Verlangen naar God – Christelijk Hedonisme

Na de vorige twee artikelen (hier en hier) ontdekte ik een paar lessen over christenhedonisme op het YouTube kanaal van de Bijbelschool Filadelfia. Het blijkt dat deze term en de leringen afkomstig zijn van de Amerikaanse predikant John Piper met zijn bediening Desiring God. In dit artikel proberen we te achterhalen wat er vooral zo erg fout is aan het zogenaamde christenhedonisme dat Piper promoot.

New Calvinism

We hebben in de blog over Zie uw God al geconstateerd dat deze ‘cursus’ uiteindelijk de christen invoert in de roomse spiritualiteit, de contemplatie. Wanneer nu ook het christenhedonisme wordt onderwezen bij HeartCry is dat wel frappant, want het gemeenschappelijke van John Snyder en Paul Washer (van HeartCry) en John Piper (van Desiring God) is dat ze – naast vele anderen – horen bij de stroming die Nieuw Calvinisme genoemd wordt. Het is een breed palet aan opvattingen gebaseerd op het calvinisme, maar wat ze gemeenschappelijk hebben is de opvatting over bekering en wedergeboorte. Of ook wel de vraag wanneer je zeker weet dat je behouden bent en het zogenaamde zaligmakende geloof hebt. Dan gaat het hierover:

“Je hoort van het evangelie, je erkent dat het de waarheid is en je gaat er op in. Je stelt je vertrouwen op Jezus, je bekeert jezelf, je neemt Jezus aan als Heer en Redder. De nieuwe calvinisten vinden dat hier iets aan ontbreekt. Het geloof is in hun ogen niet echt als de calvinistische bekeringsweg niet is doorlopen. Eerst diep overtuigd worden van zonden (een zondaar worden) en daarna beleven dat de last van de zondeschuld wordt afgenomen en dat het geloof je is geschonken. Waarna je vervolgens nog allerlei kenmerken van de wedergeboorte en het zaligmakende geloof vertoont. Ze denken dat mensen die deze bekeringsweg niet hebben doorlopen zichzelf voor de gek houden. Mensen die de speciale calvinistische bekeringservaring niet hebben beleefd, hebben in hun ogen geen zaligmakend geloof, ze hebben alleen historisch geloof.”

Dit citaat komt van de Nederlandse website www.hetcalvinismeendebijbel.nl waar veel kritische informatie te vinden is over (nieuw) calvinisme. Ook in het Engels bestaat er een website waar je veel beoordelingen van de nieuwe calvinisten kunt vinden.  
De Nederlandse website van www.geloofstoerusting.nl promoot daarentegen de nieuwe calvinisten. Je vindt er veel artikelen en video’s/clips uit die hoek; ook van John Piper.

John Piper en het christenhedonisme

John Piper is een ongelooflijk meeslepend prediker en veel van zijn opvattingen/bijbeluitleg kun je niet als verkeerd beschouwen. Maar in de kern zit iets dat niet klopt en dat heeft mijns inziens te maken met calvinistische opvattingen over uitverkiezing, bekering, wedergeboorte en zekerheid van het geloof. Want er moet wel een bijzonder bekeringservaring komen om te weten of je werkelijk het zaligmakende geloof hebt.

We kunnen hier niet al Pipers opvattingen toetsen; dat is ondoenlijk. Een algemene toetsing in het Nederlands vind je hier en in het Engels heel uitgebreid hier

We moeten ons beperken tot wat Piper onder het christenhedonisme verstaat. Over het doel van christelijk hedonisme zegt Piper het volgende op zijn website Desiring God:

“Het Christelijk Hedonisme wil een Kantiaanse moraal vervangen door een Bijbelse. Immanuel Kant, de Duitse filosoof die in 1804 overleed, was de krachtigste exponent van het idee dat de morele waarde van een handeling afneemt naarmate we er voordeel uit willen halen. Handelingen zijn goed als de doener “belangeloos” is. We moeten het goede doen omdat het goed is.”

