Een diepere omgang met God?

Op 13 augustus jl. is in het RD een kort artikel geplaatst met de aankondiging dat Ds. Jos Douma na de zomer een online School voor Spiritualiteit begint. De kop boven het artikel luidde: “Bijbels mediteren via online cursus”.
Helaas stond er geen specifieke beoordeling bij en dat is jammer, omdat wellicht meerdere lezers dit als een positieve ontwikkeling zien en zich dan ook met het mediteren gaan bezighouden. Maar de Bijbel laat m.i. zien dat we deze opvattingen en de bijbehorende praktijk – de zogenaamde ‘contemplatie’ – juist zouden moeten vermijden.
Overigens blijft dan wel de vraag van Douma open staan, namelijk hoe we een vervuld christelijk leven kunnen leiden, en hoe dit Bijbels te beantwoorden is.
In het onderstaande proberen we e.e.a. zo kort mogelijk toe te lichten.

Uit het RD van 13 augustus jl.

De probleemstelling

Volgens Douma is het probleem van veel christenen dat zij “…zoeken hoe ze die relatie met God vorm geven. Ze laten zich voornamelijk voeden door een predikant of kerkdienst op zondag. De kerk doet veel goeds, maar voor het toerusten van haar leden in de omgang met God heeft ze weleens te weinig aandacht”. Ze verlangen naar “verdieping en groei in hun leven, maar vinden dat niet in de kerk.” 

Als dit de diagnose is, zit daar best een kern van waarheid in, denk ik. Maar of het antwoord van Douma hierop de oplossing is? Hij voegt er nog het volgende aan toe: “De protestantse traditie heeft vanouds veel met woorden. Er wordt veel gepraat en gesproken. Bidden wordt praten met God genoemd. Met de Reformatie zijn we het luisteren, de stilte in de liturgie en het geloofsleven kwijtgeraakt en dat is jammer.”

Kennelijk is het dus zo dat de Reformatie in de Roomse kerk iets heeft achtergelaten, wat we nu weer moeten ontdekken: de stilte. Daarvan zegt Douma onder meer: “Dat gaat niet altijd om grote dingen. Ga maar eens vijf minuten alleen stil op een stoel zitten om Gods aanwezigheid te ervaren. Leren stil-zijn is voor iedereen belangrijk.” en “… ik wil mensen leren mediteren, bidden en contemplatief Bijbellezen. Ik hoop dat dit bij hen leidt tot meer stilte en ruimte in hun leven en een diepere omgang met God.”

Wanneer we dit soort dingen lezen is de vraag altijd of dit ook de weg is die de Bijbel wijst. Er worden wel veel bijbels klinkende woorden en begrippen gebruikt, maar Gods Woord wijst misschien toch een andere weg.

De contemplatie

Wat in de ‘School voor Spiritualiteit’ wordt aangeboden is de weg van de mystiek, de contemplatie. Je kunt er online op allerlei manieren kennis over spiritualiteit opdoen, en er zijn oefenruimtes, waar je bijvoorbeeld ‘de stilte’, ‘het centrerend gebed’, ‘het Jezus gebed’ of de ‘Lectio Divina’ kunt beoefenen. Het voert te ver om hier op al deze methoden in te gaan, maar het gemeenschappelijke punt ervan is dat ze behoren tot wat wel de ‘contemplatie‘ genoemd wordt. 

De contemplatie is vooral kenmerkend voor de R.K. kerk en ze is – niet zonder reden – bij de Reformatie inderdaad ‘achtergelaten’. Bij alle contemplatieve oefeningen gaat het om het ervaren van God en uiteindelijk het ervaren van de eenwording met God, ook al noemt Douma dat verhullend ‘een diepere omgang met God’. Het zoeken naar die ‘innerlijke godservaring’ – of ‘het goddelijke binnen in ons’ – is iets dat de contemplatie gemeenschappelijk heeft met heidense religies. De terminologie en de ‘methoden’ kunnen verschillend zijn, maar de innerlijke godservaring is dezelfde.

