De ondergang

De reis van Paulus naar Rome in Handelingen 27 en 28 wordt wel toegepast op de kerkgeschiedenis. Nu zou er een heel debat aan gewijd kunnen worden met argumenten voor en tegen of je dit echt zo mag toepassen. We gaan dat hier maar niet doen.

Schipbreuk lijden

Toch denk ik dat er wel aanleiding is om de geschiedenis van Handelingen 27 en 28 niet alleen maar als historie te zien, maar er juist ook lessen voor nu uit te halen. Daarbij sluiten we aan bij een eerder artikel van september 2017 ( zie hier). Daarin hebben we gezien hoe Paulus in de 1e brief aan Timotheüs beschrijft welke gevaren de gemeente van Jezus Christus bedreigen en dat die gevaren veel kenmerken vertonen van de ‘contemplatieve weg’ ( zie hier) die we in onze tijd kennen. Door niet vast te houden aan de ‘gezonde leer’ van Gods Woord verliezen christenen hun geloof. Ze lijden ‘schipbreuk in het geloof’ (1 Timotheüs 1:19)

Gezonde leer

Die ‘gezonde leer’ speelt ook een belangrijke rol in de reis van Paulus.

“(…) waarschuwde Paulus hen en zei tegen hen: Mannen, ik zie dat de vaart zal plaatsvinden met hinder en grote schade, niet alleen voor de lading en het schip, maar ook voor ons leven. Maar de hoofdman vertrouwde de stuurman en de kapitein meer dan wat door Paulus gezegd werd.” (Handelingen 27:9-11)

Het gaat hier om wat Paulus zegt tegenover de opvattingen van de stuurman en kapitein van het schip. Deze deskundigen hebben ‘ervoor doorgeleerd’ om een schip ongehavend op de plaats van bestemming te krijgen. Dat de hoofdman meer waarde hecht aan hun adviezen dan aan de woorden van Paulus is menselijkerwijs dan ook best te begrijpen. Toch had Paulus het bij het rechte eind en zou veel onheil voorkomen zijn als ze naar Paulus hadden geluisterd.

Hetzelfde vinden we bij de Korinthiërs, waar menselijke wijsheid (in Gods oog dwaasheid dus) de boventoon voerde boven de wijsheid van God.

“(…) opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God. En wij spreken wijsheid onder de geestelijk volwassenen, maar een wijsheid niet van deze wereld, en ook niet van de leiders van deze wereld, die tenietgedaan worden. Wij spreken echter de wijsheid van God, als een geheimenis; een wijsheid die verborgen was en die God vóór alle eeuwen voorbestemd heeft tot onze heerlijkheid; een wijsheid die niemand van de leiders van deze wereld gekend heeft. (…)“ (1 Korinthe 2:5-8)

Van Paulus moeten ook wij net als de Korinthiërs leren “(…) niets te bedenken boven wat geschreven staat” (1 Korinthe 4:6). De praktijk is echter dat velen datgene wat Paulus onderwijst van minder belang achten, dan wel zo uitleggen dat het acceptabel is voor onze tijd.

We worden dus opgeroepen vast te houden aan de ‘gezonde leer’, aan dat wat de apostelen ons leren in het Nieuwe Testament. Een gemeenschap die niet blijft bij deze ‘gezonde leer’ zal door allerlei moeilijkheden ten onder gaan, zoals ook de Korinthiërs hebben ervaren. Kijk maar eens wat een problemen er waren in Korinthe doordat ze zijn afgeweken van het onderwijs dat Paulus hen gegeven had.

Euroklydon

Als we lezen wat er met het schip gebeurde waarop Paulus en zijn reisgenoten voeren, moet ons dat haast wel doen denken aan de christenheid waarin we leven. Waar we zien hoe de christelijke gemeenschappen hun ‘opvarenden’ niet meer de veiligheid en zekerheden bieden die ze voor een behouden vaart nodig hebben.

