor u gezien valse visioenen en dwaasheid (…)” (Klaagliederen 2:14).
  • (…) zeg tegen hen die naar eigen inzicht profeteren: Hoor het woord van de Heere! Zo zegt de Heere Heere: Wee de dwaze profeten die hun eigen geest volgen zonder iets te hebben gezien!” (Ezechiël 13:2)
  • Zo zegt de Heere tegen de profeten die Mijn volk misleiden (…) Wie hun echter niets in de mond geeft, aan hem verklaren zij de oorlog (Micha 3:5). En in vers 11 van hetzelfde hoofdstuk: “(…) hun profeten plegen waarzeggerij voor geld. En nog steunen zij op de Heere en zeggen: Is de Heere niet in ons midden? Ons zal geen kwaad overkomen.” De profeten verwachten wel van je dat je ze naar de mond praat en hun woorden niet in twijfel trekt, anders heb je een slechte aan ze: dan wordt het oorlog! Het liefst verdienen ze er ook nog wat aan. En bij dit alles denken ze nog steeds dat de Here met hen is!
Samuel en de profeten
De groep profeten

Op grond van het voorgaande moeten we de profeten die ten tijde van Samuel optraden (hoofdstukken 10 en 19) kenmerken als valse profeten, mensen die meenden dingen van God te ontvangen, maar ondertussen ‘namens de Baäl profeteerden’. Ze gebruikten muziekinstrumenten en waren in een groep, twee dingen die kennelijk helpen bij het ‘ervaren van het bovennatuurlijke’.

Wat je in beide hoofdstukken ziet is dat er grote invloed uitgaat van zo’n groep. Als er mensen bij komen die ook ‘verlangen naar meer’ en zich daarvoor openstellen, dan zullen ze ook snel dezelfde verschijnselen ervaren. Als Saul in deze groep komt (1 Samuel 10:10) krijgt hij ‘godservaringen’ en begint ook te profeteren. Vandaar de verwondering: ‘Is Saul ook onder de profeten?’.

Hetzelfde zien we gebeuren met de boden van Saul die onder invloed komen van een groep profeterende profeten (1 Samuel 19:20,21) en dezelfde bovennatuurlijke ervaringen meemaken. Tenslotte gaat Saul ook zelf en ontkomt hij opnieuw niet aan de invloed van de profeten. Zelfs zo erg dat hij een dag en nacht naakt blijft liggen. Kennelijk was ook dat niet ongewoon onder de profeten, want opnieuw stelt men de vraag ‘Is Saul ook onder de profeten?’.

Samuel

Samuel heeft niet onderscheiden wat er met de profeten aan de hand was. Kennelijk heeft hij zich onvoldoende gerealiseerd wat de Here in Deuteronomium al gezegd had over het dienen van afgoden. Hij heeft het niet onderkent en daarom laat hij Saul gewoon op pad gaan richting de profeten. Hij had hem moeten waarschuwen en zeggen dat hij hen moest mijden! Maar Samuel vond kennelijk dat Saul dit wel nodig had, want hij denkt ten onrechte dat dit een werk van ‘de Geest van de Here’ is en weet precies wat er gaat gebeuren: “(…) u zult in een ander mens veranderd worden” (1 Samuel 10:5-6).

Het is triest om te moeten constateren dat een dienstknecht van de Here zo de mist in kan gaan omdat hij niet weet te onderscheiden wat afgoderij is.

Later vinden we in hoofdstuk 19 dat de band van Samuel met de profeten nog nauwer wordt. Want daar lezen we dat hij ‘leiding geeft’ aan de profetengroep (1 Samuel 19:20), iets wat we in hoofdstuk 10 nog niet lezen. Hij heeft zich dus zeer verbonden met deze groep afvallige profeten en dat heeft consequenties voor zijn dienst voor de Here. Na deze gebeurtenis in hoofdstuk 19 lezen we niets meer over Samuel. Alleen maar een heel kort en triest berichtje over zijn dood.

Samuel stierf; en heel Israel kwam bijeen, zij bedreven rouw over hem en begroeven hem bij zijn huis in Rama.”(1 Samuel 25:1)

En Saul?

Saul is als koning aangesteld. In het begin heeft hij ‘een levensveranderende ervaring gehad’. Het was niet omdat hij de Here zocht, maar het waren demonische invloeden, wat in zijn leven verder ook duidelijk werd.

We gaan hier niet verder het leven van Saul doornemen, dat komt wellicht later nog eens. Overigens kun je vanuit bovenstaand perspectief nog een keer de geschiedenis van Saul doorlezen. Mogelijk vallen dan wat dingen op hun plek.

Anno 2016

De dingen die in Israël gebeurd zijn, zijn ‘voorbeeld en waarschuwing voor ons, over wie het einde van de eeuwen gekomen is’ (1 Korinthe 10:11). Zo ook deze dingen met betrekking tot de profeten in Israël.

Er was veel verwarring in Israël over wat wel of niet van de Here was. Zelfs Samuel ging op dat punt op een gegeven moment jammer genoeg de mist in. Toen en nu is het zo dat als iemand niet weet afgodendienst is en niet kan onderscheiden wat van de Here is en wat van de afgoden, dan heb je een probleem.  De verwarring op dit punt is nog nooit zo groot geweest als vandaag.

Het gevaar van bijeenkomsten waar valse leraars actief zijn en zogenaamd woorden van God doorgeven (vaak noemen ze dat ‘gedegen Bijbelstudie’), is groot. Er gebeuren bijzondere dingen, maar ze zijn niet van de Heer. Voor je het weet wordt je beïnvloed. Soms – maar vaker spreekt men er liever niet over – hoor je over de negatieve gevolgen in een mensenleven, net als bij Saul.

De ‘There is more’- conferentie rechtvaardigen met de verhalen de profeten en Samuel? Het is maar hoe je de bijbel leest!

Tot onze onderwijzing

Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden. (…) opdat u eensgezind, met één mond, de God en Vader van onze Heer Jezus Christus verheerlijkt” (Romeinen 15:4-6)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

[1] De woorden ‘nietig’ (of nietigheden) en ‘gruwel’ hebben altijd te maken met afgoderij.