Afgoderij

Het volk Israël is door de Here vermaand om niet tot Hem te naderen op dezelfde wijze als de heidenen tot hun goden naderen: “U mag tegenover de Heere, uw God, niet doen zoals zij” ( Deuteronomium 12:4, 30, 31). Wanneer ze dat toch zouden doen, zouden ze in werkelijkheid die goden – de demonen – dienen. Of anders gezegd, dan zouden ze in contact komen met de demonen en die dienen (Deuteronomium 32:17). Dat is wat de Bijbel ‘afgoderij’ noemt: menen dat je tot God nadert, maar in werkelijkheid heb je wat Paulus noemt ‘gemeenschap met de demonen’ (1 Korinthe 10:20). 

Afgoderij was een voortdurend probleem voor het volk van God; keer op keer vervielen ze in die grote zonde, die in de 10 geboden al zo nadrukkelijk werd verboden (Exodus 20:3-7). Uiteindelijk is dit ook de oorzaak dat ze door de Here God geoordeeld en uit het beloofde land verdreven werden.

Ook voor de christelijke gemeente is afgoderij een probleem, aangezien we moeten weten wat van ‘een geest’ komt en wat van ‘de Geest’ is.  Paulus schrijft zijn eerste brief aan de Korinthiërs naar aanleiding van een aantal vragen, waaronder die over (a) het eten van afgoden-offervlees (8:1) en over (b) de geestelijke dingen (12:1). Deze thema’s die met elkaar verband houden, behandelt hij uitgebreid in de hoofdstukken 8 tot en met 11, resp. 12 tot en met 15.

Afgoderij is een centraal thema in de Bijbel, dat helaas veel te weinig aandacht krijgt, waardoor het onderwerp voor de meeste christenen onder de radar blijft.

Afgoderij blijft onder de radar

De reden van de voortdurende verleiding tot afgodendienst is enerzijds ongehoorzaamheid aan het gebod van de Here, maar daarnaast ook de verslavende werking van de innerlijke godservaring. Want wat je innerlijk meemaakt is zo ongelooflijk ‘heerlijk’ dat je werkelijk denkt dat dit van de Here God Zelf moet komen. Zo strekt de mens zich uit naar ervaringen die hem verboden zijn, de omgang met de goden van de onzichtbare wereld en de ‘verborgen dingen’ ( Deuteronomium 29:29).

Een ander evangelie

Twee R.K.- monniken Thomas Merton (1915-1968) en Thomas Keating (1923-2018) zijn in de 20e eeuw belangrijk geweest voor de voortgaande groei van de contemplatieve beweging, niet alleen in de R.K. kerk, maar ook in de protestantse gemeenschappen. Keating heeft in 2004 een toespraak gehouden getiteld “Contemplatie als middelpunt van het actieve leven” waaruit we kunnen destilleren wat het evangelie is dat men predikt. Dit ‘evangelie’ komt op het volgende neer:

  • We worden uitgenodigd goddelijke mensen te worden;
  • Het doel van het Evangelie, het doel van het leven en eigenlijk het doel van alles, is gericht op de eenwording met God;
  • Die goddelijke eenwording is een werkelijke ervaring, nu hier al op deze aarde; het is de enige echte christelijke ervaring;
  • In het hebben van deze ervaring zijn we navolgers van Jezus, die God als Vader, als Abba kende. God is in ons.
  • Jezus leert ons om binnen te gaan in wie we eigenlijk zijn, om ons ware zelf te ontdekken en de goddelijke inwoning, die op elk moment de bron is van ons bestaan;
  • Je hoeft het nergens anders te zoeken dan in jezelf. Dit ontdekken van je ware zelf wordt verlossing genoemd. Het is een proces, ook wel ‘genezing’ genoemd, waarin het zgn. ‘valse zelf’, dat is alles wat je tegenhoudt om deze weg te gaan, moet worden losgelaten. Inclusief vooral ook het loslaten van al datgene wat je als kind hebt (aan)geleerd.
  • Daarbij is het niet nodig de Bijbel als (historisch) betrouwbaar te blijven aanvaarden;
  • Dit Koninkrijk in je kun je alleen maar ontdekken en binnengaan door het contemplatief gebed; het is de enige weg! Het lawaai in de omgeving en het lawaai (van je gedachten) binnen in je, moet je achter je laten om in de stilte die zo ontstaat één te worden met de Vader. De goddelijke inwoning kun je alleen tegemoet treden volgens een bepaalde regelmaat.
  • Dit een zijn met God, is zijn wie je bent, jezelf zijn, is het grootste geschenk dat we God kunnen geven.
  • Bovendien zijn we als mensen allemaal met elkaar verbonden; we zijn één en we hoeven alleen maar te ontdekken dat we samen het mystieke lichaam van Christus zijn. De wereldvrede is ervan afhankelijk hoeveel mensen dit veranderingsproces doormaken van het bereiken van een hoger niveau van bewustzijn, en daarom is het verkondigen van dit evangelie van het grootste belang. Wij kunnen niet gelukkig zijn, tenzij iedereen is gered.
  • Het noodzakelijke veranderingsproces wordt overigens ook aangeboden door de spirituele tradities van andere religies.