Hierna komt dan een uiteenzetting over de vraag wanneer een handeling (of daad) goed is. Daarbij worden andere filosofen/theologen aangehaald en tenslotte ook nog de Bijbel geciteerd. Het eindigt daarin dat iets moreel goed is als – en ik zeg dit maar even met mijn eigen woorden – je er zelf het hoogste genot van hebt. Volgens Piper is dat een bijbelse opvatting. Hij definieert christelijk hedonisme als volgt:

“Mijn kortste samenvatting ervan is: God wordt het meest verheerlijkt in ons wanneer wij het meest tevreden zijn in Hem. Het voornaamste doel van de mens is God te verheerlijken door eeuwig van Hem te genieten.”

Maar de argumentatie van Piper is filosofisch en onbijbels. Hij gaat niet uit van de vraag wat voor God het hoogste goed is. Hoogstens probeert Piper er achter te komen wat voor God moreel juist zou zijn, maar zelfs daarin slaagt hij niet omdat het Woord van God niet zijn uitgangspunt is.

Bekering en zekerheid van het geloof

Piper heeft jarenlang gesproken op de Passion Conferences in de Verenigde Staten, waar tienduizenden jongeren bij elkaar waren. Hij begon in 2020 zijn toespraak met het onderstaande gebed.

Hij bidt dat “het wonder van het ontwaken van een opperste verlangen naar Jezus boven alles zou worden verleend aan duizenden. Ik bid dat elke christen opnieuw wordt opgewekt om Christus boven alles te verlangen.”  

Hij vraagt God niet om de bekering van mensen. Terwijl dat toch de Bijbelse weg is: inzien dat je voor eeuwig verloren bent en met je zonde en schuld tot God gaan om je te bekeren. En dan van Hem de verlossing in Christus aan te nemen en behouden te worden. Dan krijg je een nieuw perspectief in het leven; het zicht op het eeuwige heil.

Maar deze dingen hoor je niet. Bij Piper is wedergeboorte een ultieme zielservaring  waar je je voor open moet stellen en naar moet verlangen zodat je op die weg terechtkomt die God kennelijk bedoeld heeft.
In zijn boek ‘Desiring God’ schrijft hij

“Zou het kunnen dat vandaag de dag het meest duidelijke Bijbelse gebod voor bekering niet is: “Geloof in de Heer”, maar: “Verblijd u in de Heer”? En zouden niet veel sluimerende harten wakker gemaakt kunnen worden door de woorden “Tenzij een mens opnieuw geboren wordt als een christelijke hedonist kan hij het koninkrijk van God niet zien”? (John Piper, Desiring God, blz. 55).

Het wordt anders verpakt, maar wat Piper brengt is in de kern hetzelfde als

  • wat in pinksterkringen wel ‘de doop in de Geest’ genoemd wordt;
  • of wat in extreem behoudende protestantse kring wel gezegd wordt: ‘het moet je gegeven worden’

Het zijn de ‘christelijke’ varianten van de inwijding in de mysteriegodsdiensten en van de zogenaamde ‘doorbraakervaring’ naar de mystieke levensweg (zie hier).

In al deze opvattingen gaat het er om het bovennatuurlijke te ervaren. Dat is trouwens hetzelfde als de wat de roomse kerk zegt over de eenwording met God:

‘Het doel van het Evangelie, het doel van het leven en eigenlijk het doel van alles, is gericht op de eenwording met God. Die goddelijke eenwording is een werkelijke ervaring, nu hier al op deze aarde; het is de enige echte christelijke ervaring’ (Keating, zie hier).   

Wat de Bijbel zegt over hedonisme

Wanneer het gaat om het woord hedonisme is er nogal wat verwarring dat te maken heeft met het Engelse woord pleasure dat Piper gebruikt en de vertaling ervan in het Nederlands of Duits.  Piper gebruikt het woord pleasure net hoe het uitkomt en kent er meerdere betekenissen aan toe. Genot, vreugde en blijdschap lopen in onze Bijbelvertalingen ook door elkaar heen. Zo gebruikt Piper bijvoorbeeld Psalm 16:11 om het hedonisme te ‘bewijzen’. In deze video van Bijbelschool Filadelfia wordt – gezien de titel – christenhedonisme opgevat als vreugde in God. We gaan de verschillende woorden met hun betekenissen in Oude en Nieuwe Testament hier niet uitzoeken, dat zou te ver voeren.