De oorzaak van de schipbreuk, zoals die in Handelingen 27 genoemd wordt is de oosterstorm Euroklydon[1]. In deze naam zit een verwijzing naar Euros, de griekse god van de oostenwind. De storm zorgt er in elk geval voor dat de schepelingen de kop van het schip niet in de wind konden houden en zich maar overgaven aan de elementen (Handelingen 27:15).

Mag je hierin een beeld zien van de ondergang van het christendom? Van de afval die gaande is door een geweldige storm van afgoderij die over de christenheid raast en de gemeenschappen verwoest? Ik meen van wel. Het is een geweldige stormwind, waaraan geen enkele gemeenschap zich kan onttrekken en die alles vernietigt.

Klap op klap

Terwijl ik met dit berichtje bezig ben, is er[2] op CIP.nl een artikel geplaatst waarin wel heel duidelijk wordt weergegeven hoe ‘het werkt’. De titel van het artikel is “Evangelische golf treft de BibleBelt: Traditionele kerken gaan klap op klap krijgen”. Een jongeman uit de hervormde kerk beschrijft hoe hij steeds meer jonge mensen de kerk ziet verlaten naar de evangelische gemeenschappen. Zelf verlangt hij ook naar iets dat hij niet in zijn eigen kerk krijgt. In het artikel wordt de tegenstelling tussen de twee werelden treffend omschreven, zoals bijvoorbeeld in de volgende citaten.

Ik verlangde steeds meer naar het ervaren en beleven van God. Een rationele geloofsbeleving kwam steeds meer op de achtergrond en emotie op de voorgrond. Ik merkte dat ik steeds minder waarde ging hechten aan instituten en dogmatische waarheden. Het gaat om wat God doet en hoe Hij werkt.”

Een mooie preek van de dominee, hij vindt het schitterend. Dan vraag ik hem wel eens of de woorden of liederen in de dienst hem hebben geraakt. Dat vindt hij van ondergeschikt belang. Een échte hervormde kerkganger neemt genoegen met bij elkaar komen rondom het Woord van God”.

“Predikanten in onze kerken willen op zondag de gemeente iets leren over God, de Bijbel en achtergronden van wat er staat geschreven. Ik zie dat mijn generatie vooral op zoek is naar een predikant die hen meeneemt in een ervaring met God. Ze willen worden geraakt door de Heilige Geest.”

Zie hoe groot de tegenstellingen zijn. Aan de ene kant de christenen die genoeg hebben aan het Woord, daarmee bezig zijn, daaruit willen leren. Maar aan de andere kant de christenen die daar afscheid van nemen, omdat het ze ‘niks doet’. Degenen die God willen ervaren en daarnaar op zoek gaan.

Wat een triest tafereel; aan de ene kant mensen met een Bijbel , maar zonder dat ze kennelijk een levende relatie met de Heer Jezus hebben. En aan de andere kant mensen die het Woord van God loslaten en op zoek gaan naar ervaringen, zonder dat ze zich realiseren dat ze daarmee in de strikken van de duivel terechtkomen en tot afgoderij zullen vervallen. Twee groepen christenen, maar beide zonder het zaligmakende geloof in Christus de Gekruisigde[3].

Voedsel dat dient tot redding

Terug naar de bootreis van Paulus. Dagenlang proberen ze met elkaar op het schip te overleven, halen er kabels onderdoor, maken het schip lichter door van alles over boord te gooien, streken het zeil en lieten zich meedrijven. In zo’n situatie kun je zelf niet meer de richting bepalen, je kunt niet meer sturen.  Zodat je je eenvoudigweg maar laat meedrijven met wat er gebeurt.

Geestelijk gezien zijn het situaties waarin je komt tot de vraag waar het in je geloof nu eigenlijk om gaat; wat is de kern die je overhoudt, alles alle ‘ballast’ overboord is en je de controle in het leven kwijt bent.  

Op een gegeven moment hebben ze op het schip al 14  dagen niets gegeten en spoort Paulus de opvarenden aan “voedsel te nemen, want dat dient tot uw redding” (Handelingen 27:34).