Dit ‘andere evangelie’ wordt uiteraard in diverse varianten gepredikt. Maar de contemplatieve praktijken die op de ‘School voor Spiritualiteit’ onderwezen worden behoren tot de kern ervan. Keating is de beweging ‘Contemplative Outreach’ begonnen en op hun website kun je soortgelijke cursussen online volgen als in de ‘School voor Spiritualiteit’.

Christus en Die gekruisigd

Waarschijnlijk heeft Douma gelijk wanneer hij zegt dat velen in de protestantse gemeenschappen niet weten hoe ze hun relatie met God moeten vormgeven en hoe ze moeten komen tot een ‘diepere omgang met God’. Maar wanneer we de contemplatie als ‘oplossing’ afwijzen, komt de vraag wat dan wel de Bijbelse weg is. Op welke wijze kan de christen dan – om dezelfde woorden maar te gebruiken – komen tot ‘een diepere omgang met God’?

Deze vraag gaat echter uit van een verkeerd uitgangspunt, namelijk ‘wat ík wil’ en ‘waar ík naar verlang’ of ‘wat ík nodig heb’. De vraag gaat uit van onszelf, van íkzelf en mijn menselijke behoeften en daar gaat het mis. We moeten uitgaan van wat de Here God wil, waar Hij naar verlangt en wat Zijn verlangen is. Daarmee begint zelfs het ‘onze Vader’ (Lukas 11:1-4). Wanneer we uitgaan van wat de Here God als hoogste op prijs stelt, dan zullen we ons verbazen! Want in dat wat voor de Here het hoogste is, is tegelijkertijd ook ons hoogste geluk te vinden.

Het verlangen van Gods hart:
Hij zoekt naar mensen die
Hem eren en loven voor
het werk van Zijn Zoon Jezus Christus
op het kruis van Golgotha!

God verlangt naar mensen die Hem eren en loven voor het werk van Zijn Zoon Jezus Christus op het kruis van Golgotha! Mensen die Hem aanbidden ‘in geest en waarheid’ (Johannes 4:23).

Daar valt heel veel over te zeggen, maar dit is waar het om draait. We maken er hier een paar korte opmerkingen over om te laten zien dat dit een centraal thema in de Schrift is.

