Maria en de eindtijd

Op de site van het Reformatorisch Dagblad stonden een paar dagen geleden twee artikeltjes die je wel weer kunt zien als een snel inkijkje in de tijd waarin we leven. Twee verschillende onderwerpen, die waarschijnlijk wel iets met elkaar te maken hebben.

Maria, icoon van genade?

De theoloog A. Huijgen (CGK) meent dat protestanten meer aandacht moeten besteden aan Maria. Onder meer door dagelijks haar lofzang, het Magnificat te zingen. Ze moeten meer aandacht besteden aan Maria en het Magnificat hoort daarbij.
Huijgen heeft er een boek over geschreven; het heet “Maria, icoon van genade”. In september wordt er naar aanleiding van het boek een studiedag over Maria gehouden, waar ook bisschop Gerard de Korte een bijdrage zal leveren.

In het promotiefilmpje van de uitgever licht Huijgen de ondertitel toe en zegt hij dat ‘in de oosters orthodoxe traditie het icoon niet alleen een afbeelding is waar je naar kijkt, maar waar je ook doorheen kijkt als ware het een venster op de werkelijkheid van God’.
Het is knap gevonden om het zo te zeggen, maar je kunt het op meer manieren opvatten. De echte reden voor het gebruik van iconen en beelden is gelegen in het kunnen ervaren van die andere werkelijkheid, waarvan Huijgen en velen met hem, denken dat het Gods werkelijkheid is, maar waarvan Gods Woord zegt dat het de wereld van de demonen is. Het zijn voor je gevoel hele bijzondere ervaringen, gelukzalige momenten, die door katholieken dan ook ‘genade’ genoemd worden. Hoe gemakkelijk is het om mensen met dit soort woorden – met verschillende betekenissen – te misleiden.

Een uitgebreide beoordeling van het boek van Huijgen vindt je hier: Pdf

Zo’n vijf jaar geleden stond in het RD een artikel over ‘christelijke mindfullness‘ waarin Huijgen verkondigde dat er bijbels gezien niets over te zeggen was en dat je het aan het geweten van de individuele gelovige moest overlaten. Nu, zoveel jaar later wijst Huijgen zijn kerkmensen de weg naar de contemplatie, de afgoderij van het roomse Babylon (zie ook hier en hier).

Een kleine variant in de PKN. Op Google zocht ik even op ‘Magnificat’ en toen trof ik daar een artikeltje met dezelfde titel. Het was de toespraak van René de Reuver bij zijn herbenoeming als scriba van de PKN op 12 juni jl. Hij schreef: “Het gebeurde zomaar tijdens een stilteviering in de kerkelijke gemeente in mijn woonplaats. Tijdens de lange stilte concentreerde ik me op de Christusicoon, voor in de kerk. Terwijl ik mijn ogen en hart richtte op een afbeelding van de Levende, was het alsof ik een stem uit de stilte hoorde: ‘René, ben jij daar waar Ik ben?’”.

Hoe ver zijn de protestantse gemeenschappen al afgedwaald wanneer ze iconen en Maria nodig hebben om – ik zeg het maar even in mijn eigen woorden – ‘het heilige te ervaren’? De ‘werkelijkheid van God’ zien of ervaren we niet door een icoon of Maria, maar slechts in het Woord van God.

Paulus schrijft daarover (2 Timotheus 3:10-4:5) dat “heel de Schrift door God is ingegeven en nuttig is om daarmee te onderwijzen” (3:16). Dienstknechten van de Here worden opgeroepen dat Woord te prediken en daarin te “volharden, gelegen of ongelegen” (4:2) en het doel daarvan is nu juist het voorkomen dat mensen “hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels.” (4:4). Die ‘verzinsels‘ zijn mythen, de verhalen van de ‘goden’, die alles te maken hebben met de heidense godsdiensten en de afgoderij.

Hoe lang kan dit nog bestaan?

De afval in de christenheid is al vele jaren gaande en op zichzelf niets nieuws. Wat opvalt is dat het steeds maar door gaat en dat alles steeds verder in de richting van Rome gedreven wordt. Kennelijk zijn er vandaag de dag vele (snel)wegen naar Rome. Je vraagt je af hoe lang God dat nog laat voortbestaan.

Het tweede artikeltje dat me op de RD-site opviel, was een interview met Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie in Leiden. Bij de kop stond een korte ‘samenvatting’ waarin de uitspraak dat de Bijbel over 10 jaar een verboden boek is en kerken door de overheid gesloten worden. Ik neem aan dat Kinneging dat niet zegt op basis van de Bijbel, maar op basis van zijn ‘academische kennis’. Hij neemt waar wat er de laatste jaren gaande is en trekt dat door naar de nabije toekomst. Uiteindelijk – wanneer er geen tegenstand geboden wordt – verwacht hij dat de bijbel een verboden boek wordt en dat kerken door de overheid gesloten worden.

Zelf zou ik er geen jaren aan durven hangen, maar het valt wel te begrijpen. Kijk maar eens hoe alles wat joods of christelijk is wordt afgebroken; en hoe snel dat gebeurt. Voordat je er bijvoorbeeld erg in hebt zijn de ‘waarden’ van de EU antichristelijk en moet een land als Hongarije daar maar mee instemmen. Rabbijn Evers verhuist naar Israel en een van de redenen is de snelle toename van het antisemitisme in Europa.
Er is overal een ontwikkeling gaande die niet accepteert dat je andere ideeën hebt dan de ‘mainstream’, waaraan iedereen zich moet confirmeren. Doe je dat niet dan is er voor jou geen plaats in deze wereld.
De ontwikkelingen gaan snel en de voorbereiding van het antichristelijke rijk is in volle gang. We zijn hard op weg naar de tijd dat Gods tegenstander alles wat met onze God te maken heeft, probeert van deze aarde te verwijderen. Vervolging en verdrukking zijn niet zo heel ver weg; misschien inderdaad geen 10 jaar meer.

Ondertussen – totdat de Heer Jezus komt om Zijn gemeente op te halen – laten we ons bemoedigen door de woorden die Paulus aan de Thessalonicenzen schreef:

Maar wij moeten God altijd voor u danken, broeders, die geliefd bent door de Heere, dat God u van het begin verkoren heeft tot zaligheid, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. Daartoe heeft Hij u geroepen door ons Evangelie om de heerlijkheid van onze Heere Jezus Christus te verkrijgen.
(…)
En onze Heere Jezus Christus Zelf en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad en ons een eeuwige troost en goede hoop gegeven heeft uit genade, moge uw harten vertroosten en u in elk goed woord en werk versterken.

(…)
Maar de Heere is getrouw, Die u zal versterken en bewaren voor de boze. (…) En de Heere moge uw harten richten op de liefde van God en op de volharding van Christus.

2 Thessalonicenzen 2:13,14,16,17; 3:3,5