Als je die uitdrukking ‘voedsel dat tot redding dient’ leest, dan moet je toch wel denken aan de Heer Jezus, Die van Zichzelf kon zeggen dat Hij ‘het brood van het leven’ is.

“Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben. (…) Voorwaar, voorwaar , Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven. Ik ben het Brood des levens.” (Johannes 6:35,47,48)

Het is een opmerkelijk hoofdstuk, waarin duidelijk wordt dat veel mensen de Heer Jezus opzochten omdat ze door Hem gevoed waren (6:26); Hij had voorzien in hun natuurlijke lichamelijke behoeften. Maar de Heer Jezus maakt duidelijk dat het daar niet om gaat en dat het alleen maar erom gaat of je in Hem gelooft. Dan zul je het eeuwige leven hebben (6:40,47). De Joden begrepen het niet (6:52) en de Heer Jezus maakt duidelijk dat ‘het brood’ niet letterlijk brood is, maar dat het Zijn ‘vlees is, dat Hij zal geven voor het leven van de wereld’ (6:51) en nog concreter maakt Hij het als hij spreekt over Zijn kruisdood, over Zijn sterven: ‘Mijn vlees en Mijn bloed’ (6:53-56).

Hij zegt eigenlijk ‘als je in Mij gelooft en weet dat Mijn dood ook voor jouw redding nodig was, dan heb je het eeuwige leven’. Maar Mijn dood moet ook in jouw leven centraal blijven staan:

“Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem (6:57)

Je moet je met Mij, met Mijn werk, Mijn overgave in de dood blijven voeden. Dit ‘geestelijke eten en drinken’ moet je dagelijks doen om geestelijk in leven te blijven.

Het betekent dat Christus de Gekruisigde het begin van ons christenleven moet zijn en levenslang moet blijven. Het gaat alleen om Hem!

Maar voor de meeste van Zijn discipelen was dat te veel gevraagd. Er waren nog zoveel andere dingen ook belangrijk, dachten ze. Wat Christus hen zei vonden ze een hard woord (6:60) en het was de reden dat velen zich hebben teruggetrokken en niet meer met Hem mee gingen (6:66).

De Heer Jezus heeft ook aan de 12 discipelen gevraagd of ze niet weg wilden gaan. Eigenlijk vroeg Hij hen of ze aan Hem genoeg hadden en Petrus heeft het zo mooi verwoord toen hij zei

“Heere, naar wie zullen wij heengaan? U hebt woorden van eeuwig leven.
En wij hebben geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God” (6:69)

We naderen het einde van het christendom

De ondergang van het schip waarop Paulus naar Rome voer, is in zekere zin een illustratie van de tijd waarin we leven. De tijd waarin we het einde van het christendom naderen. Niet alleen de christelijke gemeenschappen, maar ook de hele ‘christelijke cultuur’. Alles brokkelt af en valt uiteen.

In onze tijd komt het er steeds meer op aan, is het zelfs van levensbelang, dat iedere gelovige heel persoonlijk een levend geloof heeft waarin de liefde tot de Heer Jezus Christus en de liefde tot het Woord van God de belangrijkste ‘pijlers’ zijn. Alleen als dat aanwezig is kun je in onze tijd van chaos en afval geestelijk overleven en bewaard worden om meegesleurd te worden in de ondergang van ‘het christelijke schip’.

We zien uit naar de komst van de Heer Jezus waarbij we “worden opgenomen in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. Zo zullen we altijd bij de Heere zijn.” (1 Thessalonicenzen 4:16,17)


[1] Zie onder meer hier: http://www.bijbelaantekeningen.nl/files/subject?978

[2] https://cip.nl/cip+/74677-menno-hanse-traditionele-kerken-gaan-klap-op-klap-krijgen/FRxVAABeAnwjbUkcEBoacxUZFw

[3] Natuurlijk is de werkelijkheid wel genuanceerder. Maar ik ga even uit van wat er in het toch vrij uitgebreide artikel is opgeschreven. Daarin ontbreekt ten enen male de notie dat het in het christelijk geloof gaat om de Heer Jezus Christus die voor zondaren gestorven is op het kruis van Golgotha.