  • Christus en Die gekruisigd. Het eerste is natuurlijk dat het werk van Jezus Christus op het kruis van Golgotha je wel wat moet zeggen. Je moet wel weten Wie Hij voor je is en wat Hij gedaan heeft voor jou! Je moet Hem als je Heiland en Heer hebben aangenomen. Dan ben je God dankbaar en kun je die dank naar Hem uiten.
  • God eer geven. Dat is ook heel normaal. In Lukas 17 staat de geschiedenis van de tien melaatsen die genezen werden. Er was maar één van de tien die terugkeerde, God verheerlijkte, voor de Heer Jezus neerknielde en Hem dankte. Voor de Heer Jezus was het heel teleurstellend dat er maar eentje was die terug kwam ‘om God de eer te geven’. Tegelijkertijd verzekerde de Heer die ene van de goede keus die hij gemaakt had, toen Hij zei: ‘Uw geloof heeft u behouden’.
  • Een schuldeloos, bloedig offer. De broers Kaïn en Abel begrepen beide dat het goed was om God te danken en offers te brengen. Kaïn begon er mee en daarna kwam Abel. Maar God kon het offer van Kaïn niet aannemen en dat van Abel wel. De reden was dat Abel begrepen had dat in de verhouding tussen de zondige mens en God een schuldeloos, bloedig offer nodig was. Het ziet vooruit naar het offer van Jezus Christus.
  • De Vader zoekt aanbidders. In het gesprek van de Heer Jezus met de Samaritaanse vrouw (Johannes 4) ging het op een gegeven moment over de vraag waar men God moest aanbidden. Dan zegt Hij dat vanaf dat moment de plaats waar je aanbidt niet meer belangrijk is, maar van belang is dat je aanbidding ‘in geest en waarheid’ is. Want zegt Hij: “de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden“. God de Vader zoekt mensen die Hem aanbidden. Hij zoekt mensen die Hem als Vader kunnen aanbidden, omdat Hij ook en bovenal de Vader is van onze Heer Jezus Christus. Als we door het werk van Christus verlost en verzoend zijn, zijn we kinderen van God en mogen Hem onze Vader noemen.
  • Gods voedsel: offers van lof en dank. Als we God de Vader danken voor het werk van de Heer Jezus, Zijn Zoon, dan zijn dat ‘offers van lof en dank’. In het Oude Testament worden ze ‘het voedsel van uw God’ genoemd (bijvoorbeeld Leviticus 3 en 21). God is (een) Geest en heeft geen voedsel nodig. Maar Hij noemt het wel zo, omdat Hij het Zelf ziet als iets belangrijks, iets welgevalligs, maar ook als een soort ‘primaire levensbehoefte’. Zo verlangt God naar de dank en lof van Zijn mensen!
  • Priesterschap. Dit laatste brengt ons bij het feit dat God zowel Zijn aardse volk Israël als ook de Gemeente van Jezus Christus geroepen heeft om priesters te zijn en de offerdienst voor Hem te verrichten. Petrus noemt de nieuwtestamentische Gemeente een geestelijk huis waarin de gelovigen priesters zijn “om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus” (1 Petrus 2:5).

Het hoogste wat we de Here God kunnen brengen zijn de offers van lof en dank die uit onze harten opstijgen tot Hem omdat we Zijn Zoon, de Heer Jezus Christus kennen als onze Zaligmaker. Zijn offer op Golgotha is de reden voor onze geestelijke offers van lof en dank!

Bijzonder is dat iedereen die de Heer Jezus kent als zijn Zaligmaker deze offers aan God kan brengen. Daarvoor hoef je niet gestudeerd te hebben of speciale vaardigheden aan te leren; de dank uit je hart is voldoende!

Op deze wijze wordt Christus de Gekruisigde steeds kostbaarder en groter voor het hart van de gelovige. Dan ervaren we een werk van Gods Geest in onze harten, niet een mystieke godservaring, maar dat Christus groter voor ons hart wordt en we Hem meer liefhebben, zoals ook Petrus dat schrijft:

“Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem toch lief. Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde”

Petrus 1:8

Ten slotte komt daar komt nog dit wonderlijke bij: dat we zelf daardoor gezegend worden, geestelijk gevoed worden en groeien in de kennis van Hem. We zullen dan, zoals Psalm 50 zegt ‘Gods heil zien’.

“Wie dank offert, zal Mij eren; wie [de rechte] weg gaat, zal Ik Gods heil doen zien”

Psalm 50:23

De weg van het dankoffer – om het zo maar eens te zeggen – heeft tot gevolg voor onze eigen ziel dat Gods heil als het ware naar ons toekomt. Of, zoals de NBG-vertaling zegt, door onze lofoffers banen we een weg waarop de Heer ons Zijn heil laat zien. Zodat we groeien in de kennis van Hem.


Dit artikel is als reactie naar het RD gezonden en op 6 september 2021 in verkorte vorm opgenomen op de Opiniepagina (Forum)