Maar wel gaat het om hedonisme, waarover we de vorige keer al het nodige geschreven hebben. Het is afgeleid van het Griekse woord hedoné (ἡδονή) dat plezier betekent en 5 keer in het Nieuwe Testament voorkomt, maar niet in positieve zin.

  • In Lukas 8:14 zijn het onder andere de ‘genietingen van het leven’ die voorkomen dat het gezaaide woord groeit en vrucht draagt;
  • In Titus 3:3 is sprake van de verslaving aan allerlei begeerten en hartstochten die horend bij een ongelovige;
  • In  Jakobus 4:1 en 3 zijn het de hartstochten die in het lichaam werkzaam zijn en verkeerde uitwerking hebben;
  • In  2 Petrus 2:13 gaat het over valse leraars die verderfelijke afwijkingen in de leer brengen (zie vers 1). Een van de dingen die hen kenmerken is dat ze genieten van losbandigheid.
  • In 2 Timotheüs 3: 4 schrijft Paulus dat in de laatste dagen de mensen meer liefhebbers van zingenot zijn dan liefhebbers van God. Het gaat hier over mensen die een schijn van vroomheid hebben.

Wanneer je zoekt naar de betekenis van de Nederlandse woorden hartstocht, genot en zingenot dan wordt het een beetje ongemakkelijk. Want dan kom je er niet omheen dat deze woorden allemaal wijzen op een sterk verlangen naar en ervaren van seksueel genot.

– Zingenot: genot dat door het prikkelen van de zinnen wordt verschaft, met name seksueel genot (synoniem: wellust)
– Hartstocht: sterke drang van de zinnelijke natuur; waar het hart sterk naar uitgaat, onstuimige liefde, seksueel verlangen.

Deze woorden zijn allemaal een vertaling van het oorspronkelijke Griekse woord hedoné en dat woord is weer afgeleid van de naam van de Griekse godin Hedone. Op Wikipedia lees je daar nog een veelzeggende bijzonderheid over: Hedone was een dochter van de god Eros en de godin Psyche.
Daarom denk ik dat je mag zeggen dat het woord in het Nieuwe Testament opgevat kan worden als een diep sensueel verlangen in de ziel, dat bovendien als bovennatuurlijk – als van god/God afkomstig – ervaren wordt.

Dat dit ervaringen zijn die horen bij afgoderij mag ook nog wel blijken uit de context van het woord in Jakobus 4, waarover we al het een en andere hebben gezegd in het vorige blog. Wijsheid die van boven komt is van de Here en heeft dienovereenkomstige kenmerken, maar die andere wijsheid is niet uit de hemel, ze is van de ziel en demonisch. Dat is de wijsheid die Paulus ‘leringen van demonen’ noemt (1 Timotheüs 4:1).

Waar het (nieuwe) calvinisme helaas toe kan leiden

Wat Piper verkondigt is een soort van ‘heidens christendom’; de heidense zielservaringen gepromoot en omkleed met veel Bijbelse termen. Het is een weg die mensen de afgoderij invoert: denken dat je ervaringen van God komen terwijl ze ondertussen in werkelijkheid van de demonen afkomstig zijn.

Het is droevig om te zien hoe uit het calvinisme met zijn leer over uitverkiezing, bekering en behouden worden een praktijk kan ontstaan die ruimte biedt aan mystieke ervaringen. Die worden dan gepromoot met bijbels klinkende verhalen. Of het nu met ‘Zie uw God’ is of met ‘Desiring God’, dat maakt niet zoveel uit. Het ene spreekt meer een groep serieuze christenen aan en het andere is wellicht meer geschikt voor moderne jonge mensen (zoals op Passion). Dat is een kwestie van smaak en voorkeur.
Maar de kern is hetzelfde: het bovennatuurlijke – ‘God’ – ervaren in je binnenste. Beide wegen leiden naar de afgoderij die onze God, de God van de Bijbel zo verfoeit.

Moet je niet alles onderzoeken?

Je zou de vraag kunnen stellen of je wel recht doet aan alles wat Piper onderwijst. Dat je dan misschien wel tot de conclusie moet komen dat weliswaar er een aantal onderwerpen en opvattingen on-Bijbels zijn, maar dat het geheel van Pipers onderwijs toch wel erg aansprekend en Bijbels is. Ga je niet te kort door de bocht door het alleen over dat hedonisme te hebben?

Dat is een legitieme vraag, waar niet van belang is wat wij erover denken, maar wat de Bijbel er over zegt. Welnu wat mij in dezen helpt is de geschiedenis uit Deuteronomium 13:1-5. Daar gaat het over iemand die zegt woorden of dromen van God gekregen te hebben en dat blijkt ook nog te kloppen, want ze komen uit. Dan voldoet hij volgens Deuteronomium 18:20-22 aan de test die Here Zelf gegeven heeft.
Daarna echter roept die persoon op ‘om andere goden te dienen’. Je zou ook kunnen zeggen ‘om God op een andere manier te dienen’. Hij verleidt je daarmee tot afgoderij. Het staat er zo: ‘hij heeft opgeroepen afvallig te worden aan de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte heeft geleid en u uit het slavenhuis verlost heeft; en omdat hij u wilde afbrengen van de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft daarop te gaan.
Dan moest zo iemand gedood worden: ‘Zo moet u het kwaad uit uw midden wegdoen.’

Hier is geen sprake van afwegen van plussen en minnen. Van iemand die oproept tot afgoderij – afvalligheid van de Here – moesten de Israëlieten direct op de meest concrete manier afscheid nemen. Ook een of meer gesprekken of vermaningen was niet de aangewezen weg. Bedenk wel dat het hier ging om iemand die anderen dingen van de Here meedeelde die juist waren en in die zin leiding en richting gaven. Hij kon dus door de Israëlieten gezien worden als iemand die hen namens de Here leiding gaf. Maar let op, het punt waar het om ging was of hij tot afgoderij aanzette. Als je dat opmerkte moest er gehandeld worden.

Hetzelfde gold overigens als een van je familieleden of vrienden je tot afgoderij wilde overhalen. Dat lees je in hetzelfde hoofdstuk 13, de verzen 6-10. Ook al gebeurde dat in privé omstandigheden – ‘in het geheim’ staat er. Zelfs dan zou je van zo iemand afscheid moeten nemen …

Dit principe houd ik graag aan als het gaat om bijbelleraars, pastors, voorgangers – of hoe je ze ook noemen wilt – die christenen verleiden tot afgoderij. Waarschijnlijk hebben ze ook nog wel – en soms veel – Bijbelse opvattingen. Maar ik hoef geen afweging te maken van plussen en minnen.

In het Nieuwe Testament vinden we met betrekking tot afgoderij in de gemeente hetzelfde principe. De afgodendienaars worden genoemd in het rijtje van hen die moeten worden buitengesloten: ‘doe de kwaaddoener uit het midden weg’ (1 Korinthe 5:11, 13).

De aansporing van Judas

Judas schrijft zijn aansporing om te strijden voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd (Judas 1:3) en hij eindigt met de volgende zinnen:

“Maar u, geliefden, bouw uzelf op in uw allerheiligst geloof en bid in de Heilige Geest, bewaar uzelf in de liefde van God en verwacht de barmhartigheid van onze Heere Jezus Christus, tot het eeuwige leven. (…)
Aan Hem nu Die bij machte is u voor struikelen te bewaren, en u smetteloos te stellen voor Zijn heerlijkheid, in grote vreugde, de alleenwijze God, onze Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, nu en in alle eeuwigheid. Amen.”

Judas 1:20-21,24-25